WEEKBLAD van den HELDER en het NIEUWEDIEP. N». 47. 1847. STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOGEN enz. Een paar Bepalingen uit het ont werp van het Strafwetboek. Dit "Weekblad wordt eiken Maandag-morgen uitgegeven bij C. BAKKER Bz te Nieuwe Diep. De l'rijs is 80 Cts. in de drie maanden en voor de buitensteden franco per post 90 cents. Men abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan toren zijner woonplaats. MAANDAG VIJFDE JAARGANG. ADYERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Zaturdagsdes middags ten 12 urede prijs van 1 tot 4 regels js 60 centen voor eiken regel meer 15 centen behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. 22 NOVEMBER. Door de regering is op nieuw het tweede boek van het wetboek van Strafvordering aan de 2e kamer der staten-generaal ingezonden. Ieder herinnert zichdat het eerste ontwerp met groote meerderheid is verworpen omdat daarin geene strafbepalingen waren opgenomen tegen de geestelijken die zonder verlof der regering eenig geschrift van eeni ge buitenlandsche geestelijkheid afkomstig hadden afgekondigd of ver spreid. Men was nieuwsgierig hoedanig de regering zich uit deze moei- jelijkheid zou redden. Aan de eene zijde was het niet denkbaar, dat de regering de roomsche geestelijkheidtegen wie zulke bepaling in het bijzonder gerigt is tegen hetjhoofd zou willen stooten en aan den anderen kant had de blinde onverdraagzaamheid bij het meerendeel der leden van de tweede kamer zich zoo sterk uitgedruktdat zonder eenige toegevendheid niet aan toenadering te denken wast Er is nu een artikel ingelascht waarbij aan de bedienaren der gods dienst verboden wordt zoodanige geschriften aftekondigen of in druk uittegeven en te verspreiden. Dit klinkt luide maar beduidt niets. Het bewijst alleen het bespottelijke van het regt van placet; want het zal de bedienaren der godsdienst nooit aan de gelegenheid ontbreken een goed- willigen leek te vinden die het op zijnen naam in druk uitgeeft en verspreidt zoodat het toch ter kennisse komt van allen die het moeten weten. En dan is de verspreiding onstrafbaar omdat de straf alleen de bedienaren der Godsdienst betreft. -Bovendien worden nog hiervan uitgezonderd die acten welke uitsluitend gewetenszaken van bijzondere personen of onderwerpen van kerkelijke leer en tucht betreffen. En daarmede wordt inderdaad alles uitgezon derd uwant buiten deze onderwerpen valt er hier voor eene buitenland sche geestelijkheid niets te verspreiden. Evenwel zoo als het artikel nu gesteld is, zal men het van de zijde def. meerderheid, moeijelijk kunnen bestrijden zoo lang men in beginsel aan neemt, dat de regering zich met leer of tucht kan, noch mag bemoéijen. Wij blijven er echter bij dat het beier Ware er geheel van te zwijgen. Bij de nieuwe voordragt van dit ontwerp, zijn echter onveranderd ge bleven de bepalingen omtrent hoon en lasterdie zoo zij al niet regt- streeks de bij de grondwet gewaarborgde vrjjheid van drukpers opheffen, haar echter zijdelings tot eenen blooten klank maken. Aan laster is schuldig die met oogmerk om te beleedigen aan iemand eene bepaalde daadwaarvan de waaiheid uit geen regterlijk gewijsde of authentieke akte blijkt, heeft ten inste gelegd, wanneer daat door diens eer of goede naam wordt aangerand Wij willen hier niet stilstaan bij de opmerking dat men de beperking van den Fransche Code dat het feit in net openbaar gepleegd moet zijn beeft weggelatenzoo dat eene mededeeling in vertrouwen tusschen drie of vier goede vrienden gedaan reeds laster daarstelt en strafbaar gesteld wordtwij -willen alleen bij de drukpers en derhalve bij de openbarq beleediging stilstaan en dan vragen wij: Is het volstrekt ondenkbaar dat een minister, dat eenig ondergeschikt ambtenaar zich laat omkoopen 's lands gelden verspilt, of op eenige andere wijze zijn gezag misbruikt? Zal dan de drukpers, de trouwste wachter der vrijheid die misdrijven niet mogen Termeiden het publiek daarop niet attent maken opdat de schuldige de regtmatige straf erlange of zal men moeten wachten tot dat die misdrijven uit een authentieke acte te bewijzen zijn In het priva te leven is die strafbaarheid voor dergelijke aantijgingen gepast als zij ni«t te bewijzen zijn uit vroegere vonnissen of andere authentieke stuk ken maar de ambtenaar die als zoodanig misdoet, moet als zoodanig ten allen tijde, voor den regterstoelvan het publiek kunnen worden geroepen. Wij willen niet dat daarom iedet vrijelijk en ongestraft een minister of andere ambtenaren allerlei misdrijven zal kunnen te laste leggen maar wij willen het regt hebben om langs alle middelen het bewijs te kunnen leveren dat het misdrijf is begaan. De bewustheid dat ieder individu op die wijze het regt verkrijgt, een misdrijf aan den dag te brengen, is heter waarborg tegen alle misbruik dan de vrees dat het openbaar mi nisterie deswegens «ene vervolging zal instellen. Is de bepaliog wegens laster dus reeds noodlottig voor alle vrije beoor deeling van de handelingen van ambtenaren, nog meer doodelijk is die omtrent hoon. Aan hoon is schuldig die met oogmerk om te beleedi gen aan iemand zonder aantijging eener bepaalde daad eene bepaalde ondeugd beeft ten laste gelegd of - op eenige andere wijze met woorden afbeeldingenof gebaren iemands eer of goeden naam heeft aangerandhem heeft beschimptgesmaad of bespot of getracht hem aan da minachting of bespotting van anderen prijs te geven." liet eerste gedeelte is uit den Fraschen Code overgenomen, maar het laatste en curcijf gedrukte is er door onze liberale ministers bij gevoegd. Door die bijvoeging wordt niet alleen het regt van beoordeeling maar de uiloefening van een pligt onmogelijk gemaakt. Een minister van Buiten landsche zaken die door traagheidnalatigheidonkunde of zwakheid van karakter ouzé belangen tegen over het buitenland verwaarloost, onza regten laat vertrappen een minister van koloniën die door autocratische besluiteh de welvaart onzer bezittingen ten gronde helpt, een minister van Financiën, die 'slands gelden verspilt, zou men niet openlijk aan da minachting of de bespotting van het publiek mogen blootstellen Wij achten het pligt zulks te doen opdat ieders aandacht op hen gevestigd worde en hunne verwijdering bevorderd worde. Of acht men het on mogelijk dal wfj in Nederland ooit zulke ministers zoude krijgen als wij hier veronderstellen? De Code Pénal is allfld als hel slechtste der Fransche Wetboeken be schouwd, en gegrond is de beschuldiging dat men daarin de despotieko geest van den keizer kan herkennen. Welnu, die Code is mild en vrij zinnig in vergelijking met ons Wetboek. Dit bljjkt niet alleen uit da straks vermelde bijvoeging maar ook uit de straf. Het Fransche wetboek straft hoon met eene boete van 16 franes tcj_500 francs. Het onze met eene gevangenisstraf van teö langste eai maanden en eene boete van ƒ10 tot ƒ200en letwel 1 die straf v:«rd- verdubbeld als de hoon tegen een openbaar gestelde magt of ambtepstr gepleegd is. Zoo wordt Napo leon nog een liberaal bij onze rainia^jrs*))- Zoodra deze titel wordt aangenoctenV «feft i» elke vrjja beoordetliaj ir-A y.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 1