DILIGENCE-DIENST
■vreesdat de inwoners zich zouden verslapen trok aan de
brandklok. De heilige justitie zal het doel onderzoeken.
FEVIIjIjETON.
SCHRIKKELIJKE MISTASTING.
Hertog Lodeivijk was in den echt verbonden met Maria
eene kleindochter van Philips van Zwaben den oom van
Konradijns grootvader en dochter van den hertog vau Bra-
band. Zij was het tegenbeeld van haren gemaal zachtbe
minnelijk steeds omgeven van edele ridders; en hare stille
deugden temperden de woeste driften van haren gemaal. On
der hare gunstelingen had ridder Rucho van Ottlingen tot
haar den meest vertrouwelijken toegang. Eens, onderwijl zij
voor het schaakbord zaten hunne geliefkoosde uitspanning
verzocht hij dat zij zoo als zij meerderen van hare ver
trouwde ridders toesprak ook jegens hem den meer gemecn-
zamen toon in plaats van het stijve en zoo gedwongen UEd.
mogt aannemen. l)e hertogin zweeg, en het bleef bij het oude.
Na verloop van eenigeu tijd trok de hertog naar Augsburg,
en zijne gade verkeerde in doodelijkcii angst over de gevaren,
waaraan de onberaden hertog zich bloot gaf. Zij schrijft hem
met verzoek om zich-zelven te sparen en terug te keeren
doch vruchteloos. Nog eens schrijft zij maar zendt te gelijk
een brief aan ridder Rucho af waarin zij hem dringend ver
zoekt, al zijnen invloed bij den hertog aan te wenden, ten
einde zijne terugkomst Ie bespoedigen. Gelukt hem dit, dan
zal zij van haren kaut hem de zoo dikwerf verzochte bede
toestaan.
Door eene noodlottige verwisseling krijgt hertog Lodcxvijk
den brief aan Rucho in handen die in deze geheimzinnige
beloftewaarvan hij niets begrijpt niets minder dan eeue
trouwbreuk van zijne gemalin meent te ontdekken. De woes
teling begint met den brenger van den brief overhoop te ste
ken werpt zich te paard draaft dag en nacht door ziedend
van gloeijende gramschap en bereikt op den avond van den
18 Juiiij 1256 Donanwerth waar zijne vrouw zich met Kon
radijns moeder ophield en alles behalve een bezoek van haar
gemaal te wachten was.
Onuitsprekelijk is de vreugde der verrassing bij beide vrou
wen, vooral bij de engelachtige Mariain wier kuisch gemoed
geen verboden hartstogt toegang had. Zij snelt hem tegemoet,
maar woest en wild stoot hij haar terug met dit donderend
woord: «gij zijt eene echtbreekster! Sterven zult gij!» Aan
den grond geworteld van schrik, smeekt zij haren vergramden
echtgenoot die daar voor haar staat met al de woede van een
worgengel, om bewijs voor zulk eeno onverdiende aantijging;
ten minste om uitstelten einde van hare onschuld to doen
blijken. Te vergeefs zijn hare tranen; de hertog blijft even
verbitterd voor het sineeken van Elizabeth. Met de hel in
bet hart houdt hij de rol van Satan vol. Vrouwe Eilika van
Rrennberg doorsteekt hij met een mes omdat hij haar mede
bewust houdt van de schande zijner vrouw. Eene andere laat
iiij van den muur te pletteren storten en nu komt de beurt
aan zijne vrouw. Haar weegeklag de gloed der reinheid op
haar schoon gelaat, verhit zijne razernij; het bloed, dat zijne
iiand bezoedelt en dat door do zaal stroomt, maakt hem nog
woester en krankzinniger. Hij roept oen' zijner wachters. Hij
zal geregligheid oefenen. Maria knielt en haar hoofd
rolt voor zijne voeten.
Maar nog in denzelfden nacht werd zijn vonnis geslagen.
Onmiskenbare proeven van de onschuld zijner vrouw kreeg
hij in handen. Daar stond de wreedaard wel verheven boven
de wet der maatschappij maar gedoemd door zijn eigen ge
weten. De schuld greep hem aan in merg en been. Hij vloekte
zich-zelven en des moigciis was hij een schrik voor allen die
hem zagen want de bruine lokken van den zeven-en-twinlig
jarigen man waren in dien gruwelnacht geheel grijs geworden.
Zoo was de booswicht gcleekend als Kaïn en het klooster
Fnrstenfeld dat zijn berouw slichtte, nam het teeken der
misdaad niet weg van zijn hoofd.
HORACE VERNET.
Horace Pernet dus verhaalt de Constilutioniielontmoette
eens, ettelijke jaren geleden, den markies de Pastoret die
door eene jonge ongemeen sclioone dame verzcld was wier
gelaat en manieren den schilder zoo zeer bevielen dat hij
toen hij zeer onlangs den markies eens wederzag zich niet
onthouden kon naar de schoone dame welke deze destijds
bij zich gehad had, te vernemen. De markies deed alle moeite,
om zich te herinneren welke dame de schilder die haren,
naam niet wist, toch mogt bedoelen. Eindelijk nam Vernet
ongeduldig wordende een potlood en teekende in weinige
oogenblikken het portret der juffer welke hij zoo lang gele
den slechts eene enkele maal gezien had. De gelijkenis was
zoo treffend, dat de markies geheel verbaasd uitriep: »0,
nu weet ik, wie gij meent; nu valt het mij in; het is madame
de ik herken haar volkomen in uwe teekening dat is
geheel en al haar voorkomen, hare houding; dat is zij zelve!"
Slbttertctitijên.
lüf ©E MA NT 19 TE KOOP:
Eene nelle bewerkte PREEKSTOEL met KLANKBORD
afkomstig uit de Oude Hervormde Kerk aan den Helder;
te bevragen bij E. PEETERop de Laan aan den Helder.
PUBLIEK VEHZOCPIlTCr
van HUISRAAD en INBOEDEL etc. op Donderdag den
7 Mei e. k. 's morgens ten 10 ure, ten huizo van den
Boekvcrkooper Jb. THIE aan den Helder. Zegt het voort.
P. G O E Sin de Moriaan aan het
Nieuwediepmaakt bij deze bekend dat hij
zijne Winkel in TABAK, SNUIF, SIGAREN, KOF-
FIJ, THEE, KRUIDENIERS- en GRUTTERWAREN,
WIJN, LIQUER en STERKE DRANKEN, heeft ge
opend. Verzoeke UEds. Gunst en Reeommandatie.
nsc ~BFC3
"Kaslsjul
atiliLTiiaig
Een HUIS, staande op de beste stand van
het Nieuwediep voor alle affaires geschiktte
bevragen bij de Weduwe S. M. GROEN aan
den Helder.
tussghek
'ALKMAAR en HAARLEM.
Van af le Mei zijn de uren van vertrek bepaald als volgt
Van ALKMAAR naar HAARLEM
's morgens ten 11. ure en 's namiddags ten 5 ure, op do
tweede en laatste Spoortreinen naar 's Gravenhage en
Amsterdam.
Van HAARLEM naar ALKMAAR:
's morgens ten 9 ure en 's namiddags ten 6 urena de
Aankomst der eerste en vierde Spoortreinen van 's Gra
venhage en Amsterdam.
De Ondernemers
J. vak der UAAGEN Wed. J. J. QUINTERNE.
Uitgegeven bij C. SAKKElt Bz te NieuweDiep.
Gedrukt bij G. GILTJES te Helder.