Gnnunoöc ftcvigtcn» Als een blijk van belangrijken vooruitgang van den Mu zelman wordt gemelddat er een hofalmanak verschijnen zal. Eenige hengsten zullen op de gewone werkdagen in Zuid-Holland gedurende eenige weken hunne functien aanvaarden. Een schaap heeft deszelfs opwachting ge maakt bij een Bisschop en is zeer vriendelijk door dezen ontvangen. Naar men zegt zullen de Dominées-Briefjes met ter tijd ook aan het zegelregt onderworpen worden. IJzere Gijsvroeger smidsknecht aan den Helderthans nog predikant der afgescheidenen te Giessendam of daar- «mtient heeft tic ware roeping gehad. Men doet onder zoek of men ook met de pas uitgevonden waterschoenen naar het eiland Borneo zou kunnen wandelen. Er wordt gevraagd bij een weduwnaar met kinderen die school gaan (do weduwnaar ook een oude vrijster voor het naaiwerk. De Paus heeft Ie Rome onverwachts lot aller verbazing gepredikt, en wel over eene onbestudeerde slof. Wat gaat de kunst toch ver In Frankrijk is een anli-diluviaansche olifant gevonden, vier meiers onder den grond.Algeiie kost jaarlijks ongeveer vijftig miljoen guldens aan Frankrijk benevens acht duizend soldaten. Een kunstenaar is rid der en een rijkaard ridder grootkruis geworden. In Bata via is een schip met IJs aangekomen. Idem in de haven van Sint-Nicolaas een schip met oudheden uil de stad van Jonas. Er wordt gevraagd op een landgoed in Gelder land een Jager en Boschwachler die goed nuchter is. In Londen wordt de markt gedruktuithoofden van eenen geldelyken storm.In Keulen zijn 200 stuks edelgesteen ten gestolende prijs van het gesloleiie laat zich moeije- lijk bepalen. Koningin Victoria en haar gemaal hebben sleetje gereden de schelletjes der tuigen maakten eene ei genaardige (victoriu) muziek. De dikste komiek van Pa rijs is overledenartisten en letterkundigen hebben hem de laatste eer bewezen! In Oostenrijk zijn in 1846 een en vijftig millioen sigaren verrookt. Do weduwe van een gewezen Gouverneur-Generaal van Ooslindiende Eerens zal gaan trouwen met eenen eervol ontslagen tweeden lui tenant van het 7 regiment infanterie. FEUXYjJLETOW. STEVEN, of DE HOLLANDSCHE SCHOORSTEEN. Een karaktertrek uit het leven van Peieii I Keizer van Rusland. (Yorvolg van liet vorige.) Om er u blond en blaauw mede lo slaan klonk nu de schelle stem baars vaders, die binnen geslopen was, haar ver schrikt in de ooren als gij de gedachten aan dien opgc- schikten deugniet niet laat varen! Nu krijgt gij hem in het geheel niet, nu hij mij denkt te verbluffen, hoort ge, gek- kin, in het geheel niet!" ^g denzelfden dag terwijl Maria in de keuken 's hard- vochtigen vaders lieveliugsspijs klaar maak'e die zij me', hare bittere tranen mengde, kwam er onverwachts bezoek. Yarscha zat voor het raam bleek en lijdend een stom beeld van in wendig verdriet en hartzeer. Zij spon op Maria's wielen eren zeo als deze de jpijs bevochtigde ïarscha den draad met hcele tranen. Eensklaps zag er een krulkop door de glazen en spoedig daarop kwam ffasilowitsch de deur binnen in de veronder stelling Maria alleen te zullen aantreffen. Deze liet van schrik den schuimspaan in het vuur vallen want om dezen tijd plagt ffasilowitsch nooit te komen. Hij vloog op Yarscha toe en stond als versteend toen deze het huofd omdraaijende zijn blik hare treurige gelaatstrekken ontmoetten. ffxsilowitsch op eenen bedremmelden doch norschen loon. Wat doet gij hier? Yarscha met eenen doorborenben blik. Dat vraag ik u. ff asilowilsch haren doordringenden blik niet kunnende verdragen. Waar is Maria Yarscha opvliegend. Het is dan waar booswichtdat gij naar het rijke Hollandsche meisje vrijt en gij wilt mij die gij iu Gods tegenwoordigheid eeuwige liefde en trouw hebt ge zworen verlaten ff dsilowitsch met lielsche boosheid lagchende. Dat is waar ik wil Maria huwen. Marscha. En uwen eed ff asilowilsch. Zottin waarom sloegt gij daar geloof aan het is de eerste vaische eed uiet dien ik gezworen heb en zal ook de laatste wel niet zijn. Yarscha jammerende. Wangedrocht, en mijne eer? Utr kind ffdsilowitsch. Haha haWat raakt mij uwe eer Ha, ha, ha! Mju kind! Dat zweer ik af: ga naar den Keizer en verklaag mij ik zweer u en het kiud beide af. Yarscha. Groote God Zij zonk nog bleeker dan te voren ter aarde. ff dsilowitsch spottend. Waart gij niet zoo toegevend ge weest, dan behoefdet gij thans minder tranen te storten. Kom aan geef nu rekenschap.' hoe komt gij in dit huis, wat doet gij hier? Yarscha niet in slaat te kunnen sprekenverborg haar weeueud gezigt in hare handen. Met eenen vreesselijken blik zag ffasilowitsch om zich heen trad digt voor het kermende meisje, hief zijne vuisten omhoog en zijn gezigt gloeide van toorn. Antwoordknerstau.lde hij maak mij niet razend of gij vliegt even als gisteren door het venster." Hij schudde haar hevig door elkander. Antwoord of ik laat u door honden van hier jagen Dat zult gij wel uit uw lijf laten aterling klonk thans Maria s bevende stem achter den woedende verontwaardiging fonkelde uit hare oogcii en manhaftig voegde zij er bij Hier in ons eigendom zijn wij baas, en dat zal ik u ras toonen. Pak u weg van hier, ellendige, verachtelijke booswicht! Weg terstond zonder dralenof zoo waar als ik Maria heet en een vrij Hollandsch meisje beu zal ik onze knechten helpen u de deur uit te gooijeu." Wat, wat!".... stotterde ffasilowitschdie van woedo en verbazing bijna geen woord kon uitbrengen. Hoe gij handvveiksmeid gij wilt eenen keizerlijken hofmeester uit het huis laten gooijeu Ja ik handwerksmeid den Keizer zelve als hij een. monslei is zoo als gij zijl! In ons huis zijn wij hofmeester, keizer, zijn wij alles, verwijder u dus van hier en kom nooit weër over den drempel keizerlijke hofmeester Nog liever reik ik den morsigsleu muschik (Russische boer) mij- ne hand dan u slang geloof dit op het woord van een vrij meisje dal u veracht en zich ver boven u verheft en na geeue praatjes meer, of Schuimbekkende van woede, maar met een verpletterd hart liep ffasilowitsch de deur uit Yarscha lag aan Maria's voeten en omvatte smeekend hare kuiëu. Maria keerde zich geërgerd en hoogblozend over hetgene zij gehoord had eens klaps om en verwijderde zich. Haar edel beschaafd en rein hart koude zich niet in den toestand der lage ruwe Russiu verplaatsen die het voor geene misdaad hield den man van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 3