WEEKBLAD va* de* 5P. N». 27. 1848. BS UET f STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOGEN enz. HET SCHANDAAL TE LEIDEN. ÏESBE JAARGAAG. Dit ATeekblad wordt eiken Maandag-morgen uitgegeven bij C. BAKKER Bz te Nieuwe Diep. De 1'rijs ia 80 Cts. in de drie maanden en voor de buitensteden franco per post 90 cents. Men abonneert tich bij de Boekhandelaren en Postkan toren zijner woonplaats. II A A W 19 A Ci \vV^BlGEfe, "Er o ADVERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Zaturdagsdes middags ten 12 ure de prijs van 1 tot 4 regels is GO centen voor eiken reg^l meer 15 centen, behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. SC5 1L' Jb "Wanneer men uit eene of andere goede stad van orj3 land en bij voor keur uit de Provincie Noordbrabandwaar de Catholijken verreweg de meerderheid uitmaken, vernam, dit een. pastoor met ecnige diakenen zich legen de plaatselijke overheid feitelijk hadden verzet, en dal die overheid, in plaats van te wijken voor geestelijken overmoed, met kracht hare besluiten ten uitvoer had gelegd welk gejuich zou er in den lande zijn opgegaan. Alle vrome protestanten, mei de doininés en kerkeraden aan het hoofd hadden een zegekreet aangeheven en alle zegeningen waar over de regering beschikken kan over zulk een krachtig plaatselijk be stuur afgebeden!Het publiek-ministerie dat één oogenblik aarzelde, om dien pastoor met zijne diakenen te vervolgen, zou een ultramontaan een jezuit of een laffe beambte zijn, niet waardig dit vertrouwen, dit de regering op hem stelde. Maar ziet! in Leiden laat de regering zich niet door onwil van een pro- testantschen kerkeraad, dcor protestantsche geestelijken opgezet, dwingen, zij legt hare besluiten in weerwil van al liet dreigend gekraai ten uitvoer en hemel en aarde worden bewogen en zelfs het meerendeel der profes soren drijven in den acndemischen senaat het besluit door, om een adres van afkeuring aan de regering te rigten Voor zoo ver wij over liet voorgevallene uit de medegedeelde berigten kunnen oordeelen was de regering volkomen in haar regt. De regering heeft ten allen tijde de regenten van het Huiszittenhuis aangesteld. Verschillen over de wijze van administratie schijnen aanlei ding gegeven te hebben tot het arresteren van een nieuw reglement van beheer en het benoemen van andere regenten. De oude regenten weige ren echter het huis te veilaten en wat kon, wat moest de regering dus anders doen, dan hen door de policie de deur te laten uitzetten, cm de uieuwe regenten te kunnen installeren? Al had de kerkeraad eenig regt op dat huis gehad in allen gevalle is dit zeker, dat de regering in het bezit daarvan was. De diakenen, die daar administrateerden, zaten daar niet als gezonden door den kerkeraad, maar omdat de regering hen gekozen hadzij bezaten dus voor en in naam der regering. Zoodra de regering hunne benoeming, die hun liet regt gaf, om in dat huis te zitten introkverviel hunne bevoegdheid. Al had dus de kerkeraad eenig regt, men had dat bezit bij de regering moeien eerbie dige», bet huis aan de regeling overlaten, en daarna voor de regtbanken dat gepretendeerde regt moeten doen gelden. Maar dat verkoos men niet; men wilde schandaal; men hoopte welligt, dit de regering zwak genoeg zou zijn, om uit vrees van haar besluit af te zien. Om dat schandaal te vermeerderen voegden zich in het huis ook een paar predikanten en een paar ouderlingen, en men zorgde dat het voor nemen genoegzaam bekend was, 0111 een hoop gemeen voor de deur van bet liuis op de been te krijgen. Die doininés en ouderlingen hadden niels met liet huis te maken zij waren nimmer tot regenten aangesteld lij gingen er alleen heen met het doel om er zich te doen uitzetten I opdat de indruk bij het gemeen des te sterker zou zijn. Maar waaromvraagt welligt iemand waarom beeft liet stadsbestuur dan niet liever eerst eene beslissing van de regterlijke magt uitgelokt? Het antwoord is gereed; vooreerst: is er geene enkele reden, om de j hulp der regterlijke magt in te roepen als men zich zeiven kan helpen en ten andere de regterlijke magt zóu zich onbevoegd verklaren 9 en de regering weder naar de policie hebben verwezen. Stel eens dat een kapitein van een oorlogschip na eene reis van eenige jaren terugkeerendeweigerde het schip te verlaten op grond, dat het zijn schip was, zou men dan willen, dat de regering een proces begon tot ontruiming van dat schip Of zult gij als gij uw meid de dienst hebt opgezegd, een proces beginnen tot ontruiming van uw huis? Gij neemt haar bij den arm en zet haar de deur uit. Heeft die kapitein het schip gekocht, is uw meid eigenares van het liuis, laten zij hun regt doen gelden, maar beginnen met te ontruimen, omdat zij op het schip of in uw huis alleen zijn ten gevolge der aanstelling der regering, of omdat gij haar in uw dienst hebt genomen. Even zoo is het met de regenten van liet Huiszittenhuis. Al liad de kerkeraad er regt op, de oude regen ten hadden het behooren te ontruimen en de plaats aan hunne nieuw be noemde opvolgers overlaten, omdat zij er niet dan tengevolge der benoe ming der regering waren ingekomen. Maar al ware het regt twijfelachtig, dan nog bleef liet gedrag van den kerkeraad zeer berispelijk. Moest nu in deze lijden een kerkelijk collegiemoesten predikeis der christelijke leer een voorbeeld geven van verzet tegen de overheid? Waarom zich niet tot een eenvoudig protest bepaald? Waarom zich door policiebedien- den er laten uitwerpen? Dit is niet de handelwijze van een fatsoenlijk man, van een burger, die besef heeft van zijn pligt. Maar men heelt zich tot martelaars willen maken, men heeft niet onlreddeide kleederen voor liet gemeen willen verschijnen, men heeft d« overheid in haat en verachting willen brengen bij hen die de zaak niet konden heoordeelen. En had men het nog daarbij laten rusten! Maar het is niet genoeg, men schrijft een brief, waarbij men onder voorwendsel van tot bedaard heid aantemanende driften van het gemeen in gloeijende woorden tracht optewekken dien brief laat men drukken en bij honderde exem plaren in de gemeenste achterbuurten verspreidenen men kan het alleen aan den verkwijnden ziel- en geeslloozen toestand van het Leidsch gemeen danken dat liet niet tol een oproer tegen de regering is gekomen. En dat doen die menschen die legen vrijheid van onderwijs en gods dienst prediken, uit vrees, dat de Roomscligezinden beginselen zullen verspreiden, die de toekomst des lands in gevaar zullen brengen. Zij, die zich tegen de overheid verzetten en daarna het gemeen opruijen, om zich bij dat verzet aan hem aan te sluiten Dit voorval heelt nog eene belangrijke zijdeals men opmerkt dat het grootste deel der protestantsche gemeente de partij voor de predi kanten en den kerkeraad heeft getrokken. Onbekend met de beweeg reden, met de gronden van den stedelijken raad heeft men nints anders gezsen dan een dominé door dienders op straat gezet, en dat heeft eene groole ergernis verwekt. Het kan niet anders^óf ha "ecqhj nadenk e a za 1 menigeen nu reeds de zaak in zijn ware ^l|ïl beschouw^ni^r^t®ah die er U$gischt rfeëf is het opmerkelijk dat hij al de iaauwhe hel hoogslbelangrijke politische regtcn ^tlt% eêa opipèrigc -VN xV» cYstelijÉ-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1848 | | pagina 1