SET VERLOREN PARABiJS. gesmokkeld en deswege veroordeeld tot 1200 gulden boete of een jaar zitten. Het laatste heeft hij gekozen. In de Zierikzeesche Ct. wordt van Hall een vent genoemd, met verzoek om het niet kwalijk te nemen. In Engeland heeft het niet lang geleden kikvorschen geregend. Frankrijk krijgt zijn handen vol met Abd-el-Kader. Eenige Noord- Brabandscho geestelijken doen een pleizierreisjo door Italië, en hebben ook den Paus gezien. Het bouwen van het paleis te Tilburg gaat met reuzenschreden voorwaarts. In Korsika heeft een bedrogon meisje haren gewaanden min naar met twee kogels doorschoten. In eenige sleden van Italië nemen de vrouwen tweemaal daags les in het exercee- renechte Haarlemscho Kenau's. De Engelschcn hebben iemand naar Abd-el-Kader gezonden die met eene bijzon dere zending belast is: de Franschen hebben er de lucht van gekregen. In de laatste tien dagen zijn op de Lon- densche markt aangebragt 3280 hoornbeesten en 12269 stuks klein vee, hetwelk den prijs van het vleesch aldaar zeer heeft doen dalen. In de Land van belofte steeg te Amsterdam heeft eene arme waschvrouw zich deerlijk ge brand. De Gezant van Persie is ridder geworden van de orde van het Legioen van Eer. Het portret van Kolletti zal in het beroemde museum van Versailles geplaatst wor den. In Weenen en Berlijn wordt eenige meerdere ruim te van geld bespeurd. Een weduwnaar van 50 jaar vraagt een oude vrijster. De Gouverneur-Generaal zal zich voort aan met der woon vestigen in de stad Batavia. In Rus land is de oogst volgens onderscheidene berigten slechts mid delmatig uitgevallen. Ook in China beginnen onlusten op onderscheidene plaatsen uittebarsten. füïz-jiiüüiï'Ojïr. Na onderscheidene reizen gedaan te hebben door Duitschiand en Italië, deed de jonge Brenghel, wiens roem gevestigd was, en die vele rijk dommen verkregen had, zijne intrede in Antwerpen, terwijl hij gezeten was in een koets, die door vier paarden getrokken werd, in het gevolg van den groot-hertog, die hem te Brussel op eene zijner waardige wijze onthaald had. Groot was de verwondering der Antwerpenaren die door Bubbens, Teniers en van Dijk nog niet waren gewoon gemaakt om ee- rien schilder te zien in het rijtuig van een vorstelijk persoon. Bubbens bood hem wel zijne vriendschap aan, hoewel deze zulks een weinig buiten gewoon vond. Breughel hinderde daarenboven den Antwerpschen schil der door zijne eenigzins verwijfde klecding. Evenwel zij werden open hartige vrienden. Alle aanzienlijke huizen openden den toegang voor den nieuwen kunstenaar, alle beeren van aanzien zochten ook zijnen omgang. Hij oponde eene groote werkplaats, die het aanzien had van eene Acade mie of van een Museum. De grootste schilders van dien tijd kwamen er lij elkander, onder anderen Bubbens, van Baelcn, SehutBottenham- mer enz. Na eenigen tijd met afwisselend geluk gearbeid te hebben cn Da het ondervinden van lotgevallendie alle kunstenaars van naam doorgaans overkomen, trad Breughel in het huwelijk. Ilij had eene onwederslaan- lare liefde opgevat voor de schoone Magdalena van Alstootdie hij eens op een hal van den aartshertog ontmoet had. Magdalena was ren wees of wel weduwe. Volgens Schut, die haar in verzen vol gloeijcnde geest drift bezongen heeft, had zij veel overeenkomst en eene sprekende gelij kenis met Magdalena waarvan in de Heilige Schrift gesproken wordt. Zie hier in wenig woorden hoe Bubbens haar beschrijft. Hare bruine haar lokken die golvend nederhingen schitterden als vuurvlammen wanneer zij door de zon beschenen werden: hare oogen waren omgeven door gitzwar te wenkbraauwenterwijl haar geheele gang en houding in de volmaak- ste overeenstemming waren. Deze toonden de afkomst van den grond waar zij geboren was, terwijl haar oogwenk en haar blik die waren van eene volmaakte Ilaliaansche schoone. In één woordzij scheen voor het pen seel van eenen Bubbens. gemaakt te zijn. Breughel vooral was door al zoodanige schoonheden verleid, hij aanbad haar, want in zijn geoefend schildersoog was het eene volmaakte schoonheid eene ware madonna. Zij beantwoordde zijne toegenegenheid met de hare, ja zij was er zelfs trotsch op een man te hebben, die niet alleen een beroemd schilder, maar tekens een groot heer was. Zij hoopte met hem de beschaafde wereld te door reizenen drooprde zich reeds in het verschiet een genot dat hoven alle beschrijving zou zijn. Maar naauwelijks was het huwelijk voltrokken, of Breughel veranderde eensklaps van leefwijze; in den schoot der huwelijks liefde wilde hij nu rust genieten, verwijderd van de woelingen eener groote wereld. Mevrouw Breughel die de wereld niet kendebezag het leven van eene andere zijde. Zij vond dat men altijd tijds genoeg heeh om te huis te zitten, zij zeide dat de schoone bloemen slechts in de zou verwelkendat God haar niet geschapen had om in het huwelijk een kwijnend leven te leiden, dat de ware roem der vrouwen bestond in het schitteren, het bezoeken van hals en dergelijken meer. Zij hield veel van dansen. Men moest haar ook zien zweven, met de vlugheid eener hinde, aangevuurd door de muziek en het vermaak. Breughel beschouw de het dansen uit een meer philosophisch oogpunthij vond dat het voor gehuwde mannen tot niets goeds leidde. Breughel was zeer jaloerschen Magdalena, in plaats van er door getroffen te zijn was er te meer over verbitterd; hare Coquetterie vond er voedsel in en helaas zij gaf er aan toe. Zij smeekte nu haren man haar op alle Antwerpsche feesten med» te nemen. Breughel echter vergenoegde zich met haar naar huiten te ga leiden in het volle genot der schoone natuuren sprak zonder ophouden met haar over het aardsch paradijs dat slechts door Adam en Eva bewoond werd. Magdalena echter, die deze eenzaamheid niet bevielbeantwoord de alles slechts met een bevallig glimlachje, zeggende dat Eva zich zoo zeer niet in het Paradijs vermaakt haden dat zij zich gehaast had het te verlaten, nadat zij de nieuwsgierigheid zoo ver gedreven had van te luisteren naar de redenen van eenen slang. Omstreeks dezen tijd had Breughel dit prachtig schilderstuk begonnen het aardsch paradijs genaamd, dat schoone gedenkstuk, dat met onuit- wischbare trekken geschetst was; ja, het mogt een bijbelsch gedenkstuk heeten, dat door een goddelijke lichtstraal werd omglansd. Breughel die het stuk ouder de oogen zijner geliefde vrouw voltooide, wachtte zich wei den slang in het paradijs te vertoonen. Overigens vond men er alle schep - selen vereenigd, de gonzende hij, de zorgelooze zwaan, de fiere leeuw, de vrolijke luchlzangersmaar geen slang. Breughel is ook de eerste van al le schilders, die het paradijs vertoonde, zonder de verboden vruchthelst gij dat bekoorlijk paradijs gezien, waarvan elk blaadje u toelachtwaar van het minste gedruisch u bekoort, en welks licht u schijnt weg te voe ren in hooger sferen? Ifoe zacht is die schaduw aan den voet dier beo- men, hoe is dat vlietend water omgeven door welriekende bloemen.' B:. elke schrede ademt men vrede en liefde, reinheid en geluk, kalmte cu vreugde: bij elke schrede weerhoudt u een aangename droomde schoon ste vruchten schijnen daar om den dorst naar ligchaam en geest te les- schenalle vruchten vindt men er behalve den bitteren appel. Breughel vertoonde niet den slang in het aardsch paradijs, hij toonde, er de Godheid. Het was minder diehterlijkmaar meer ortodox om het 7.00 eens qiltedrukken. Het was te vergeefs dat hij een meesterstuk maak te het was te vergeefs dat hij op het onsterfelijk doek een onzigtbaar wezen schiep, hij kon zijne Magdalena niet overtuigen van de bekoorlijk heden der eenzaamheid; zij hield vol te beweren, dat men zich in alle paradijzen van de wereld moest vervelen, zelfs in dat van Breughel. «Ziet gij dan niet" vroeg de schilder, «de vreugde die blinkt op hei gelaat van Eva, die door de boschjes dwaalt, vergezeld van de Godheid en van AdamWanneer wij te zamen de schoone weiden doorloopen, en de gevederde bewoners van het luchtruim hunne zangen ter eere van God hooren aanheffen, is het u dan niet als bevindt gij u met God eu met Adam «Helaas!" zeide Mevrouw Breughel, «dat alles was goed en wel, toen er niets voor Eva was, buiten God en Adaml Men begrijpt ligt, dat dergelijke redeneringen de jalousie van Breu ghel slechts vermeerderden. Hij had allen omgang met de wereld afge broken, hoewel hij echter niets dan roem raapte. Teregt verwonderde men zich over Heze zijne afzondering. Met moeite begreep men het, waarom die gevierde schilder zoo eensklaps tot een mensckenhater scheen gevormd te zijn* Was het omdat hij Magdalena van Alstoot gehuwd had Men vond het bespottelijk dat hij zijne vrouw niet aan de wereld vertoonde. Dat hij ons zijne vrouw late zien en zijne schilderijen voor ons verberge; wel nu het zij zoo! Zonder zich veel aan het gepraat van de menschen te storenging Brcugel steeds zijn gewonen ganghij legde zijn penseel slechts nede: om aan den rand van een boschje of aan den oever van een beekje de schoone natuur te beschouwen. Hoewel hij alles opmerktevergat hij echter Teel aaD de rijde van zijne MagdalenaDc dartele jonge vrouw

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 3