D. Yredenbregt en H. Rienderholf. J. Mehrfeld en V. Iferlicb.
Bevallen K. JI. van Gelder geb. MonniekendamD. T. Boonacker
geb. van Straten, Z. N. J. Teen geb. Kooger, Z. JI. B. Zits geb.
bosch D. A. Schold geb. JongbackerZ. P. de Riens D.
O. G. JReiring, D.
Overleden W. Broekkamp 24 j. D. J. Hoekstra ouderdom onbe
kend. D. van der Star, 63 j. T. G. Powell 17 j. J. Jaring,
41 J-
UITTREKSEL UIT DE
SSHSSPSTIJDIlTeSlT.
Nieuwediep 18 Mei binnengek. de JongJupiter enDerks Isis
beide v. Batavia Rolman Corneles Houtman v. patjitan SchutCor-
nelia Henriettc v. Banjoewangie van der Bley Suainame y. Suriname
Krowel Newwori v. Welmiogton Vos v. Triest, Neville (st.) Gal-
lowayAppleton Buma Nieuwlaud en Isbester alle 6 v. Londen
Ouwehand v. HuilMombray v. Sunderland en Gray v. Mewcastle en
uitgezeild Canham n. Londen en Nhiis naar Drammende wind z. z. w.
harde wind.
19 Meibinnengek. Eilcrs Javaan en Coaker Dickey Sam beide
v. Batavia Rocquette Koning Willem II v. Banjoewangie Pullen
Herald v. Boltimore Engelsch oorlogsstoomschip Blazer, luit. Wingrove
uit de Noordzee Blulder v. Leverpool Visser y. HuilTeunis y. Ve-
netien Doewes v. St. Ubes en Mellema v. CardiiF, niets uitgezeild, de
wind w. z. w.
20 Blei, binnengek. Lange, Nicolaas Witzen v. Suriname, Steeneken
v. Livorno Puister v. Lisbon Schenk y. St. Ubes om orderCroese en
Smith beide y. LondenClark v. Sunderland Wiers y. Stege n. Rot
terdam met schade aan het tuig en de zeilen en uitgezeild Nivel (st.)
en Tepperaa beide n. Londen de wind z. w.
21 Blei binnengek. HaasnootAlida v. HavanaHuun v. Smirna en
Samos en uitgezeild Draijer en Potjes beide n. Bordeaux Kaspersma
n. Londen, Bakker n. Dundee Radelof en Smith, beid» n. Archangel
Schenk v. St. Ubes n. Petersburg"Wingrove, Engelsch oorlogsstoomschip
Blazernaar de Noordzee en Zwart n. Ablasserdam de wind z. w. tot
Z. Z. O.
(Bcmciïö&c Jacvigtcw.
Bij eene herstelling aan het grafgewelf in de oude abdij
van Monreal bij Palermo is geblekendat de roode baard
van Willem den kwaden nog in den hesten toestand was.
Sicilië is eindelijk yerkwikt door overvloedige regenbuijen.
Te Rotterdam vermenigvuldigen de diefstallen met valsche
slentels. Baron Rotschild van Napelskomende van Am
sterdam heeft Utrecht bezocht. Naar den procureur-ge
neraal van Zuid-Holland zijn achttien personen verwezen
die zich zouden schuldig gemaakt hebben aan de ongere
geldheden zoo wel te 's Hage als te Delft. Vriendelijke
raad aan zorgdragende moedersbakers en minnen is voor
25 cents te verkrijgen bij M. Gaasbeek te Groningen. Den
18 dezer zijn aldaar 180 arbeiders begonnen met de afbraak
der akademische gebouwen. Op het buitenhof in de re
sidentie is een zakkenroller aangehouden. Te Amsterdam
hebben verscheiden predikanten zich tot de matigheid be
keerd. Onlangs sprak Bleijsje over de haringPierrot
over de ossen en Mensje over de kraamvrouwen enz.
De maatschappij van menschelijkheid te Edimburg heeft aan
den hond Besstoebehoorende aan den heer Lawrence te
Granlou een zilveren halsband geschonken, voor het redden
van eene vrouw. Gebr. Beentjes hebben voor het hof
van Drenthe teregt gestaan wegens diefstaleen der Beentjes
is naar geeselpaal en brandijzer verwezen. -Arabische
luchtsprongen trekken aller aandacht in de residentie.
Overleden te Bazel een man met con aartsvaderlijke nako
melingschap. Te Manchester leeft zekere Johanna Austin
die 110 jaren oud is en het genot heeft van alle hare zinnen.
EEFILLETOJ.
DE IJZEREN DOODKIST.
{Vervolg en Slot van JVo. 20.)
Ter neder gedrukt door deze beangstigende gedachten zat hij
steeds in sombere gepeinzen verzonken. Zijne ziel was ten
prooi aan de vreesselijkste bekommeringen. Rij sprong op en
riep buiten zicli-zelren Ja ja zoo is liet!" Zijne oogen
drongen bijna uit hunne holen en eene koude rilling door
sidderde hem. Ja! het moet zoo zijn ik zie hot ik ge
voel de vreesselijke waarheid als de lauden van eene zaag in
mijne hersenen! Eeuwige God! red mij ik bediieg mij
niet de zolder zal nederzakkeu de wanden zullen mij vat
ten, en mij langzaam in hunne ijzeren omarming vermorzelen.
Heer God heb medelijden met mij dood mij spoedig Dui
vels duivels van menschen is dat uwe wraak
Hij zonk in eenen vreesselijken toestand op den grond neder.
Heete tranen stroomden uil zijne oogen en het zweet stond
hem in groote druppels op het voorhoofd--hij zuchtte luid -
rukte zich de liaren uit hat hoofd kroop als een' b«zeteue
op den grond rond, on wilde in dcu vloer bijlen. Yrcessciijke
yerwenschingen tegen Tolsi angstvolle gebsden naar den
Hemel om eenen spoedigen dood eindigden (laarmede dat hij
bedaarder werd en op het laatst als een kind weende. Nog
had hij niets gegeten, nog had geen' druppel water de aan
het gehemelte klevend» tong gelaafd zes-eu-derlig uren had
hot strakke oog zich niet gesloten. Nu overwon de behoefte
zijn afgemat ligekaam, hij dronk de geheele kruik met graagte
ledig, verslond de spijzen, en. sleepte zich naar zijn leger,
om weder over zijnen troosteloozeu toestand in gepeinzen te
verzinken.
Hij sliep in maar zijn slaap was niet gerust. Zoo lang hij
kou weerstond hij hem en toen de natuur eindelijk hare
schatting eischte riep«u zijne droomen hem de vreesselijke
misdaad voor den geest, die aan hem uitgevoerd zoude wordea.
Hij ademde zwaar en diep rees dikwijls verschrikt in den
slaap op, en strekte dan zijne handen krampachtig uit, of hij
nog ruimte genoeg had om te leven mompelde eenige on
weerstaanbare woorden en zonk dan weder als levenloos op
zijn leger terug.
Daar brak de morgen van den vierden dag aan maar het
werd hoog middagalvorens T'icenzio uit de bedwelmcudo
slaperigheid in welke hij gelegen had tot het volle bewust
zijn van zijnen toestand kwam. Wie echter beschrijft de uit
drukking met welke zijn verwarde blik zich op de vensters
vestigde daar waren er nog slechts drie. Drie! meer kon
hij niet zien. Het getal was immers gelijk aan zij ue nog overige
levensdagen. Bedaard en met overleg onderzocht hij nog een
maal do zijwanden en het gewelf. Dat zijne gevangenis klei
ner, veel kleiner was geworden, was nu zoo duidelijk zigtbaar,
dat het bclagchelijk zoude geweest, zijn, aan een zinbedrog te
gelooven. Maar hoe kon dit geschieden Met welke wonder
bare kunst moest de gevangenis gebouwd zijn dat zij zich
zoo zonder gedruisch zoo bijna zonder beweging, verkleinde?
De eenige gedachte dat namelijk Tolsi hem doodsangsten liet
uitstaan, om hem in den laatsten oogenblik te bevrijden hield
hem nog staande.
»Den dood vrees ik niet!" riep hij uit. «Maar deze dood,
op welke ik mij voorbereiden moet laat hij mij verpletteren
hoe vreesselijk liet ook is maar aanstends nu op
het oogenblik - Waar zal ik echter krachten vinden om
gedurende de drie eeuwig lange dagen liet onvermijdelijk lot
mij langzaam te zien naderen. Geene hulp Gccuc redding
Ik word krankzinnig, als ik aan hel naderen der muren denk
0 konde ik de drie dagen doorslapen."
De kruik was weder gevuld er stonden andere spijzen
hij bemerkte het niet maar onwrikbaar was zijn voorne
men dezen nacht te waken en als hij de zachte bijna on-