vermaken üan de wereld, en begaf zich met hare kinderen en eenige
bedienden naar Albano, een riek op eenigen afstand van Rome gelegen.
Mijnheer.' zeide zij tot haren echtgenoot, «geniet gij de vermaken
voor mij, terwijl ik voor u de zorg voor ons huis zal op mij nemen. Wan
neer gij vermoeid zijt van het wereldsch genot en hare valsche bekoorlijk
heid kom dan naar Albano en gij zult zeker zijn van er gedurig ope-
ne harten vol liefde en eerbied te vinden.
Slechts schoorvoetende stemde de markies in haren voorslag inwant
hij beminde haar opregthoewel hare gestrenge zeden soms eeoen hin
derpaal waren voor zijne genietingen.
«Ik zal u dikwijls komen bezoeken Mevrouw zeide hij, «niet zoo
zeer om zoo als gij schijnt te denken de wereld die ik aanbid te ont
vlieden maar om bij u eenige oogenblikken door te brengen daar
uwe woorden mijne gedachten ongevoelig tot de deugd leiden.
Julia ging zich alzoo met der woon vestigen te Albano en de markies
hield zijn verblijf in zijn paleis te Rome terwijl hij zich nu meer dan
ooit aan zijne vermaken overgaf.
Eens op eenen avond begaf zich de markies naar Albano.
Mevrouw, zeide hij tegen Julia gij zijt steeds toegevend omtrent
mijne dwalingen geweesten gedurende de zestien jaren die wij gehuwd
zijn, is uwe teedere liefde jegeus mij niet verflaauwd. Ik heb u iets in
het geheim mede te deelen
Spreek Mijnheer spreek zeide de markiezin.
Gij hebt zonder twijfel,ging de markies voort: hooren spreken
van het talent en de schoonheid van de signora Broggia?
Die beroemde zangster?» hernam de markiezin.
«Juist. Nu sedert zes weken bevindt zij zich te Rome en ik ge
loof dat
«Mijnheer! hernam Julia met ernst„bespaar mij bijzonderheden die
de moeder van uwe kinderen zou doen blozen,
«Vergeef, o vergeef mij mevrouw hernam de markies, „mijn voor
nemen is geenszins u te bedroeven. Maar ik moet u zeggen dat ik gis
teren aan den hals van de signora Broggia, het diamanten kruis heb
zien schitteren, dat ik u zestien jaren geleden, bij gelegenheid van on
ze verlooving heb geschonken.
Dit zeggendehaalde de markies het kruis uit den zak hetwelk van
edelgesteenten schitterde.
De markiezin werd bleek en haar gansche ligchaam beefde. Dit
duurde echter niet lang; zij bedaarde eenigzins en nam toen met eene vas
te hand het schitterend juweel in de hand en zeide terwijl zij een glim
lach van vreugde en vergenoegdheid niet kan verbergenja het is mijn
kruis z ilt gij mij op mijne beurt Mijnheer mijn lang stilzwij
gen omtrent deszelfs verlies vergeven? Dit dierbare pand onzer vereeni-
gingis mij eenige dagen vóór mijn vertrek naar Albano onstolen ge
worden. De dief echter heeft zich aan mijne nasporingen weten te ont
rekken.
»En houdt gij een uwer bedienden ook verdachtMevrouw?
«Geen enkele Mijnheer! Geen enkele. Maar nu zal het mij gemakke
lijk zijn den schuldige te ontdekken. Ik ga met u naar Rome en onze
vereenigde pogingen zullen den dief in handen der politie overleveren.
«Laat ons een proces vermijden Mevrouw! Gij blijft in het bezit van
dit kruis ik heb de signora een ander in de plaats beloofd. Het is wei
een verlies van eenige duizenden kroonen, maar wat beteekent dit Is
het niet beter ons dit veriies te getroosten dan verward te geraken in een
Chaos van procedures zonder einde.' wensch er mij liever geluk ined# dat
ik u thans ten tweeden male het zinnebeeld kan aanbieden van kuisch-
heid en opregte huwelijkstrouw.»
«Helaas» voegde de markies er lagchende bij terwijl hij het kostbaar
uweel aan den hals van Julia hing, „het is de duivel zelf, dieeenen
jengel versiert met het geheiligde teeken der verlossing.,,
Julia's aangezigt was niet meer bleek; hare oogen stonden weder helder.
«Weet gij den naatn niet van dengenen die het aan la Broggia ge
geven heeft hernam Julia.
Zij heeft het mij niet willen zeggenmaar ik zal het spoedig weten
«Zon zij het u zeggen hernam Julia levendig.
«Zij zal het mij zeggenzeide de markies.
«Mijnheerzeide Julia«ik ga met u naar Rome wij zullen geen
proces aanvangen, maar gij begrijpt mij de nieuwsgierigheid eener vrouw
is niet bestand tegen dergelijke beproevingen.»
De markies nam bij gevolg zijne echtgenoot mede naar Rome.
Den volgenten dag na hunne aankomst, vond men het lijk van den
ridder Luzziden vriend van den markies, in den Tiber.
Deze moord gaf aanleiding tot velerhande gesprekken. De Politie be
gaf zich op weg en na eenige inlichtingen van eenen visscher ontvaDgeu
te hebben werd in het paleis van Caraglio zeiven eene jonge negerin
gevat, die reeds gedurende de kinschheid van de markiezin in hare dienst
geweest was. I
Mika (dit was de naam van het jonge meisje) bekende de misdaad
waarvan zij beschuldigd werd en verhaalde de bijzonderheden die
haar aanleiding tot dezen moord gegeven hadden.
«Ik beminde zeide zij toen zij verhoord werd «den ridder Luzz,
en ik was in den waan dat hij mij ook beminde. Het is voor hem dat
ik mijner meesteres dat kostbare kleinood ontstolen heb. Toen ik echter
vernomen heb dat hij het aan la Broggia geschonken had en vooral
toen ik vernam dat hij mij ontrouw geworden was ben ik slechts op
wraak bedacht geweest. Des anderen daags na mijne aankomst met Me
vrouw de markiezin, heb ik met hem des middernaehts eene bijeenkomst
bepaald, in eene van de tuinkoepels en na hem daar zijne ontrouw ver
weten te hebben heb ik hem met eenen ponjaard doorstoken.
Gewigtige getuigen zetten klem aan de waarheid van dit verhaal bij.
Men had in den rok van het slagtoffer het briefje gevonden dat de bij
eenkomst bepaalde, het was Mika's schrift en har» eigene handteekening.
De visscher herkende ook de Negerin voor de persoon, die hij het lijk
van den ridder Luzzi had zien wegslepen.
De regters veroordeelden het jonge meisje ter dood en zij hoorde de
uitspraak van haar vonnis met kalme bedaardheid aan.
Men smeekte den paus deze ongelukkige gratie te bewijzen.
«Hoe gaarne ik zulks ook wenschte hernam deze«zoo kan ik dit
echter niet. Ik hoop echter dat God de harten van de ware schuldigen
zal bewegen en dat de Negerin gered zal worden. Ik voor mij vind in
dit alles iets geheimzinnigs, iets duisters. De voorzienigheid zal hetont-
sluijeren.,,
De verwachting van den Paus werd verwezenlijkt.
Den zelfden dag toen men de negerin naar het schavot voerde en zij
de trappen beklom om den dood te ondergaan, kwamen geregtsdienaars
in aller ijl aanloopen en riepen tot driemaal toe Genade
Men schortte het vonnis open men vernam nu wat er op het paleis
van Caraglio gebeurd was.
Het was de markiezin niet gelukt, hare ongelukkige bediende te red
den, zij kon het denkbeeld niet verdragen van een jong meisje naar de
strafplaats te zien geleiden die zich voor haar opgeofferd had. Met den
moed en de koelbloedigheideener Romeinsche vrouwbereidde zij zich
tot den dood voor, en riep aan haar bed haren biechtvader en haren
echtgenoot.
«Mijnheerzeide zij tot den laatsten«God zal mij binnen weinige
oogenblikken oordeelen Hij zal mij vergeven, wint ik sterf als eeee boet
vaardige. Zult gij onmeedogender zijn dan God en zult gij weigeren
mij vergiffenis te schenken?»
Tot antwoord slechts drukte de markies haar de hand.
«Mijnheer,» ging Julia voort: vijftien jaren ben ik u getrouw geweest
ik heb opgehouden zulks te zijn van den dag af aan dat gij den ridder
Luzzi in ons huis gebragt heb. Die man heeft mijne oogen mijne ziel
en mijn hart betooverd en mij tot eene schuldige gemaakt. Hij was arm,
en had niets dan zijn naam. Yoor hem werd ik de ontvreemdster van
het juweel. Het kruis dat gij mij zoo edel hebt teruggeschonkenis niets
in vergelijking van de schatten die hij mij gekost heeft. En het is uit
deze dwaze en schandelijke liefde Mijnheer, dat zich mijn verblijf te Al
bano verklaart.,,
Ik wilde het vermaak van de ondeugd genieten, en toch den schijn
der deugd bewaren. Ik sta verre beneden u Mijnheer in deugden en ze
den. Die Luzzi heeft mij tot eene huichelaarster gemaakt, mijne ver
blinding was zoo groot.
Uwe komst Ie Albano heeft den sluijer verscheurd die mijne oogen be
dekte. Ik vernam dat ik eene mededingster haden ik besloot mij te
wreken en ik ben gewroken Mijnheer! Ik heb Luzzi met eigen
hand doorboord, die hand die reeds koud en stijf wordt.
„Houdt op dochter!,, zeide toen haar biechtvader: „wat zegt gij?„
„Laat af! Laat af mijn vader, dit zal mijn laatste godslastering zijn.,,
,,BIika, mijne dierbare Mika, die van alles niets wist, heeft zich vrij
willig voor mij willen opofferen. Ik geloofde ons beiden te kunnen red
denmaar mijne pogingen zijn te vergeefsch geweest. Zij zal immers
nu niet sterven Mijnheer, dewijl ik mij zelve besehuldig. Red haar dan
bid ik u, die edele! Ik ben buiten de magt der menschen. Dieibare
echtgenoot, vergeef mij. Yader zegen mij.,.
Toen de echtgenoot haar den kus der vergiffenis op het voorhoofd wil
de drukken duwde de priester hem zachtjes weg en zeide
„Gij ziet slechts een lijk voor u: bid voor uwe vrouw, en denk aan
uw eigen heil, Mijnheer!,,
„Wat mijne Julia] hernam de markies.!,,
„Is dood,,, zeide de priester, zij heeft zich door vergif om het leven
gebragt. De eene misdaad volgt de andere.
De markies van Caraglio was zoo zeer getroffen over dezen dood dat
hij zich in een klooster begaf, waar hij eenige jaren daarna stierf.