PUBLIEKE VERKOOPING.
ontstaan.
.Breng mij deu Duitschen handwerksman hier, die bij
baas JPilmer den louwslager arbeidt!" beval de Keizer, en
men haaste zich zijnen wenk ten uitvoer te brengen. Maar de
Duilsclier was bij baas Wilmer niet meer, eu ook konde men
daar niels van zijn verblijf zeggen. Maria het ergste vree-
zeude weende. Hij werd eindelijk gevonden eu Steven bij
deu Keizer aangediend die aan zij tie schrijftafel bezig was.
De Keizer zonder op te zien. Kom nader bij
Steven naderde verlegen, met de muts in de hand; want
hij wist wel dat het gebruik wilde voor den Keizer neder te
vallen cu hierin had hij volstrekt geenen zin eeuigzins ge
bogen bleef hij evenwel staan.
De Keizer, voortschrijvende. Zijt gij met hart en ziel
touwslager
Steven, verlegen. Ja, zoo wat, Uwe Majesteit 1 (Iet is
een eerlijk handwerk, en geeft brood, maar....
De Keizer. Wel nu! maar....
Steven. Het is zoo eentoonig altijd koekkoek cenen zang
zoo Tervelend dat ik er al dikwijls aan gedacht heb iets an
ders te warden waarin men zich beter kan voordoen.
De Keizer. Ha, ha! daar zit hem de knoop; gy wildet
graag bevel voeren gij houdt er van er op te slaan dat heb
ik iu deu korten tijd dat wij kennis aan elkander hebben
al wel zoo wal gemerkt. JVu gij zijt een knap handwerks
man gij durft, en zult uw volkje wel in bedwang weten te
houden. Kijk (de Keizer stond op eu ging voor den verwon
derden Steven staan) ik heb daar een nieuw bevel omtrent
de brandblussckiug opgesteld er staat onder andereu 12.
In elk huis te Petersburg zullen zich boven onder het dak
watervaten bevinden die naar evenredigheid van het huis
20 tot 60 emmers water zullen inhouden en dat van heden
af gerekend, iu elk huis of gebouw, keizerlijk of burgerlijk
j» overal, zonder uilzondering; welk huis, na verloop van drie
dagen na afkondiging dezeshieraan niet voldoetwordt
ten strengste gestraft.'' Tot handhaving van dit bevelschrift
benoemen wij cenen brand-epzigter die met vier man gedurig
door de geheele stad onderzoek doeten tot dien brand-op-
zigter of officier benoemen wijterwijl de Keizer van
het papier opzag, Hoe heet gij
Steven. Steven Langer uit Glogau in Silecië.
De Keizer. Benoemen wij Steven Langer uit Glogau met
een inkomen van 300 roebels 600) en vrije woning.
Steven. Uwe Majesteit
De Keizer. Stil st 1 voor deze post deugt gij beter dan
voor touwslager; waut gij bezit moed, beleid, tegenwoordig-
digheid van geest en wat het voornaamste is gij durft. Kom
aan dadelijk op uwen post; hier is uwe aanstelling; men zal
u in uwe woning brengen eu morgen begint het onderzoek
wees vooral gestreng dat zeg ik u genoeg want gij kent de
Bussen (hier glimlachte de Keizer Steven werd bloedrood)
het is halsstarrig volk, daar moet men korte wetten mede ma
ken en maar doorlasten.Hiermede hield Peter op wenkte
naar de deur en Steven ging dronken van vreugde naar
zijne nieuwe woning, Hij wist bijna niet wat hein overkwam,
hij die eenige uren vroeger nog niets wist te beginnen zag
zich thans eensklaps tot eenen aanzienlijken post verheven
waarin hij gebieden kon en waardoor hem alle deuren open
stonden.
Reeds lang stond hij in een deftig en kostelijk uniform in
zijne vrolijke woning en kon nog maar geen hoogte van zijn
geluk krijgen; ja, het viel hem zelfs niet eens in, dat hij
voor den Keizer had kunneu staan zonder van ïarscha te
spreken. Toen eensklaps kort hierop de vier flinke, gebaarde
Russen aanklopten waarover hij voortaan te gebieden had
begon hij het gewigt van zijne rol te begrijpen;vier man
nen stonden onder zijn bevel de Keizer vertrouwde de vei
ligheid van geheel Petersburg aan zijnen moed en zijn beleid
dat was meer dan de arme louwslager ooit had kunnen droo-
men en buiten zich zeiven van vreugdetrad hij aan het
hoofd zijner mauschappeu om naar genoemd bevel ia alle j
halzén aan de Keizerlijke tritas* persoonlijk nadruk bij te zet
ten. Toen hij aan het hoofd zijner vier knevelbaarden buiten
trad viel het hem in Pelersburg aan vier hoeken in brand
te steken om den Keizer bij het blusscheu dadelijke proeven
van zijne bekwaam- en dankbaarheid te geven. Doen dit bleef
bij den inval.
Wie raadt niet: waarheen Steven zijne eerste schreden rigt-
te naar do derde Peretuedeiizi naar baas 'f^ilmer'x
werkplaats. De oom zat als versteeud en staarde den grooteu
zwaren brandofficier in deftige kleeding en met Steven's ge
laatstrekkeu aan. Maar deze las met klem het Keizerlijk be
vel af, vorderde eeue oogenblikkelijke opvolging en verwij
derde zich toen weder met zulk eeu trotschen gang als of hij
den schatrijken oom nooit gekend had. Maria stond aan het
venstertje en zag insgelijks verwonderd iu het frissche gezigt
van den verkleeden geliefde; hij drukte haar iu het voorbij
gaan aan de hand eu beloofde 's avonds te zullen wederko
men en verrigtte toen verder zijne pligl.
Maria vouwde de handen en zachtjes zeide zij Do
Keizer heeft zeker iets groots met hem voor, daar hij hem
zoo hoog verheven heeft; misschien is het om hem voor zijn
taud schadeloos te stellen eu ats hij er dan nog meer ver-
liest zal hij al hooger opklimmen uaar heeft nu de Keizer
zijn genoegen in; eu ik ongelukkige mij zal hij eindelijk
niet meer kennen. Ach was hij nog maar op de lijnbaan
eu draaide touwen
Zoo heettende drie kleine straten aan den linkeroever
der Moika daar woonden alle hai dwerkslieden die van buiten kwa
men en in betrekking tot den sekeepsbouw stonden. Perewedenzi heet
de hiernaar taegelcomeuen.
Slbpjcrtcntijëtt.
Op Woensdagden 27 Januarij 1847 des morgens ons
10 uren op het Marktplein aan den Heldeh van
twee groote ZWAARDEN van een Beurtschipeen dit#
SPIL en een party EIKEN TIMMER-en BRANDHOUT.
Ztgt het voort.
Heden beviel van eenen ZOONCHRISTINA
MARIA GRAAT, geb. BAZERGA.
Nieuwediep 20 Jan. 1847.
Eenige kennisgeving.
De ondergeteekende geeft door deze kennis
aan hare geachte begunstigersdat zij bij haro
reeds gunstig bekend en jaren bestaan hebbende Verwerij
van alle Zijden Wollen en Katoenen Stoffen en Persery
van Wollen Goederen, ook op herhaalde aanvragen een
Perserij heeft aangelegd om alle voorkomende Zijden-stoffen
als nieuw op te persentevens dat ten hare huize alle
Lakensche StoSen geverfd en geperst worden alles met ver
zekering eener prompte en civile behandeling.
De Wbd. R. VAN DER VEEN.
Harlingen, 22 Januarij 1847.
Uitgegeven bij C. BAKKER Bz te NieuweDiep.
Gedrukt bij G. GILTJES te Helder.