PUBLIEKE BESTEDING VAN HAVENWERKEN tilig of rereeuigiug in staat i» liem die te verleenen. De Commissie vindt ziek niet bij magte om door cijfers of berekeningen op te geven wat en hoeveel men zal kunnen ■verwerken of verrigten omdat dit geheel en al afhangt van de meerdere of mindere geldelijke bijdragen en zulks ook behoort tot de attributen van de Directie welke door de deel nemers op eene eerstdaags te houden vergadering zal worden benoemd. Kn alsnn overgaande tot de uitvoerbaarheid zal zij kort kunnen zijn omdat deze reeds gedeeltelijk is uileen gezet bij bet boven aangehaalde betrekkelijk hel middel, en daarenbo ven ten eenemale afhangt van medewerking door geldelijke bijdragen want deze alleen kunnen de inrigtiug tot stand brengen en in stand bonden overtuiging en goeden wil van hen die geven kunnen, zijn de hoofdvereischten tot wclgeluk- ken en deze roept de Commissie met bescheidenheid maar ook met allen aandrang en ernst in; tegen onwil en onverzettelijke stijfhoofdigheid rigt zij hare woorden niet het zouden slechts ijdele en verlorene klanken in de woestijn zijn, op de welwil- lenden en weldenkendeit blijft zij echter inet vertrouwen hare hoop vestigen, en vleit zich dit niet te vergeefs zal zijn, omdat het hier geldt de armen de hulpbehoevenden. Veele en uiteenloopende meeningen en wijzen van zien heeft de Com missie reeds nu en dan bestreden, waaryan zij het niet ongepast oordeelt, er eenigen alhier te doen volgen. VooreerstDat men reeds genoeg gaf voor de armen en niet meer geven konde de aanmerking daartegen dat men geen verhoogde giften verlangde of vorderde maar doelmatigeren een bijdrage aan de werk inrigting ia plaats van bedelcenten aan de deuren vond niet altijd de gewenschte ingang of uitwerking. "Wij vragen lietTOedt men niet veelal door bedelcenten aan de deu ren luije°en onzedelijke armoede, en zoude het niet doelmatiger zijn, wanneer ook de spijsketel in die gevallen wanneer zij noodig wordt geacht als bij strenge winters of andere omstandigheden van de werk- i'nri"tin<» uitging deze toch zal uit den aard der zrak het best de luije van de vlijtige armen weten te onderscheiden. "VYij laten het aan aller oordeel en beslissing over doch vermeenen hier te moffen bijvoegen, dat toch eene bijdrage van 20 Cents per week voor het eerste jaar, en van 10 Cents per week voor de volgende jaren, voor zeer velen onzer ingezetenen niet als te bezwarend kan worden ge acht en dat wanneer een ieder met de hand op het geweten aan de werkinrigting geelt wat hij jaarlijks aan bedelcenten wegschenkt zon der daarop te willen bezuinigen of daarvan terughoudenen zij die zulke giften niet doen geven wat redelijker wijze ia hun vermogen is naar het oordeel der Commissie eene allezints geschikte en doeltreffende ja eene aan vele plaatsen overtreffende werkinrigting alhier tot stand kan worden gebrngt. Ten tweeden Dat men het er voor hield dat de zaak met tot stand konde komen op deze plaats omdat men geen werk zoude kunnen vin den enz. Met bescheidenheid vragen wij, is dit een afdoend argument.' is dit geen vooroordeel? is men daarmede verantwoord? naar onze overtuiging, neen Wie mag zich aanmatigen een onvoorwaardelijk ongunstig oor deel te vellen over eene zaak die ter plaatse nimmer ondernomen of althans tot stand is gebragten wier gelukken geheel afhangt vaameer dere r.f mindere deelneming? Wie durft de resultaten op andere plaatsen verkregen met een meest altijd gering begin wedersproken Wie kan ziel, in'deze zijne ergerlijke betweterij zedelijk verantwoord achten, wan neer hij zich outtrekt aan eene edele poging tot welzijn der armen Onttrekking Tan hem die medewerken kan is tegenwerking van het goede waarvoor hij der maatschappij verantwoordelijk is. Ten derden: Dat al kwam ook de werkinrigting tot stand, men toch de bedelarij aan de huizen niet zoude kunnen weren, wanneer zulks niet van de Politie of van het Gemeente-Bestuur uitging. Oppervlakkig beschouwd moge dit beweren niet van grond onthloo'. schijnen hij bedaard en ernsiig nadenken moet hetzelve ten eenentnale vervallen uit aanmerking dat de strengste maatregelen tot wering van dat kwaad schipbreuk moeten lijden bij gebrek aan medewerking van de zijde van hen die geven; immers de wering der bedelarij ligt in ons zelve; hoe zal de Tolicie beletten te geven hij gesleten deur, wanneer zij al het regt heeft dit bij geopende deur te doen? Mtn geve niet, en de bedelarij zal ophouden te bestaan; om echter tot dat besluit te gera ken behoort de zedelijke overtuiging dat men niet aan de deur behoeft te geven, omdat men op andere wijze doelmatig medewerkt, in de voor ziening der behoefte van de armen en deze zedelijke overtuiging zal men hebben verkregen door daadwerkelijk deel te nemen aaD de werk inrigting, want daardoor toch ontlast men de armenkassen Tan de bedee ling aan hen die werken kunnen is daarvan het gevolg dat diezelfde kassen, ruimer en doelmatig de gebrekkigen en ongeschikten tot arbeid kunnen bedeelen en zal men ook daardoor eindelijk de bedelaars van elders weren. De Commissie vertrouwende door het bovenstaande alles te hebben medegedeeld wat tot opheldering en inlichting van de instelling eener werkinrigting ter dezer plaatse kan dienen maakt hij deze kenbaar dat door de welwillende toetreding van een 50tal personen op den 15 Mei jl. die inrigting zich reeds aanvankelijk heeft gevestigd met het be paalde voornemen om met de middelen onder haar bereik dezelve zoo veel mogelijk door te zetten. Zij noodigt hij deze alle weldenkende en welwillende ingezetenen uit, om door toetreding en deelneming, deze zoo hoogst wenscheiijke en nuttige instelling te helpen bevorderenter wijl zij hoopt dat de inblazingen van die eigenwijzen die alles afkeuren wat van hen niet uitgaat geen ingang zullen vindendat geene onte vredenheid of tegenzin wegens het niet slagen van vroegere comraissié'n tot soortgelijke einden ingesteld de deelneming moge verhinderen of tegenwerkenen men zich door het kleine of geringe begin niet zal laten ontmoedigen. Zij verzoekt dierhalren een ieder die genegen mogt zijn tot deelne ming, zich Jaartoe te willen aanmelden bij een der Leden van de Com missie, bestaande uit de Ifeeren: J. L. CRAP HELLINGMAN J. ZUS SEN, S. LASTDRAGER, B. YERHEIJ eu J. BAKKER, met herinne ring dat de geldelijke bijdragen verbonden aan het Lidmaatschap der inrigting zijn bepaald op een inleggeld voor eens van ƒ5.eu eene jaarlijksche contributie van ƒ5.of naar verkiezing tot een hooger be drag te voldoen in twee gelijke termijnen in de maanden Julij en Januarij; terwijl zij tevens kennis geeft, dat de eerste algemeens ver gadering zal plaats hebben op den "12 dezer maand, 's avonds ten 8 ure, in het lokaal Tivoliin dewelke zal worden overgegaan tot de vaststel- ling van een Reglement voor de inrigting en het kiezen eener Directie wordende tot de bijwoning daarvan alle Leden of Deelnemers dringend uitgenoodigd. 11 e l d a Jtamens de Commissie voornoemd 2 Junij 1846. «5. SL. CMF IIËLLPGIHM. Qi b u c t c tic u. Yoor da vele blijken van ware belangstelling gedurende mijne zickle ondervonden betuig ik langs dezen weg een iegelijk mijnen hartelijken dank. A. BOOISIi. Er wordt gevraagd een VLUGGE JONGEN eenigzints met de Billard bekend, om dadelijk, in dienst te treden. Adres bij den Uilgever dezer Courant. ©F MET EILAS» TEJKESi. Direcleuron der Haven beoosten het Oude Schild op Texel, zullen op Dingsdag den 9 Junij 1846, des nade- middags ten vier ure op de Haven aldaarbij opbod en afslag publiek doen aanbesteden Het UITDIEPEN der HAVENbenovens het aan leggen der verdere WIERRIEM met bet onderhoud lot op den 31 Augustus 1800 negen-en-veertig. Alles breeder omschreven in de daarvan opgemaakte Be stekken wclko ter lezing liggen aan het Nieuwediep in de Logementen den Burg en in het Heeren-Logcmentop Texelin de 7 Provinciën en de Rijzende Zon. Terwijl nadere informalien te bekomen zijn bij den Se- crelarir der Haven J. ZUNDERDORPten wiens Kantore de verschenen INTREST COUPONS betaalbaar zijn. Uigegeven bij C. BAKKER Bz te NieuwcDiep Gedrukt bij G. GILTJES te ÏLtldttj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 4