CÜKuungbc föcvigtcu. \oor Tiet best gekeurtlo vaartuig tot gemelden wedstrijd op gekomen. Als burgers van deze plaats, verheugen wij ons in de ee- re een onzer liurgers overgekomen. To Marseillo heeft het gerucht geloopen van een aan slag op het leven van Paus Pias IX cn de dagbladen dier stad hebben dit gerucht herhaald. Wij gelooven nietdat het ecnigzins geloof verdient, inaar herhalen bet hier alleen, om ook de geruchten te doen kennenwelke betrekking bobben op het land waarop de algemeene aandacht thans zoo zeer gevestigd is. AMSTERDAM, 5 Augustus. Naar men verneemt zou gisteren door de Edel Achtbaren Raad dezer stad op voor stel van een onzer sladgenoolen den Heer Pr. Sarphati een besluit genomen zijn, dat, om den bloei van onzen land bouw en het verminderen van het pauperisme, do schoon ste vruchten belooft. Do klaglen over het te loor gaan van zoo groote schallen aan meststof zal door dit besluit ophou den en aan velen, dio thans broodeloos zijn do gelegenheid worden gegeven in het vaderland een goed bestaan to vin den, door zich op landbouw en landontginning toe te leg gen. Spoedig hopen wij in slaat te zijn nadere bijzonder heden omtrent deze hoogst belangrijke zaak te kunnen me- dedeelen. ARNHEM, 3 Augustus. Aangaande de beweegredenen voor do reis des konings van Wurtemberg naar 's Hage kan *k u uit goedo bron mededeelen, dat dezelve met het vas te besluit des prinsen van Oranjeom aftezien van de kroon in naauw verband staat. De prinses is niet bloot voor zich zelve over dit besluit bezorgdmaar zij ziet daarin tevens een inbreuk op de regten van haren oudsten zoon, den toe- komsligen kroonprins. Op haar dringend verlangen heeft zich de koning van Wurtemberg herwaarts begeven, met het doel om zijn schoonzoon tot andere gedachten te bren gen- BREDA4 Aug. Gisteren morgen had in de nabijheid van deze stad een treurig ongeval plaats. Een arbeider die met zijne twee kinderen onder een hevig onwedcr van den akker huiswaarts keerde werd op eenigen afstand van zijne woning door den bliksem getroffen en onmiddelijk ge dood. De beide kinderen zijn ongedeerd gebleven. BredCt BURGERLIJKEN STAND. Gehuwd E. C. Reppens en M. Groof. Bevallen J. Franke geb. Kikkert, D.P. Beugeling geb. Engelen, D. G. J. M. Valkenburg gfeb. "Wagcnaar D. G. Scheerinan geb. Breeuwer, Z.C. C. Baak geb. Scholtse Z. S. van Vliet geb. van der Wolt Z. A. Buis geb. van Scharenburg Z. Overleden E. Abbcnes 62 j. A. Laugkempcr 5 m. Men heeft bij de beraadslaging van den Pruissischen land- dag opgemerkt: 200 bravo's, 70 gelach's en vrolijkheden en 125 gemor's. De Groot-Hertog van Hessen-Darmstad heeft verboden te trouwen aan menschen die geene genoeg zame verdiensten hebbenom eene huishouding te onder houden. De hond van Jan Klaassen is versierd geweest met de orde yau het legioen vau eer» In den Haag is dó poÜcie door do landmagt mishandeld. In Utrecht te koop 10,000 Ned. ponden doorgesneden zeeuwen. In Frankfort is een paar getrouwd dat 40 jaar gevreid had. Op de markt te New-York zijn den 23 Junij 1.1. aangevoerd met de Erie-spoorweg 72000 mandjes met aardbeijenen 50,000 kwarten melk. Verwacht aan de oevers van de Wolga het verrijzen van een Hollandsch dorp. De Heer A. F. Bouricius heeft 7 aanzienlijke Heeren aangeklaagd wegens opliglerij en afzetterij. (VI- C.) De rust in Por tugal is hersteld. Het is nog niet zeker of de echtge noot van de koningin van Spanje, bijgenaamd de koning, eene reis door Spanje zal ondernemen. De redevoering van Russell over de verkiezing van Rothschild is aange hoord onder daverende en donderende toejuichingen. De Heer Rnlwer en de Hertog van Glücksberg hebben ge armd in de tuinen van la Granja rondgewandeld, na den koninklijken handkus. Een jood beeft in de A. C. ge preekt over het placet. FJEUIIjIJETO W. TROUW TOT IN DEN DOOD. Onder degenen die beschuldigd werden van medepligtig te zijn aan den moord van keizer Albertdoor Jan van Zivaben was cok de baron von Jf^arthoewel hij, volgens het eenparig getuigenis van vroegere en late re geschiedschrijvers geen het minste deel er aan gehad heeft. Hij werd dien ten gevolge levend aan het rad gebonden. Geertruida zijne vrouw, verliet zelfs in de laatste oogenblikken haren ongelukkigen echtgenoot niet en zij beschrijft die verschrikkelijke uren in den volgenden brief aan Margarr.tha von Freijensleinwelke getrokken is uit het belangrijk Duitsch werk van Appetizellergetiteld: Geertruida von ÏVartof getrouw tot in den dood. Ik bad onder het Schavot waarop mijn echtvriend aan het rad gebon den washem tot gelatenheid aansporende. Vervolgens stond ik open door middel van eenige bijeengeraapte stukken hout die ik op elkander stapelde klom ik op tot bij het rad, strekte mij over zijne sidderende le dematen uit, terwijl ik zijn aangezigt vrijhield van het haar dat de wind er in waaide. Achik smeek u mijne waarde: Verlaat mij,« riep hij gedurig uit. Bij het aanbreken van den dag u hier te vinden, wat zou dan uw lot zijnen welke nieuwe rampen zoudt gij over mij brengen. O Godhoe is het mogelijk dat gij mijn lijden nog vermeerderen kunt.« »Ik wil met u sterven, daarom ben ik hier gekomen, en geene magt zal mij van u afrukkenzeide ik, terwijl ik mijne armen over hem uit spreidde en God smeekte om den dood van mij en mijnen Rudolph. I)e dag begon langzaam aantebrekentoen ik eene menigte menschen tegen ons over bemerkte. Ik legde de stukken hout weder waar ik ze gevon den had. Het was de wacht die bij mijne komst heengegaan wasmaar evenwel in de nabijheid gebleven was, om een verhaalte doen van helgeeu plaats gegrepen hadwant bij het aanbreken van den dag stroomde alles uit de stad, mannen, vrouwen en kinderen. Onder deze menschen herkende ik den cipier die mij den vorigen avond aan von handenberg had opgegeven. Het gerucht moet hem ter ooren zijn gekomen, dat ik bij mijnen echtgenoot geweest was, want hij naderde mij, en zeide, terwijl hij zijn hoofd schudde: «Vrouw! zoo was het niet gemeend toen Landenberg u gisteren haalde!» lleerder volk nader bij komende, zag ik er verscheidene van mijne kennissen on der, onder anderen de vrouw van den bailluw Ilugo von U'interlhur ik groette haar en verzocht hare tusschenkomst bij haren manom toch een einde te maken aan het verschrikkelijk lijden van juijnen echtgenoot. Hij durft voor mij niets doen,« zeide von Jf'art met een zucht, zijn hoofd zoo goed hij kou bewegendeen mij niet gezwollen oogen aan ziende «hij durft niets te doen: de koningin heeft het vonnis uitgespro ken en de bailluw moet gehoorzamen anders had ik deze laatste lief dedienst wel aan hem verdiend.» Eenige lieden bragten mij brood en gebak, en boden mij wijn aan om mij een weinig te verfrisschenmaar ik kon niets gebruiken; want de tranen die er gestort werden, en het innig medelijden, dat elk hart be woog, was voor mij de aangenaamste lafenis. Toen het lichter begon tc wordenvermeerderde het aantal menschen. Ik herkende ook den bail_

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 3