51 b v c v t je n t i ti. Bij het naderen van den winter werden de frisclie wangen van Edward bedekt met eene koortskleur, welker roodheid langzamerhand verdween. Hij werd ho» langer hoe bleeker, zijne regte gestalte zonk hoe langs zoo meer inéén, zijn ademhaling werd kort en afgebroken; zijne bewegingen vroeger zoo vlug en zoo snel, wierden nu traag en langzaam, zijne vroe ger zoo schitterende oogen werden dof en flaauw. Zijne gansche gedaan te was veranderd. De geneesheer sprak het .verpletterend vonnis uil: vTering: eenige maanden kwijnen en daarnade dood." Ach wat was alles nu veranderd. Naarmate Edward nu zijn graf na derde, en hij zijn afgelegde levensbaan beschouwde, ging het hem even als den zeeman, die van zijn schip nog eens de kust aanschouwt, die hij verlaat. »Nog zoo jong," riep hij dan wel eens uit, »en reeds sterven!" »U verlaten Elhia! van u en onze moeder scheiden: Alles verlaten en ster ven! Ach! alléén in het graf liggen: welk een treurig lot! Ellna trachtte hem dan wel te troostenmaar zij was dan ook zoo treu rig en zoo neerslagtig Edward" zeide zij, »de zon heeft nog zoo veel kracht: kom bij het venster, ga er bijzitten op dien zachten stoel dien ik voor u heb gereed gemaakt." En dan legde hij zijn mat hoofd op haren boezem, en zoo laafde en verkwikte zij dan haren broeder gedurende verscheidene uren. O ziet eens zeide zij dan de wolken verdwijnen de lucht klaart op. God heeft mijn gebed verhoord. Even als gij daar die wolken ziet ver dwijneneven zoo zal uwe gezondheid herstellen en zult gij niet sterven. Soms trachtte zij haren broeder ook door scherts en boert te vermaken. Dan weder danste en zong zij voor hem: maar ach, waren dan de lippen van Edward weder bedekt met een vaalbleeke kleur, dan weder was ha re hoop verdwenen, en zij kon niet meer vrolijk zijn, zij begonnen dan beiden zoo bitter te schreijen. Ellna raadde haren lieven broeder toch naauwkeurig alles in te nemen wat de geneesheer hem voorschreef; en zij maakte dat eigenhandig klaar. Van tijd tot tijd bevochtigde zij zijn gloeijend voorhoofd met koud wa ter: zij las hem ook wel eens iets voor of vertelde hem iets, als hij een slapelooze nacht doorbragt, om zijn geest wat af te leiden. En als dan soms in treurige oogenblikken hem de dood voor oogen kwamdan zei de zij: »ik zal u Volgen lieve broeder! Hoe zou ik zonder u kunnen leven." Ja, Ellna kan Edward troosten. Zij had haren broeder gezegd ik zal u volgen." Zij hield woordde lente naderde ook bij haar vertoonden zich dezelfde voorteekens van dezelfde ziekte Jo.olvo maakte snelle vorderingenen geen wonder zij hoorde ook van den genees heer haar doodvonnis uitspreken. »Hoe jong moeten wij sterven!" zeide zij tot haren broeder. (iEtrvolg hierna Heden avond overleed na een bijna zesjarig lijden onze jongste lieveling JAN FREDERIK AUGUSTin den ouderdom van zes en een half jaar. Den Helder den J. Van Dam den Boumeester. 9 September 1847. W. J. Van Dam den Boumeester Geb. Diepenheim. De Inteekenaren op de Tijdschriften MARIA ek M A R T II A ek MOEDERSSCHOOT die daarvan do 3 eerste Nummers van dit jaar ontvingen door lusschenkomst van den Boekv. Jb. Thiekunnen de vervolgen bestellen door den Boekv. C. Bakker Bz., te Nieuwediepals wanneer zij dezelve geregeld zullen ontvangen. Genoemde Boekv. C. Bakker Bz., neemt evenzeer nieuwe Abonnementen op hetzelve aao. Schoonhoven S, E. van NOOTEN. 3 September 1847. Kapil". A. STRUIK, gevoerd hebbende het alhier in de Eijerlandsche gronden gestrande NederK. Schoonerkofschip Hendrika Jantina, vau St. Petershurg naar Rotterdam ge destilleerd presenteertals daartoe behoorlijk geautoriseerd op Dingsdag den 14 September e. k. des morgens ten 10 ureop de Eijerlandsche strandendoor een' bevoegden beambte publiek te verkoopen Eenige geborgene TUIGAGIëN, als: gekapt Wand, stag en loopend TouwwerkZeilen, lTros, 3 Ankers, een'. Kabelkettingeenigo Wrakken van gen. Schip en Rond houten Watervaten en hetgeen verdor gepresenteerd zal worden alles daags vóór en op don Verkoopdag gekaveld en genummerd voor een ieder te zien. Nadere informatiën op franco aanvrage ten kantore van ZUNDERDORP Co. Commissionairs in zeezaken te Texel. De Commissie belast met de ontvangst van liefdegaven van de Weduwen en Wezen wier echtgenoten en vadersin de vorige week bij den uiterton een graf in de golven heb ben gevonden en die in zeer armoedige omstandigheden zijn achtergeblevenberigt onder hartelijke dankbetuiging aao de edelmoedige gevers dat zij ontvangen heeft Van den Helder f 307,06|, N. N. aldaar 20,00. een Bremer scheepskapitein. 5,00. In een brief postmerk 's Hago een bankbillet 100,00. d Amersfoort een Munlbillel 10,00. b Utrecht van M. B. een Coupon7,425, en een do. van 2 fl. 30 kr. r i> d 's Hage van M. R. C. S. een Bankbillet 25,00. Het zij de commissie vergund de ongelukkigen bij ver nieuwing aan do liefdadigheid van plaats- en landgenooten aan- tebevelen. De behoeften zijn vele en de nood dringt. Moge de verzekering hiervan nog menig een bewegen om iets voor dezelve aftezonderen. Den HELDER den 10 September 1847" B. G. Clement1 Pred. der L. V. LedeboerJ Herv. Gem. J. van BuchenB. C. Pastoor. MEMENTO M O R I. Directeuren van het Algemeene Vriesche Begrafenis-fonds volgens besluit van Hecren Burgemeester en Wethouders der 4 stad Leeuwarden dd. 12 November 1844, No. gg en on der speciaal loezigt van H. E. Achlbaro aldaar opgerigt advertceren dat ook te Helder en ommestreken aan dat Fonds deel zal kunnen worden genomen bij den Heer E. H. Hesselingbij wion tevens informatiën te bekomen zijn van deze voor de middelstand en geringere volksklasse) zoo nuttige inrigting. Directeuren voornoemd, Leecwarden den J. S. SPOELSTRA. 25 Aug. 1847. J. OOSTENHOF Wz. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te Nieuwediep. Gedrukt bij S. GJLTJES G, KOUTER, te Selder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 4