IETS UIT DEN NIEUWEN TIJD, Verhalen eo Vertellingen De Orgeltrapper van Eilersrode. tippen als twee vleugels rondfladderen. Trinquelot is taal meester, of zoo als men het te Parijs noemt professor in talen en eert zijne haudtering veel meer dan zijne vrouw. Men zal het zien aan de bijzondere keus van uitdrukkingen ten opzigte van de eene en de andere. Mijnheer de Presidentzeide hij eenen deftigen stand ne mende zoo madame Trinquelot er maar een beetje erg in had van welk belang de naaui is dien ik haar medegedeeld heb zij zoude zich wel gewacht hebben vo#r het schandaal van hare varvolgiug. Be groole Napoleon wiens denkbeelden dikwijls met de mijne overeen zijn gekomen zeide dat men zijn vuil linnen binnen 'shuis moest wasscben. Mijne vrouw had zich dit woord hetwelk ik haar dikwijls geciteerd heb beliooren te herinneren. -"Waarom hebt gij uw vrouw geslagen? vroeg de President. Ik zal mij wachten om liet te zeggen antwoordde Trin quelot met n»g meer majesteit. Ik heb te veel eerbied voor mijn heilig karakter als man als echtgenoot en als taalpro fessor. Een ander doorluchtig keizerdien men in sommige opzigten bij den grooten Napoleon kan vergelijken, en met wien mijne denkbeelden ook dikwijls overeenstemden heeft ergens gezegd De vrouw van Cesar moet zelfs niet verdacht worden. Dat zijn inlichtingen, die niets verontschuldigen. Gij hebt uw» vrouw slagen in het aangezigt gegeven die eene bloed storting veroorzaakten. Dat is eene rhetorische figuur, mijnheer de President, die wij grootspraak of overdrijving noemen. De daadzaak is dat de nagel van mijnen wijsvinger zich in aanraking bevindende met de opperhuid der wang van madame Trinqueloteen roodachtig droppeltje verschenen is... zoo dat eene bloedstor ting is heb ik geen zwemel kennis meer tan de taal van Rossuet eene der zes die ik onderwijs. Wij zullen do getuigen liooren. Dit is het tweede bedrijf van het blijspel. Een mannetje nadert voor de balie uitgedroogd geel ze nuwachtig klappertandende en bevende van top tot teen. Hij heeft sleehts een antwoord en een refrein Ik zou wel willen heengaan Gij hebt den heer Trinquelot zijne vrouw zien slaan? Zeg de waarheid. -Ik heb niets gezien mijnheer de President, en ik zou ivel willen heengaan. Bedaar, neem een oogenblik rust om u te herstellen. Ik heb eene huiveiing van het achterhoofd tot de groote teen. Ik kan het niet helpen. Mijne moeder, wier eeuige vrucht ik ben heeft mij eeuig en alleen haar zenuwachtig en ligt-indrukkelijk temperament gegeven... De heerlijke toestel der geregtighcid de warmte ik voel dat ik mij stil weg moet pakken... Ik zou wel willen heengaan. In plaats daarvan geeft men hem een' stoel en hij vervolgt zich er op latende vallen Verwaardig u mijne verontschuldigingen aan te nemen, want ik vrees voor alles!... De kinderachtigste springbus geeft mij namelooze sidderingen. De revolutie is daarvan de schuld. Dat komt doordien ik dat verschrikkelijk tijdvak heb door leefd. Ik was negenentwintig maanden toen met de bloedige Septemberdagen. Houd op mot die uitweidingen en antwoord... Onmogelijk mijnheer, onmogelijk, ik gevoel dat ik onder mij weg zink. Sla toe dat ik u mijne afscheids-eerbewijziugen maak. Hebt gij den beschuldigde zijne vrouw zien slaan ja of neen. 0! wat schiet het mij daar door het lijf, zoo op het oogen blik Gemoedsbewegingen hebben altijd die uitwerking op mij Mijnheer de President, gij moogt zeggen wat gij wilt, maar ik moei absoluut heengaan. En het mannetje vlugt inderdaad weg, houdende zijn' buik tusschcii de twee handen en het gelaat eren scharlaken rood als hel bleek was toen hij binnen kwam. Ongelukkig was er bij gebrek van getuigen een certificaat van den doctor en Trinquelot werd veroordeeld lot tweehon derd francs boete en iu de kosten in weerwil van zijn eer bied voor zijn persoon en zyn staat. VOGELNESTJES OP DEN TAEEL VAN ERIERRICH WILHELM III. De tafel des konitigs was zoo verhaalt bisschop Eijlert wanneer hoffeesten daarop geene uilzondering maakten even als die van een bijzonder persoon eenvoudig zonder weelde en overdaad. Desniettemin kwam er wel een iets buitenge woons ou kostbaars op tafel; docb daarover werd bij hel ge bruik nimmer gesproken dewijl de liooge gastheer zelf daar aan geeue waarde hechtte. Des te onverwachter kwam mij daarom eens de vraag voor, die hij lot mij rigttehoe smaakt u die soep?" Ik kou slechts antwoorden: «gelijk altijd, wan neer ik de eer heb hier te zijn, zeer goed." Proeft gij daar dau niets bijzonders aan?" «Neen!" «Waarvoor eet gij dan dat weefsel van draden, die er in zijn?'" En eenvou dig vertrouwelijk antwoordde ik voor vermiccllen docli voegde er nog ijlings bij: «voor zeer fijue vermicellenbard op ïagchcnde zeide do koning: «charmant! vermiccllen! Gij moet het weten: liet zijn Oostindische vogelnestjes, die mijne zuster de koningin der Nederlanden mij ten geschenke ge zonden heeft. Zulk een nestje moet een ducaat kosten. El lendig voor zulk een ding zoo veel geld te geven Maar de mcnschen hebben rupsen en vogelnesten iu liet hoofd. Gij hebt gelijk: met vermicellen doet men het ook. De armen hebben dit nog niet eens. 01 b c r t c n H c ii. Getrouwd J. A. E. vak^MEERBEECK. Jr. van den Helderen MARIA vak MEÜRS. Heemstede25 Oct. 1846. UIT DE HAND TE KOOS»: Een sedert weinige jaren nieuw gebouwd HUIS, ingerigt voor eene Tapperij slaande en gelegen nabij de Overhaal aan het Nieuwe- diepgemerkt No. 70, kadastrale sectie G, No. 817 groot 1 Roe en 62 Elte bevragen bg den Notaris BEETS aan het Nieuwediep. Bij L. SCHIERBEEK.te Leeuwardenis van de pers gekomen en alom verzonden Naar het Hoogduitsch van GEORG SCHIRGERdoor S. A.met Vignet2.40. vanLOUISE OTTO, naar het Iloogduilschdoor S. A. 2.00. Beide deze werken verdienen aanbevelingals aangename en nullige lekluur in oogenblikken van uitspanning. Uil gegeven bij C. BAKKER Bz te JSicuweDiep Gedrukt bij G. GILTJES te Jhldcr

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 4