BU1TENLANDSCHE BERIGTEN, T U R K IJ E. K.OJÏSTANTINOPEL20 Mei. Op goeden vrijdag Tan dit jaar isvolgens tijdingen uit Smyrnain de kerk van het H. graf te Jeruzalem een formeel gevecht tusschen de roomsch-katholijke en grieksche geestelijken voorgevallen. Laatstgenoemden hadden een tapijt uitgespreid op eene plaats van den vloer der kerk waarop zij zoo het schijntgeen regt hadden en verzetteden zich feitelijk tegen de pogingen dor katholijke geestelijkheid om het van daar te verwijderen. Ten gevolge daarvan werd men handgemeen do kerkluchters en processie-vaandels dienden voor wapenen eenige perso nen moeten daarbij doodelijk gewondanderen in het gedrang Bestolen zijn tot dat de orde door don toesnellenden pacha van Jeruzalem hersteld werd. De woorden der schrift: »Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd worden" enz. schijnt men in Jeruzalem geheel vergeten te zijn. Do Turken zijn het daar gewoon, met stok en sabel vrede te moeten maken tusschen de christelijke monniken. ITALIË. Uit Florence dd. 25 Mei meldt men Er heerscht eene doffe gisting in de roomscho staten vooral in de legatiën. Deze gisting wordt door eene menigte brochures onderhou den in weerwil der voorbehoed-maatregelen door de room- sche overheid tot derzelver weringgenomen." DITITSCHLAND. FRANKFORT 3 Junij. In Westfalen klaagt men over do landplaag aldaar, den veendamp. In 1823. meldt de IFezer- Zeitung rekende do medicinaalraad Fincke dat men jaarlijks omtrent 23,000 morgen tot het zaaijen van boekweit in de veencn aanstakmaar het is sedert op de Oost-FriescheHollandsche grenzen en in het Hertogdom Arcmberg-Meppen zoo toegenomendat men niet alleen boekweitmaar ook andere zomer- en zelfs wintervruchleu daarop bouwtzoodat men thans wel op 60,000 morgen rekenen mag, die jaarlijks afgebrand worden. Do schadelijke invloed dien deze rook voor de vegetatie heeftis niet te ontkennen terwijl lucht en warmte de eerste voorwaarden tot het gedijen van elke plant zijn. Er is dus niets meei te wonschen, dan dat de Hollansche, Pruissische, Hannoversche en Oldenburgsche regeringen eindelijk eens middelen aan wenden om di. afbranden der veencn te regelen. De ver breiding van dezen rook is grooterdan men meentin "VVestfalen kan die zoo sterk zijn dat men naauwelijks meer in staat is de zon te zien en daar hij wegens zijne digtheid zelden eene hoogte van 1000 tot 1500 voeten te boven gaatkan zij onder gunstige omstandigheden tot naar Ber lijn Bazel en Parijs trekken op welken weg hij zich dan als ligte blaauwe damp om de hoogten legert en aanleiding geworden is tot de menigvuldige twisten die onder de ge leerden zijn opgerezen. Hier in Westfalen behoeft men slechts zijnen neus mede te brengen om zich te overtuigen dat het veendamp isde kwaal van onze lente. Met den tweeden Pinksterdagtoen de wind oostelijk ge worden iskwam de beurt van klagen aan ons. Do veen damp hulde den avond van dien vierdag in zijn' viezen en ongezonden walm en bedierf het genot van duizenden en sedert gaat hij onafgebroken voort met onze schoono om streken in eenen bokkinghang te herscheppen. Men berigt uit Dortmund den 18 Mei: De voorzitter der Duitsch-katholijke gemeente alhier heeft een' brief van J. Rouge ontvangenwaarin deze meldtIk kom naar Westfalen en moet komen want Westfalen is eene der ge- wigtigste provinciën voor de Reformatie. Het ultramontanis- mus verheft aldaar zoo vermetel het hoofden strekt zoo zeer tot schande aan de geestbeschaving der negentiende eeuwdat ieder Duitscher van toorn moet gloeijen over den hoon ons aangedaan. Wij moeten het met vereenigde krach ten bestrijden, daar het een gedeelte van den edelen West- faalschen volksstam aan boeijen gelogd heeft." F R A N K R IJ K. PARIJS7 Junij. Eene telegrafischo depecho van den heer Rossionzen ambassadeur te Rome berigt het plot seling afsterven van paus Greyorius XFIden 1 dezer des morgens tusschen 9 en 10 uro hij ii overleden in het 81ste jaar zijn levens en het 16de zijner regering. Volgens den gewonen regel, moeten de kardinalen tiert dagen na het overlijden van den pausin conclave byeen- komen om tot het verkiezen van eenen opvolger over te gaan. De mis van den Heiligen Geestdie het conclave voorafgaat, zal derhalve den 11 Junij in de kerk der priesters van de missie op den berg Quirinalwoeden gevierd. Greyorius XF1, voor zijne verheffing Mauro Cappellari genaamd, was den 18 September 1765 te Belluno (in den staat van Venetië) geboren. Reeds in zijne vroege jeugd wierp hij zich in het instituut der benedictijner monniken van de Gamaldulenzer congrega tie waar hij zich al spoedig grooten roem verwierf door zijne kunde in de kerkelijke zaken en ervarenheid in de oudere en nieuwere oostersche talenna eenig tijdsverloop werd hij tot procureur-generaal zijner orde en abt van het klooster van den heiligen Greyorius te Rome benoemd. Pius FII benoemde hem tot consultator van onderschei den congregatiën alsonder anderen van de propaganda en van de buitengewone kerkelijke aangelegenheden. Leo XII droeg hem den last op om het onderwijs in den romeinschen staat te organiseren. Dezelfde paus stelde hem den 21 Maart 1825 in petto en verklaarde hem den 13 Maart 1826 tot kardinaal. Hij was prefect van de propaganda. Bij den dood van Leo XII had zijne verkiezing zwaar tegen den oostenrijk- schen invloed te kampen. Bij het conclave van 1831 na 36 stemmen bekomen te hebben tegen den kardinaal Pacca, den kandidaat van de oostenrijksche partij, die er 19 telde, vereenigde hij ten slotte de vercischte meerderheid op zich en beklom hij den pausselijken stoel onder den naam van Gregorius XFI. Het conclavein hetwelk hij verkozen werd was ge opend geworden den 14 December 1830, en den 2 Februarij 1831 werd de verkiezing volbragt. De laatslvorige paus van den naam van Gregorius was in 1623 gestorven. Hel heilige collegie telt op dit oogenblik 57 leden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 2