F, 11. R1ESSELMAN b tr c r t c n 11 c h. uiaös mm Suderlandeen Engelschman was hofbankier Tan Katharina de twee de Keizerin van Rusland en stond bii deze Torstin in blakende gunst. Op eenen morgen werd hij zeer vroeg uit zijnen slaap gewekt daar men hem berigtte dat zijn huis met soldaten omzet was en een beambte der policie hem verlangde te spreken. Ter zelfder tijd treedt deze reeds de kamer in en betuigt hem zijn leedwezen over bet bevel dat bij van wege bare Majesteitverpligt is op staanden voet uittevoeren ofschoon liet hem zelveri onmogelijk is te begrijpen, wat tot dat vreesselijk be sluit bij de vorstin aanleiding heeft gegeven en bare gramschap tot die hoogte opgevoerd. Tegen mij vraagde de bankier sidderend ik weet bet evenmin en ben nog meer verbaasd dan gij." Maar wat is dan toch de inhoud van uwen schrikkelijken last?" Ach hemel! ik heb den moed niet om bet u te zeggen." «Heb ik dan bet vertrouwen van Hare Majesteit verloren?" Ach daarom zoudt gij mij niet zoo bedroefd zien vertrouwen kan men op nieuw zoeken te winnen, en ook voor de tweede maal kan men hofbankier worden." s Zoo word ik welligt uit Rusland gebannen?" »Dit zou zeker slimmer zijn,met geld evenwel kan men in aHe landen goede sier maken." -a Een zal mij toch niet naar Siberie willen brengen?" Uit Siberie kan men ook weder terugkeeren." »In de gevangenis dan?" »Uit deze is ooknog ontkoming!" Barmhartige hemelmen wil mij welligt de knoetstraf doen onder gaan Die is niet aangenaam maar men sterft er toch niet van." »Alzoo is mijn leven in gevaar? Voor twee dagen nog sprak de kei zerin mij zoo vriendelijk toe ik kan bet bijn-i niet gelooven I Spreek toch vrij uit! Zulk talmen is nog erger dan de dood!" »Ja, beden rood morgen dood! De allergenadigste keizerin heeft mij bet allergenadigste bevel doen toekomen om ude huid aftestro- pen en die oplevullen Huid afstropen opvullenEen van u beiden heeft bet ver stand verloren gij of de genadige vorstin zelve." De politie-beambte deze laatste woorden boorende Zegt: v Aeh Mijnheerik heb gedaan wat lieden in ons vak zoo zelden mo gen. Ik gaf mijne verwondering ja wat meer zegtmijn smart te ken nen ik had den moed, eenige tegenwerpingen te maken- doch de allergenadigste keizerin gaf mij eenen naam, dien ik niet durfheihalen en gebood mij onmiddelijk bare genadige bevelen uitevoeren die zij mij de eer had aangedaan optedragen. Wie schets den toorn en de vertwijfeling des hofbankiers De policie-beambte aan zijn eigen gevoel gehoor gevende bood hem een kwartier uurs aan om zijne zaken te regelen waarlijk niet te veel 1 Suderland smeekt hem lang te vergeefs om de vrijheid der allergena digste vorstin slechts een paar regels te mogen schrijven Sidderend geeft de dienaar van Nemesis eindelijk zijne toestemming en vaagt het dezelve aan den Graaf Bruce ter band te stellen Deze houdt den man voor gekrenkt in de hersenen. Hij ijlt naar bet bof en toont Katharina bet schrijven des bankiers. «Mijn God, roept de keizerio uit: Wat scheelt den policie-beambte? Laat hem dadelijk mijnen armen bankier uit zijnen doodangst verlossen Doch nu herinner ik mij ging de keizerin voort, terwijl zij tevens in een schaterend lagchen haar gemoed lucht gaf, van waar dit misverstand komt. Het hondje dat de bankier mij voor twee jaren ten geschenke gaf is gisteren gestorven. Ik had het naar zijn naam genoemd en nu dezen morgen gaf ik bevel aan den policie-beambte bet de Luid aftestropen en optevullen. Hij maakte eenige tegenwerpingen, ik werd driftig, daar ik geloofde dat hij zulks beneden zijne waardigheid meende te zijn De beer Suderland werd natuurlijk onmiddelijk ontslagen en verheugde zich niet weinig dat hij het had gewaagd der allergenadigste keizerin met zijnen toestand bekend te maken daar bij anders welligt bet slagtoffer zou zijn geworden van een nooit aldus geboord misverstand. Heden beviel zeer voorspoedig van een welgeschapen ZOONBARTA WALRAVEN geliefde Echtgenoot van: L. EENHORST Helder 15 Nor, 1847» wonende achter de Rasiers bij de Nieuwe Brug No. 70. Fabrikant in TABAK en SIGAREN verkoopt KOFFIJ 1HEE en SUIKER in het groot en klein, recommandeert zich in de gunst van zijne Plaalsgenoolcnbelovende eene prompte en civiele bediening. Bij de Commissie tot onvangst van Liefdegaven voor de Weduwen en Wezen der op den lslcn Sept. j. 1. veronge lukte sloeperlieden is ontvangen eene belangrijke gifle uit bet fonds van wijlen Mejufv. Ida Maria de Raathte Rotterdam, ten bedrage van 120, waarvan bij dezen met dankzegging melding gemaakt wordt. HELDER en NIEUWEDIEP, 17 Nov. 1847. B. G. Clement1 Pred. der L. V. Ledeboerj Herv. Gem. J. van BackenB. C. Pastoor. Dij C. GILTJES aan de Kanaalvveg zijn ta bekomen besteEngelsche, Duitsche en Braband- sche STEENKOLEN, van 1,60 tot 2,00 het Ned, Mud Vrij aan huis. Bij de 10 of meerder Mudden tot minder Prijs. Verandering der Vertrekuren, van de Diligence tusschen ALKMAAR HAARLEM. Van af den 25 November 1847 zyn do uren van vertrek bepaald van Alkmaar 's morgens ten 7|ure 's namiddags ten 2 ure. van Haarlem d circa 10| 's avonds 6 ure, De Ondernemers J. tan der HAAGEN de Wed. J. J. QUINTERNE. Door den Boekverkooper Johs. Roem to Alkmaar is uitgegeven In 't Verhoor Eene kluchtige Scène uit het Stadsleven met een plaatje a 50 Cents. In Duilschland is dit werkje onder den titel van NANTE DER ECKENSTEKER 31 MAAL herdrukt en bij oud en jong, rijken arm bekend, en zal nu in een Ilollandsch gewaad gekleed ligt ook bij onshier en daar een trage lever in beweging brengen. Het is uitnemend geschikt ora ia gezelschappen te worden voorgedragen. Bij den Uitgever dezer is gereed: Eene Lijst van Inteekening op éene Leerrede uitgesproken door den WelEerwaarden Heer P. HAESEBROECK, Predi kant le DECOKSDORP op Texel, bij zijne eerste optrede voor do Gemeente na herstelling van Krankheid, overJesaia 38 vrs. 5e. IK ZAL VIJFTIEN JAREN TOT UW LEVEN TOEDOEN. Prijs 50 Cts. Uit te geven voor rekening van den Schrijver» Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te Nieuwcdicf. Gedrukt hij S, GILTJES G, K00TER,. te Helder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1847 | | pagina 4