(?5cmciigbc Bcvtgteu. raad adviseur Simon benevens do hoofd-ingenieur Beije- rinck. Do kosten te dragen door den staat, d, i. do goede burgerij; provisioneel ƒ2,000,000; later zooveel als den raad en der Kamers zal goeddunken vermoedelijk veel te veel. Arme droogmakersTe Spaardam liep een praatjedat er in geen jaren zooveel verknoeid vrasals bij occasie van de groote werken aan de Meer. BURGERLIJKEN STAND. Gehuwd J. Lust en M. Mosart. J. R. Prins en E. Broers. S. Smit en N. 1'. Dekker. J. Schuil en G. van der Woldt. Bevallen D. Nukoop geb. Houthakker, Z. A. C. van Veen geb. Stijgers D. M. Rieuwerts geh. de Graaf, Z. C. Krul geb. Bou wen D. T. Zeeuw geb. Visser D. Overleden J. de Rooij 2 j. C. G. Nienhuis 5 j. W. J. F. Tieman 11 m. II. Sapee 37 j. H. de Groot, 69 j. H. Buis, 32 J- - De berucble valsche sleutelmaker Knell is ta Rotterdam op heeter daad betraptbezig zijnde met een proef te ne men. De stad Wijk bij Duuistede staat eerlang met een hoog bezoek vereerd te worden. Het gerucht loopt in den Bosch dal er nu reeds valsche nieuwe rijksdaalders in omloop zouden zijn. De minister van justitie vraagt wat er zonder schavotstraffen van onze munt zoude geworden zijn Hé. Twee kuikens zijn uit één ei gekropen bij gebr. Ebbinge in Drenthe. Uitgegeven bij Roest te Mid delburg 't gebed des Heeren op 't zevende gedeelte van een stuivertje. In Gelderland wordt men door meikevers ge plaagd en in Vriesland door slakken. Te Rotterdam is een nieuw stadhuis met eene beeslenkooi van onderen reuzenzuilen in het midden en schietgaten met Amsterdam- sche burgemeesters-busten van boven zonder audientieka- mer zonder trouwkamer zonderGebr. Diederichs geven eene nieuwe geillustreerde druk van het onvolprezen werk de duizend en een nachtversierd met 2000 hout sneden. Te Cashel in Ierland zijn 200 arme menschen onder bet aanhooren van een sermoen over de matigheid als dronkebollen door de zoldering van het stedehuis gezakt. JFEiriJLJLETOW. DE KEIZERIN EN DE SOLDAAT. Doctor Lacouner een man van groot talent cn veel geest was de eenigedie bij de keizerin Josephine den post van geneesheer bekleedde weshalve hij ook maar zelden afwezend zijn kon. Op een avond echter, dat Josephine hem had laten roepen berigtte men haar dat doctor Lacouner naar Parijs gegaan was maar denkelijk spoedig van daar zon terug zijn. Twee uren later vraagt do keizerin op nieuw naar den doc tor men antwoord haar dat hij nog niet terug is. Eindelijk komt men haar zeggen dat de heer Lacouner op hare beTe- len wacht. Dadelijk moet hij verschijnen en het ontgaat den doctor bij zijn binnenkomen niet, dat zijne gebiedster ecnigzins ontevreden is. Reeds twee volle uren voel ik mij onwel en te vergeefs heb ik om u gezonden mijnheer," zijn hare eerste woorden. Wat ontbreekt u hier toch dat gij noodig achtnog andere visites te doen?" «Mevrouw," antwoordde de doctor met den hem eigen vrien- d el ij ken ernst, ik ken het hart uwer Majesteit genoeg, om verzekerd te zijn, dat gij mij vergeTen zoudt als gij wist wat mij heeft opgehouden." Maar zeg loch mijnheer, was die gewiglige zaak dan zoo dringend, dat zij u niet eens tijd liet, om eerst bij mij te vernemen of ik u ook noedig had »lk was naar Parijs gegaan om eenige dingen mijn vak betreffende te bezorgen, gelijk ik dat van tijd tot tijd doe. Ik had mij voorgenomen terstond terug te keeren en was wer kelijk ook reeds te zeven uur in de straat Richelieu om in mijne kabriolet te stappen toen eene hartverscheurende ver- toonrng mijne aandacht trok. Digt bij het Théatre Francais lagen drie arme kinderen die hunne naaktheid naauwelijks met ellendige lompen bedekken konden op den grond. Hel oudste, van omtrent tien jaren, zat tegen den muur aangelcuud en hield een ander klein schaap van pas twee jaren in zijne armen terwijl het schreide en aan eene harde broodkorst knaagde. Daarnaast lag de derde een weinig ouder lijdend uitgestrekt. De kinderen bedelden nietmaar op een papier dat op den grond lag en waarop een klein eindje kaars ceuig licht wierp, stonden de eenvoudige woorden. «Wij hebben geen vader en geen moeder meer." Maar" brak de doc tor eensklap af; «uwe Majesteit is ouwel; ik kau miju verhaal tot een gelegener tijd uitstellen.'' Neen doctor, neen, ga voort.ik verzoek het n." Met genoegen!" hernam doctor Lacouner en Tervolgde: »Ik tast in mijn zak en ontdek dat ik al mijn geld heb uit gegeven. Terwijl ik OTerleg hoe mij 't spoedigst iets te ver schaffen; komt juist een soldaat voorbij en blijft staan. Rij 'tflaauwe schijnsel dat de treurige verlichting der arme wee zen verbreidde zie ik tranen blinken in de oogen van den krachtigen man. Hij nam do groep daar voor zijue voeten een poos lang zwijgend op; vervolgens haalde hij een vijffrankstuk uit den zak. Zeker was dit alles wat die bevatte want hij trok bet nit zonder te zoeken." «Daar," zeide hij tot het oudste kind, «koop wat te eten voor u en uwe broertjes en ga dan met hen naar huis." Thans trad ik nader. «Kameraad," zeide ik en vatte zijue hand, »ik zie met genoegen, dat uw beroep uw hart niet ver staald heeft, en 'tzal mij zeer aangenaam wezen, kennis met u te maken." »En ik," antwoordde hij mij den rug toekeerende ben op die kennismaking volstrekt niet gesteld «Kameraad, gij zijt zoo meuschlievend maar beleefd zijt gij niet." »Dat ben ik, als 't mij goeddunkt. Wie mij Tinden wil. die zoekt mij Pierre Capulet korporaal bij hel eerste garde regement." «Met een trotschen en wantrouwigen blik ging de soldaat zijns weegs. Ik begreep, hoe de man spijt gevoelde dat ik getuige van zijue ontroering geweest was en dat hij mijne lofspraak misschien voor spotternij had gehouden. Ik was ver drietig en om ook iets voor de arme weezen te doen geleidde ik hen naar hunne woning in de rne du- Chantre in welk akelig verblijf ik niets vond dan een leger van stroo. Daarop haastte ik mij wedèr naar mijn kabriolet en reed bij een be kende aan om mij het noodzakelijke ter voorziening in de dringendste behoefte te verschaffen. Dat bragt ik aan de kin deren en nu mevrouw heb ik u stipte rekenschap van het gebruik van miju tijd gegeven Voortaan zal ik mij niet zonder uwe uitdrukkelijke toestemming van het paleis verwijderen." Josephine was door dit verhaal zoo getroffen dat zij de onpasselijkheid waarom zij haren lijfarts had laten roepen geheel vergat. «Doctor," zeide zij, «dit mag niet zonder gevolgen blijven Wij mogen niet dulden dat de ongelukkige kinderen in hun kot blijven; ook mag de brave soldaat niet in de verbeelding worden gelaten, dat gij u met hem hebt willen vrolijk maken. Ik zal order geven, dat de weezen behoorlijk worden opgevoed. Dien soldaat moet gij morgen opzoeken en bij mij brengen. Eu nu, doctor, dank! Ik voel mij volmaakt wel. Misschien is die afleiding goed voor mij geweest." Den volgenden morgen liet doctor Lacouner zich al zeer vroeg naar de militaire school brengen en verlangde den kor poraal Capulet te spreken. «Goed, goed, ik begrijp wel, wat dat te beduiden heeft,» zeide de laatste, zoodra hij den doctor in het oog kreeg, dien

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 3