Cl b 0 c tr t c n H c n. PUBLIEKE YERKOOPING. wiet met eeue brtiiloflsvreugde toe dan draai ik n ia tegen woordigheid des Keizers deu nek om en jaag u lot spot de deur uit." Nu stormde hij het huis uit, wierp in hel tooi bij gaan den werklieden eeiio handvol roebels toe, en riep «Jon gens koopt u nieuwe mutsen kleedt u netjes maakt u vro lijk maar wordt niet dronken en liet werkvolk wist niet, hoe zij het met hunnen baas hadden. IFilnier draafde als een twintigjarig jongeling de straat op. Maria was wel een paar uren in tweestrijd met zich-zelven, niet wetende wat te doen, maar toen de klok drie uren sloeg, en de meid haar kwam zeggen dat al het werkvolk in feest gewaad was en uit naam des Keizers op de bruiloft was ge- noodigd toon dacht Maria: «Mijn vader zal mijn ongeluk toch niet willen en de edele Keizer die het met iedereen goed voor heeft, doet mij zeker geeu kwaad; ik zal mij naar zijne bevelen schikken:" en nu kleedde zij zich, zoo als zij het in Holland gewoon was te doen en spoedig zag zij er uit als de sieilijkste gravin, frisch als een pas ontloken roosje, en met eeue reine ziel waardig den braafsten vorst gelukkig te maken. Thans trad haar vader binnen; zijn gelaat verhelderde als de opgaande zon toen hij Maria netjes gekleed zag zoo prachtig als haar stand het gedoogde: hij haaide eeue gouden keten uit zijnen zak dio liij haar 0111 deu lelieblanken hals strengelde en voegde er kostbare oorringen bij. Nu beschouw- do hij zijne beminnelijke dochter met een innig welgevallen, als of hij zeggen wilde: «Vergelijk nu alle die Russische vleeschklompeu met mijne Mariabehang ze met paarlen en edelgesteenten mijne dochter blijft toch de knapste en schoonste meid in geheel Petersburg Nu hoorde men inuzijk op de straat en men zag eenen deftigen oplogt van keizerlijke lijf knechten in liverei van inuzijkanten touwslagers en touw- .slagersknechten in feestgewaad, en voor hen uit stapte, met eenen zilveren staf in de hand keizerlijk uitgedost de hof- meesterlijke bruidegom, iu het volle gevoel van zijue waarde, en van zijn geluk op het huis aan. 0 jeinini riep baas JFilmer «daar zijn ze al de brui degom haalt de bruid de halve stad is getuige van mijne groote zegepraal, en ik, de bruidsvader heb nog geen lioog- tijdsklced aan! Steven\ Iiva.11 Lenski\ Martlia\ loopt, loopt helpt mij gaauw Onder dit geschreeuw liep de ver bijsterde man naar zijne kamer, zes kneciiieu en vier meiden hem achternadie hij onophoudelijk bij hunne naam riep zonder in zijnen angst naar hun antwoord te hooreu. Intus- schcn stond Maria met eene hijgende borst en neergeslagen oogeu in hare kamer, angstig deukende: «Ach! als JFusi- lowtsch nu eens binnen trad en mij als bruid medevoerdc De optogt was eindelijk voor het huis; Maria durfde niet opzien hare kamerdeur werd geopendzij hoorde eene be kende slem nu hief zij het gebogen hoofd op en tegenover haar aan de deur stond de hofmeester iu groot uniform het was Slaven. Dierbare Maria Beste StevenV' was de eenige taal die zij konden voortbrengen sprakeloos lagen zij iu elkanders armen Maria besproeide Steven met eenen vloed van tranen zich nog hoe langer hoe vaster in zijne ar men klemmende. Nog druipende van angstzweet trad nu 'Filmer in zijnen feestdos binnen de gioep welgevallig van achteren aanstarende, en riep juichend uit: «Zoo is het goed kindereu, zoo is het goed!" Jlaar lot' s vrouw als zoutpilaar, was bewegelijk iu vergelijking van den verschrikten baas IFil- ■mer toen Steven het hoofd omdraaide, vrolijk liep Is het nu naar uwen zin, oompje! God dank! dat gij tot betere ge dachte zijt gekomen wij beiden zijn regt tevreden dat ziel gij en de Keizer ook dat weet gij reeds.» Bedrog, schandelijk bedrog!» stamelde de baas, den kei zerlijken hofmeester heb ik mijn kind beloofd «Die ben ik, sedert gisteren avond zie maar, ik draag reeds keizerlijk livetei.» /Fasilotvilseh vraagde JFilmer zachtjes en liet zich op eenen stoel vallen. De Keizer heeft hem gedwongen de verleide Yar scha te huwen en tot zijn geluk heeft hem het meisje nog willen hebben anders ware hij om zijne slechte strekeii naar Siberië verbannen. Nu is hij als opzigtcr vau hel slot te Oranjeboom aangesteld maar slechts zoo lang als Yarscha uiet hem te vreden is; zoo niet dan wordt hij afgezet eu gaat naar Sibe rië terwijl voor Yarscha zal gezorgd worden. Zoo heeft de wijze Keizer het besloten en dit is ook liet eenige middel om hem nog te regt te krijgen. Ik bekleed zijue plaats en zal 11 u uwe dochter onder het keizerlijke dak geleiden, waar ik hoop dal gij ons dagelijks zult komen bezoeken, oui te zien, hoe mijn vrouwtje alle Russische onreinheid iu Hollandsche zinde lijk- eu nelheid zal veranderen en hoe gelukkig wij zanten leven.» Zij vielen voor hunnen vader op de knieën, die hunne han den in elkander legde eu verwonderd zeiile «Ik zegen u Nu had de optogt naar do kerk plaats, en van daar naar het zomerpaleis waar hen de bruilofstafel en het genoegen wacht te eu de Keizer te midden vau zijnen adel zat. Maria ze dig blozende, omvatte 'sKeizers knie en drukte hem hare dankbaarheid uit. De Keizer beurde haar lagchende op en zeide tot zijn gevolg: «Deze gelukkige heeft mij eeue goede les gegeven. God geve al uwe vrouwen eu meisjes zoo veel moed en liefde voor u als deze voor hareri Steven getoond heeft.» En zacht zeide hij tot Steven: «Nu, dunkt mij, heb ik u uwen tand en uwen angst voor de stokslagen goed belaald; laat nu alle vechterijen na, eu gedraag u zoo als het een braven hofmeester betaamt.» «Laat U. M. daarvoor Maria maar zorgenjuichte Steven. «Wien God zulk eene vrouw, zulk ceneu Keizer en zulk een ambt geeft, dien geeft Hij ook versland!» «Dal zulleH wij zien!» zeide Peterpakte de bruid iu den arm, opende er de baan mede, en thans vloog alles dansende door elkander. Steven werd werkelijk een even goed dienaar des Keiiers als een voorbeeldig echtgenoot en vader. Yarscha heeft nooit over Wasilowitsch geklaagd on in het geheelc keizerlijke zomer paleis werd geeue plaats zoo bij uitstek door Maria in waar de gehouden, als de Hollandsche schoorsteenhier stond Ma ria, dikwijls uren lang met den sloffer voor, iu dankbare ver rukking opgetogen en dacht daarbij «Zulk een schoorsteen is toch eene heerlijke uitvinding!» Helder den 15 Februarij 1847. Heden ontsliep zacht na eene kortstondige doch hevige ongesteldheid der benaauvvde borstkwaalmijne geliefde Vrouw MARIA AN- TONIA VOLMEER in den ouderdom van 58 jaren en 'J maanden. C. K I P P gepensioneerd opp er schipper der 2 klasse. Op Donderdag den 25 Februarij 1847, des voormiddags len 10 ure, ten sterfhuize van den heer II. A. MEIJER aan het Nieitwediep van Een nelte Inboedel, bestaande in: een Gladhouten CHIF FONNIÈRE, STOELEN, TAFELS, SPIEGELS, SCHILDE RIJEN, Engelsch GLAS- en AARDEWERK, KOPER-, TIN-, BLIK- en IJZERWERKvoorts een BED met deszelfs Toebehooren, een KARPET, VLOERMATTEN, een SCHRIJF- CASETTE, een SECTANT, Zeevaartkundige BOEKEN, eenig» MANS-KLEEÜEREN, en een partij Eiken BRANDHOUT. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz te NieuweDiep. Gedrukt bij G. GILTJES te Helder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 4