4e ramen. En het was tnsschcu beiden of het oude slot öp deszei I's grondslagen waggelde. Een vreesselijke nacht!" zeide de bouwmeester terwijl hij zijn lamplicht uitbluschte; en zich op zijne legerstede neder- "wicrp. Des anderen morgens verscheen hij bleek en uitgeput aan bet outbijt; als na een' slapeloozen nacht. Maar toen gastheer en gastvrouw vroegen of liein iets deerde gaf hij een ont kennend antwooid. Dat dit antwoord slechts door de welwil lendheid werd ingegeven, was duidelijk te bespeuren. Maar toen de gastheer en zijne vrouw bemerkten, dat hunne be langstelling aan den geachten gast lastig werd hielden zij ook op met vragen. En bij het nazien der veranderingen en ver beteringen die hier en daar in het kasteel zonden gemaakt worden was het minder gezellig ochtendverkeer weldra door alleu geheel vergeten; ook door den bouwmeester, die thans zelfs meer dan anders luchtig en vrolijk schoen. Plieuwe bezigheden, liet ruwe weder, maar vooral de har telijke aandrang der familie deden dezen zijne terugreis naar Londen nog een dag verschuiven; maar toen hij den volgenden morgen uit zijn siaapvertrek te voorschijn kwam, wekten zijne bleeke gelaatskleur en holle oogen in die mate de aandacht Tan allen dat de landedelman zijnen gast, na het ontbijt, in zijn boekvertrek riep en hem ernstig afvroeg wat hem toch deren mogt. Deze verhaalde nu ook onbewimpeld zijn wedervaren. Naauwelijks zeide hij had ik mij 's avonds te bed be geven of ik voelde mij als door honderd armen daaruit opge tild en omhoog geheven. Nu eens was ik boven dan weder lag ik ouder liet bed. Nu eens was ik bij de deur, dan weer bij de vensters, of midden in den groo;en schoorsteen. Ik had bij het te rusten gaan, liet lamplicht zorgvuldig uitgebluscht en toch was alles helder. Ik kon ieder voorwerp in de kamer duidelijk onderscheiden; en zag allerlei fantastische gedaanten te wild te afschuwelijk om ze te beschrijven, liet was geen bedrog. Ik voelde de beweging. Eu toch zonderling! 's morgens lag ik evenwel weder in mijn bed; moe en afgemat." Nu vertelde de baronet dat dit vertrek reeds sedert lang een' kwaden uaaui gehad had dat niemand er wilde slapen ja dat zelfs geen dienstbode gaarne alleen in hetzelve ging. Evenwel voegde hij er bij hij voor zich had iiet een en an der altijd slechts als dwaze grillen beschouwd. Toen de heer Pierson zijuen gastheer vrijheid verzocht, om het vertrek te mogen onderzoeken werd hem dit volgaarne toegestaan. Ja, ik geloof zelfs, gelezen te hebben, dat deze hem tot dit onderzoek aanspoorde. Weldra vond Pierson dat de schoorsteen van boven toegc- melseld was, en er dus geen lucht in het vertrek kon komen; dat de vensters nooit geopend werden en de deur bijna altijd gesloten bleef, omdat schier allen liet zoogenaamde Spook- verlrck mijdden. Ook ontging het zijne aandacht niet, dat de kamer zich juist in ecu vleugel van liet slot bevond, waar hel dak niet de geringste opening had. En uit een en ander be sloot hij dat welligt de in het vertrek beslotene lucht zoo op de hersenen werkte dat daardoor, cene soort van momentanele krankzinnigheid veroorz; kt werd. Zoodra hij dit vermoeden had medegedeeld werden er ar beiders aan liet werk gezcz om zoo mogelijk het kwaad te verdrijven. Deuren en vensters en schoorsteen werden open gemaakt en twee openingen in het dak gebroken. De lucht stroom die zich daardoor ontlastte was van zulk eenen tne- ■phytischen aard dat een der werklieden Jlaauw werd en als zijne kameraden hem niet gegrepen hadden stellig van het dak zon gevallen zijn. Den volgenden nacht sliep de lieer Pierson weder in liet vertrek maar ditmaal zoo gerust als op zijn eigen bed te Londen. Te gelijk met do bedorvene lucht waren alle spoke rijen verdreven. gen Vèn ülart tèrfcgtde klaagster was zijne vrouw en deze zeide: »ik heb mij over alles Ie beklagen, mijn man ovcilaadt mij 'Ihet slagen als ik te huis beu en als ik uit ben loopt hij met een ponjaard en vraagt aan iedereen waar is mijn» vrouw ik moet haar vermoorden De inau antwoordde o! Die zoo liegen kan! Als ik mijne kinderen wou doodeu dan zou ik er geen zeventien in leven liebbeu. President tot de klaagster: hebt gij 17 kinderen? Klaagster. Ja mijnheer; daar klaag niet over, dat is niet één te veel als men 19 jaar getrouwd is, maar ik vraag slechts om van hun vader ontslagen te worden. Pres. Komaan man wat hebt gij te antwoorden Het schijnt dat gij uwe vrouw inishaudell. Kesch. Dat is te zeggen dat ik maar al te veel werk van liaar maak. Men krijgt geen 17 kindereu door zjiie vrouw to mishandelen. Pres. Niet alleen mishandelt gij haar, maar dreigt haar zelfs met den dood. Kesch. Allemaal praatjes... Dat komt van eene kleine er fenis van 6000 francs welke mijne vrouw gekregen heeft Sinds zij dat geld kreeg was haar kop op hol; liet was geeno burgervrouw meer maar eene baiikierster. Men zou gezegd hebben dat de wereld niet groot genoeg voor haar was om ze te koopen zij heeft zich in het zijde gestoken, hangt tussclieu de veeren heeft diamanten iu hare noren aau haar arm en om hare handen ailes goed maar ze wou ook op twee bed den slapen, net als de groote lui, en dat heeft mij waarachtig razend gemaakt; ik heb haar gezegd dat ik niet getrouwd was om alleen te slapen dat ik al 19 jaar gewoon was om naast haar te liggen dat mij dat aanstond en dat ik dat altijd zoo wilde Toen heeft zij mij gezegd dat ik niet wist wat fatsoenlijk was en dat ik maar een burgerbaas was Be grijp eens aan, hoe vindt gij het? een burgerbaas Ik wou wel dat ik een baas was, dat zon wat beter zijn dan knecht... Ik heb een baas maar ik ben het niet. Pres. Dat ailes is geen antwoord op de beschuldiging dat gij uwe vrouw slaat en dreigt. Kesch. Eéns mijnheer de President, ééue enkele keer. op een avond dat zij wéér zanikte om die twee bedden te ver krijgen en ik haar zei, »neen nooit..." toen heeft zij gezegd dat zij iu eene andere kamer op een stoel zou gaan slapen, dat dit in allen geval ook zoo goed als twee bedden zou zijn; ja toen, half razend, natuurlijk, toen heb ik haar gezegd, dat als zij zich verroerde zij nog wat anders zou zien dat is alles, cu dat is waar! Maar wat die ponjard belieft, dat zij ii praatjes van hare eigene vinding^ Het is alleen die kleine erfenis van 6000 frs. die haar den kop heeft doen verltczeii. De rogtbank heeft bij ontstentenis van getuigen die de be schuldiging bevestigden den man alleen tol 16 francs boeto veroordeeld. C^bucricnHeu. Heden beviel mijne geliefde Echtgenoot T1TIA JOHANNA PEAUXzeer voorspoedig van eenen welgescha pen ZOON. C. BAKKER Bz. Nieuwediep2 December 1846. Eenige kennisgeving. Heden beviel van eene DOCHTERBERENDINA PAPINEAU Echtgenoot van GILTJES. Helder 4 December 1846. Een knappe BURGER DIENSTBODE zoekt eene dienstte bevragen bij den Uitgever dezes. Yoor de correctionele regtbauk iu Frankrijk stond dezer da- Uilgegeven bij C. BAKKER Bi te NieuweDicp. Gedrukt bij G. GILTJES te Helder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1846 | | pagina 4