het Heercn Logementte Buiksloot ia het Roode Hertte Zaandam in den Otter en te Sliedrecht in het Regthuis. Zullende acht dagen vóór den dag der besteding de noodige aanwijzing in loco worden gedaan en voorts nadere informatien te bekomen zijn bij den Hoofd-Tngenieur van den Waterstaat E. de Kruiff te Haarlem en bij den Ingenieur van den Waterstaat J. Ortt te Alkmaar'. AANBESTEDING. Op Woensdag den 17 Maart 1847, des namiddags ten 2 ure zal, onder nadere approbatie door den Staatsraad Gouverneur der Provincie Noord-Holland of, bij deszelfs absentie door een der Leden van de Gedeputeerde Staten en in bijzijn van den Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat, aap het lokaal van het Gouvernement te Haarlem, worden aanbesteed lo. De leverancie van 1200 kubieke ellen BRIK en 40 kubieke ellen FIJNE KALKl'L'IN tot onderhoud der Ileldersche Zee wering. 2o. De leverancie van 550 lasten Duitsche UfiKELSTEEN mede tot onderhoud dier Zeewering. 3o. Het doen eener beslorting aan den voet der Steenglooijing van den Hcl lersehen Zeedijk met 500 lasten Noordsclie Ilrentsche Duitsche of Urabandsche KEI.STEENEN en van eene verhoo ging van een gedeelte Steenglooijing bij Kaaphoofd. Deze Aanbestedingen zullen geschieden bij inschrijving en opbod. De bestekken zullen ter lezing liggen als boven is omschreven. BINNENLAND. HELDER en NIEUWEDIEP 6 Maart. Naar men verneemt zijn de Wijkmeesters alhier door den Burgemeester uitgenoodigd geworden om eene opgave le doen van al zoodanige huisgezinnen waarin het school- onderwils der kinderen wordt verwaarloosdten einde dit O kwaad met ernst te kunnen le keergaan. Voorts zijn de Heeren Burgemeesters der naburige Ge meenten uilgenoodigd geworden om voor het vleesch van run deren die in hunne gemeenten geslagt worden en dat tiaar deze gemeente wordt vervoerd indien daartoe termen zijn een certificaat aftegeven of door een' Rijks-Veearls le doen afgeven dat het vleesch niet afkomslig is van door eene aanstekende ziekte besmet vee en zulks opdat de vervoer ders bij hunne aankomst alhier, geene moeijclijkheden of nadeel zouden ondervinden. Wijders zijn de Logementhouders en Tappers in deze Gemeente aangeschreven geworden om zich lo wachten voor de overtreding der wettelijke bepalingen op het vieren van den Zondag. De regering heeft dezer dagen een ontwerp van graan wet in de Tweede Kamer gehragtdat niemand zal bevre digen maar dat is de geest van onze regering. De omstandigheden gebieden vrijheid van handelde natie begeert ze, en de regering zegt daaraan te willen voldoen maar legt de vrijheid aan den band cener belasting die de hare eigen werkzaamheid verlamt. Het is als of iemand zijn hond uit het hok leidten hem toeroeptha azor nu zijl gij vrij! maar hern met een kelen om den hals aan de hand houdt maar zoo gaat het in Nederland. Wat baat het of volk en koning wedijveren in het dragen van lasten Als een bewijs tot welke ongerijmdheden de mensche- lijko geesl dikwerf kan vervallen moge het volgende dienen: In 1712 gaf zekere professor Hogel le Gcra een werk te Leipzig uitdat ten titel voerde: Manudnctio ad Ixisto- fiam unieer s al emof Handleiding tot de algemeene ge schiedenis, Op bladz. 32 betoogt hij zeer uitvoerig en mef een aantal bewijsgronden dat de wereld was geschapen op den 26sten September van het jaar een. ARNHEM 27 Febr. Bij arrest van het prov. gereglsbol van Gelderland in raadkamer vergaderd van den 25 Fe- hruarij jl.is Jan ter Linde verwezen naar do correctio nele reglbank le Zutphen ter zake van lo. lasterlijke aan tijging legen Maria tViegerink als hebbende eene val- sche verklaring gedaan die, indien dezelve waarheid bevatte meergenoemde M. /V. aan valsche getuigenis zoude doeu schuldig zijn 2o. laster tegen dezelfde Maria Wietjerinkdoor haar in eene herberg van onzedelijke daden valschelijk le be schuldigen 3o. laster legen den kanlonregter van Groenlo door den- zelven in het openhaar valschelijk ten laste le leggen dat hij aan M. IV. ƒ300 zon hebben beloofd of gegeven, om den kapellaan C. Gepkens te beschuldigen. Naar men verneemt is uit het onderzoek geresulteerd a. dat J. ter Lindena zich aanvankelijk als dader van den op M. IV. geplecgden aanslag te hebben opgegeven aan ecnen geestelijken te Haaksbergen heell beledendat deze opgave was eene onwaarheiddal hij daarna met eenen welbekenden advocaat gedurende anderhalf uur alleen in eene kamer heeft gesproken, en dat die advocaat, na dit onderhoud heeft kenbaar gemaaktdat J. ter Linde op nieuw erkende de dader te zijn; b. dut J. ter Linde, vroeger in bckroinpene omslandighi denna do door herri afgelegde verklaring, ruim van geld is voorzien geweest., zonder iels voor den kost le doen e. dat «ie opgaven van J. ter Linde zijn vol tegenstrijdigheden in lijnreglen strijd niet alleen met de beëdigde verklaringen van de vroe ger gehoorde getuigen maar zelfs met de opgaven van C. Gepkensd. dat hij, aangezocht om de pluals van het voorgevallene aan le w ijzen dit niet heeft kunnen doen maar zich meer dun 1000 ellen afsla ruls hierin heeft vergist; e. dut hij hel instrument, waarmede de aanslag is ge pleegd zeer weinig heeft kunnen beschrijven dat hij het zelve slechts één palm lang heeft geraamd, terwijl hetzelve meer dan drie palmen lang is;f. dal, lerw ijl door Gep kens is opgegeven dalde aanrander cerien zwaren haard had J. ter Linde heeft verklaard zijnen baard le hebben afgeschoren zijnde hel niettemin bewezen dal hij nimmer eenen haard heeft gehad g. da' door de eenstemmige verklaring van vijf getuigen het volledig is daargedaan, dat J. ter Linde zich den geheelen dag van den 26 Julij (waarop de misdaad is gepleegd) le Haaksbergen heeft be vonden en dus te Groenlo niet heeft kunnen zijn; h. dut ter Linde dus ook tol ulgcheele bekentenis is ge komen dal zijne gedane opgave is leugenachtig'; dut hij M. IV. nooit vroeger heeft gekend of gesproken dat hij op den 26 Julij niet le Groenlo is geweest; hebbende hij geweigerd de personen le noemenop wier aanzoek hij zich als dader heeft opgegeven ten einde geene anderen onge lukkig le maken. Later moet hij zich uilgelalen hebben, dat men hem zoo veel geld had beloofd, dat hij koels en paarden zou kunnen hebben; maar dat hij den leugen niet langer kon volhouden»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 2