Odde Schild op Texel, 6 April 1848. T. METS. TEFIIIETOJr. MARIA LOUISA, Vervolg en Slot.) Maar om eene nieuwe keizerin te wettigen, moest Joséphine ont troond worden', tot deze onttrooning werd eene echtscheiding vereischt en deze werd uitgesproken. De staatkundige redenen waren wreed wel is waar, nogtans verzachtte Napoleon's gedrag zooveel mogelijk hunne gevolgen voor J o s p h i- n e. Maar welke bitterheid moest zij niet gevoelen die na de ontluiken de fortuin van Napoleon gedeeld en gediend te hebben, zich opeens van die fortuin, juist toen zij haar toppunt bereikt had, ontdaan zag niet alleenmaar zelfs de liefde moest derven welke haar voor alle verlie zen ja voor het gemis der kroon, had schadeloos kunnen stellen! Het was haar nog onbekend dat hare mededingster, na verloop van vier jaren ook geene keizerin meer zoude zijn. De huwelijksfeesten waren prachtig. De keizer en de nieuwe keizerin rieden hunnen inlogt te Parijs, den 2 April 1810, door de barrière de 1'Etoile. Alles was versierd, een triomf-boog opgerigt; niets ontbrak aan den luister van het feest. Maar het schijnt dat een wreed noodlot altijd aan de vorstelijke huwelijken verbonden is, en dat een droevig onheil altijd tusschenbeide moet komen als eene stomnre tegenkanting des ougeluks tegen de vreugde van die bevoorregte geslachtenals de voor spelling van eenen droevigen uitslag. De oostenrijksche gezantde prins van Schwarzenberggaf een bal waarop het gansche hof en al de diplo maten vereenigd waren en hetwelk eindigde met eene beklagenswaardi ge catastroplie, een' brand. De herinnering aan Maria Antoinette kwam op dien oogenblik allen voor den geest. Ook zij was aarts-herto gin van Oostenrijkook zij was in Frankrijk gekomen om den troon te beklimmen, ook zij had haar huwelijk door een ongeval verstoord gezien. De voorspelling was dezelfde; het antwoord der toekomst moest verschil lend zijn. Het volgende jaar werd de geboorte van den koning van Romedie aan de napoleontische dynastie een' waarborg voor de toekomst scheen te geven met geestdrift door Frankrijk begroet. Men wist niet dat de ge borene geen wereldgebieder zou wordenmaar een banneling die zijne dagen, verre van zijn vaderland, vroegtijdig moest eindigen in eene ver momde en onverbiddelijke gevangenschap. Sedert dat oogenblik tot aan de gebeurtenissen van 1814 en 1815, levert het leven van Maria Lou- i s a geene belangrijke bijzonderheden op. Zij deelde gerustelijE" in den roem des keizerlijkszonder zich om het genie te bekommerenhetwelk dien roem verworven haden zonder het minste deel in de aangelegen heden te nemenhetgeen trouwens Napoleon's begeerte was. Maar het is geoorloofd te veronderstellen dat indien Maria Louisa eene groo- te vrouw geweest was, zij op de oostenrijksche staatkunde eeDen invloed had kunnen uitoefenen, die welligt groote onheilen had kunnen voorko men. Niels van dat alles; zij deed zich nimmer in de aangelegenheden van Oostenrijk gelden. Deze werkeloosheidwelke Napoleon nimmer had gedacht te beklagen, toen hij met zijn adelaarsblik in alles voorzag, had hij bitterlijk te betreuren op den oogenblik der ramp van 1814, toen Maria Louisa, van hem verwijderd en bekleed met het gezag van regentesmet standvastigheid en geheimhouding zich tegenover de gebcu- tenissen had behooren te stellen. Niels merkwaardigs heeft zij verrigtniet eens in hare briefwisseling met Napoleon, toen deze van den eenen kant het fransche grondge bied voet voor voet legen den inval verdedigdeen van den anderen kant zich bevlijtigde om zijne afwezendhtid van Parijs te vervullen, door er order op order heen te zenden, ten einde alles te regelen en in alles te voorzien. Voorde keizerlijke waardigheid die zich nimmer verloochent gevoelt men al de angsten van den mensch. Het geluk geholpen door verraad allen weerstand onmogelijk gemaakt hebbendeen Parijs gena derd zijnde, moest de keizerin naar de Loire terugtrekken. Daar viel zij in den strik dien haar vader en de verbondene mogendheden haar ge spannen hadden; in plaats van Napoleon tot eiken prijs te gaan we- dervinden, had zij de zwakheid zich te Rimbouillet aan de zijde van den keizer van Oostenrijk te voegen, op den oogenblik dat de generaal C a m- bronne, aan het hoofd van twee bataillons der garde, den last ontving heur naar haren gemaal te geleiden. Zij deed meer, zij stemde er in toe, den keizer van Rusland en den koning van Pruissen achtereenvolgens te ontvangen. Men kon uit het gedrag der keizerin besluiten, dat zij geen gemeene zaak met Napoleon wilde hebbenen deze gevoelde zulks op eene droevige wijze. Van dien oogenblik af was Maria Lou isa voor den keizer verloren. Men bjagt haar naar Weenen met haren zoon, en slaagde er in hare gevoelens derwijze te veranderen, dat zij in het tijdperk der honderd dagen eene plegtige verklaring aflegdein welke zij alle deelneming aan dien heldhaftigen toyt naar Parys ontkende een togt, dien zij als eene blijde verwachting had moeten begroeten, en stelde zich onder de bescherming der verbondene mogendheden. Zekerlijk was de toestand vau Maria Louisa moeijelijk. Bespieding, verleiding, bedreiging, niets heeft men gespaardom haar de treurige rol t« doen aannemen, welke het heilig verhond zich voorbehouden had haar te doen spelen. Maar wat er ook mogt gebeurenzij had geene deelgenoote moeten zijn van eene staatkunde, welke tegen haren gemaal en tegen haar aangenomen vaderland gerigt was. Wij zullen ons niet bezwaren over hare zamenleving en over haar hu welijk met den graaf Neipperg; de gemakkelijkheid waarmede zij den doorluchtigen man vergat, met wien zij vereenigd geweest was, is be paaldelijk door ons beoordeeld. Wij zullen slechts eene aanmerking ma ken De graaf Neipperg heeft «en zonderlinge rol in het lot van Napo leon gespeeld. Na in hoedanigheid van oostenrijksch minister, in 1812 te Stokholm bijgedragen te hebben tot het verdrag van Urebro, dat de vijandige gezindheid van Bernadotte ten gevolge had, na den 11 Ja- nuarij 1814 Murat, koning van Napels overgehaald te hebben tot een verbond met de vorsten tegen Napoleon, ontving hij van zijn gouver nement, benevens Maria Louisa, eene zending, welke hem de uit gebreidste magt gaf, en waarvan hij zich ter gunste der oostenrijksche politiek bediend heeft. Alzoo was een nietsbeduidend man drie malen het werktuig van het noodlot tegen de grootste bestemming van den nieu wen tijd. De dood van de hertogin van P a r m a is slechts eene gebeurtenisom dat zij de kwestie van Pontremoli verlevendigt; wat de keizerin be treft, wij hebben het gezegd,zij was reeds lang dood. Stbttevteuiiëu. Heden overleed tol mijne innige droef heit!mijne zoo hartelijk beminde Echtgenoole TRIJNTJE BAKKER, na een langdurig en smartelijk lijdenin den ouderdom van vijf-en- dertig jaren, en eene gelukkige Echlverbindtenis van elf eri een halfjaar. Een ieder die haar van nabij leerde kennen zal kunnen beseffen, wat ik met mijne zes kinderen aan haar verlies. Zacht en kalm was haar uiteinde; God hoop ik, zal mij sterken om dozen vreesselijken slag met stillen oot moed en onderwerping te dragen. Grienden en bekenden gelieven deze algemeene, te vens als bijzondere kennisgeving aan te nemen. PUBLIEKE YERKÖOPING. Men is voornemens, op Zaturdag den 15 si pril 1848, des voormiddags precies orn tien uren, ten slcrfhuizo van Wijlen P. Vermeijop de Hofstede genaamd Vredebest, in den Ruigcnwegnabij de Oude Sluis, in de gemeente Zijpe, publick om kontant geld, te verkoopen 9 KOEIJEN (die gekalld hebben of op kalven staan,) 3 dito VAARSEN, 1 GELDE KOE, 4 PINKEN, 1 bruin RUINPAARD (oud ongeveer 7 jaar,) 1 dito MERRIE (oud 10 jaar,) 13 SCHAPEN (overhouders,) 12 OONSCHAPEN, eenige KIPPEN en GANZEN, 1 BOERENWAGEN, 1 CHA1S, voorts BOEREN- en BOUWGEREEDSCHAPPEN, TUIGEN cu hetgeen verder te koop zal worden aangeboden. Nadere informatiën zijn te bekomen ten kantors van den Notaris J. SCHOONaan den Helder. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. te Nieuwcdicp. Gedrukt bij S. UILTJES G. KOUTER, te llddtn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1848 | | pagina 4