burgers geplant is. Met regt worden daarom vrijzinnig genoemd
zij dia zich met de beginselen der commissie Tan 17 Maart
cu met wat daarvan in de grondwet is overgebleven, vereenigen,
omdat daarbij de regtcn der Natie zijn uitgebreid, en ourede-
lijke, verouderde banden geslaakt zijti.
Verkiezingen met éénen trap zijn daarom inderdaad antili
beraal; onulat zij noodzakelijk de verkiezingen in een kleiner
aantal banden zullen brengen, of gelooft men, dat wij thans,
zulke talrijke kiescollegien zouden hebben indien er met
nen trap gestemd werd als thans, nu men regtstreeks wordt ge
roepen? Met eiken trap gaat er iels van den algemcenou geest
verloren. Elke trap is eene belemmering tot die langzame,
maar onweerstaanbare toeneming van het aandeeldat het volk
aan het beleid van 's lands belangen moet nemen.
Wij willen echter do schrijvers van den brief eens toegeven
dat men tegen rcgtstreeksche verkiezingen, tegen vrijheid van
onderwijs, tegen vrijheid van godsdienst ingenomentoch libe
raal kan zijn, waarin heeft zich dat liberalisme van den Heer
van Leeuwen dan vertoond? Zonder hel, bepaald te zeggeu
schijnt uit den geheelou zamenhang van den brief lo volgen,
dat de Heer van Leeuwen openbaarheid in do lands-, provin
ciale- en gemeente-zaken, bezuiniging, vereenvoudiging eu pene
betere vetdecling van lasten, vrijheid van den handel heeft voor
gestaan.
Men moet elkander wel verstaan. Wij hebben ilenHeervau
Leeuwen nimmer als een domuie dwaze Uil afgeschilderd; in
tegendeel, als wij zijne geschiktheid voor de kandidatuur be
twisten dan was het bij het gevoel van achting voor zijn per
soon. Dat hij niet behoort tot die menschen die zoo ver tot
liet oude willen terug keereu, om de geldelijke administratie
des lands iu den sluijer des gehe"ms lo wikkelen, dat hij als
Hollander, als met do moedermelk de vrijheid van den handel
ingezogen hebbende, die niet ia banden wil leggen gelooven wij
gaarne, maar tttij achten die verdienste zeer gering, omdat de
opinie daarover zoo gevestigd is, dat zelfs hij, die er anders
over dacht, liet niet dan fluisterend zou durven uiten.
Wij verheffen ons tegen de kandidatuur van den Heer. van
Leeuwenzoo wel om zijn gedrag als lid der kamer, die wel
dra zal ontbonden zijn, als wegens hetgeen hij in de nieuwe
kamers zoudo moeten doen.
De schnjvers van den brief zullen zeker de oude grondwet
niet onveranderd hebben willen laten. Zij zullen, al konden wij
over ons verschil betreffende verkiezingen, vrijheid van onder
wijs, en vrijheid van godsdienst heen slappen, ons toestemmen
dat cr redelijke, billijke wcnsckeu waren die vervuld moeslen
worden
Zij, die zich met hunne namen op het politiek terrein wa
gon, zij zullen zich herinneren, hoe reeds ÏP'illem I in 1830,
toen hij in verlegenheid was, cene ruime herziening beloofde
en hoe akelig in 1840 die belofte vervuld werd. Wat heeft nu
dc Heer van Leeuwen in zijn vroegereu loopbaan gctlaau, om tlic
herziening lot stand te doen brengen? Bij welke gelegenheid
ondersteunde hij eeuig voorstel dat dit kon bevorderen? Be
hoorde hij ook niet onder hen die het hevig bestreden budget,
toen alle de grieven, die er legen dc regering, tot eene over
stelpende massa werden opgehoopt, en niemand den mond open-
do, om het budget te v eriledigon oin de grieven le wederleggen
zoo veel schaamte was cr in de kamer behoorde hij niet
onder hen, die het budget aannamen en daardoor den slaat van
zaken bevestigde, die alleen door den schok der Franschc re
volutie aan liet wankelen gebragt is? Waar en bij wclko gele
genheid heeft de üecr van Leeuwen die bijzondere onafhanke
lijkheid tegen de legering beloond? Wanneer andersdan juist
bij die gelegenheid toen het cr opaankwam do regten en vrij
heden des volks uiltebreiden?
Heeft de afgelegde loopbaan ons geene aaubeveling doen vin
den, wij vinden een reden voor zijne niet herkiezing iu heigeen
cr lo doen zal vallen.
Al wil men nog twisten OTer regtslrcoksehe of gclraple ver
kiezingen, de eerste zijn in de grondwet opgenomen en de wet
zal die voor hel vcrTolg regelen. Kan men dal toevertrouwen
aan de handen van hem die tegen het beginsei was? Wij wil
len eens aannemen, dat men liberaal zijn kan, terwijl men te
gen do vrijheid van vcreenigiugtegen de vrijheid van onder
wijs is, zulleu wij, die hoogen prijs op die vrijheden stellen, de
regeling daarvan aan het oordeel van den lieer van Leeuiuen
onderwerpen, die vol groote vreeze voor de gevolgen is, en ze
meer wilde beperkt hebben?
Yoor de reglstreeksche verkiezingen van de Provinciale en
Gemeentelijke vertegenwoordiging heeft hij geslcmd, niet om
dat hij ze goedkeurde, maar omdat zijn gezond verstand
do dwaasheid gevoelde, dat zij, aangenomen voor de landsver-
tegenwoordiging, bij de gemeenten niet zou plaats grijpen.
Hier kan de deelneming zeer ruiin worden en wij wenschcn
die zoo ruim mogelijk, het wordt do oefenschool voor do ge-
wigtiger verkiezingen; en zullen wij die laten regelcu door
hem, die iu beginsel daar ook liever verkiezingen had met
éénen trap? Gewis neen! Wij hebben alle achting voor den
Heer van Leeuwenmaar als een man, die van het oude
wenschle te behouden wat nog half te behouden scheen, wen-
sclien wij, die vooruitgang willen, die in de gebeurtenissen
van Weenen en Berlijn eene waarschuwing zien, wat de nood
lottige gevolgen zijn, als niet bij tijds de staatsinstellingen
naar den geest des tijds worden gewijzigd, wij willen eenen
vertegenwoordiger, die alle vrijgevige bepalingen onzer grond
wet uit overtuiging die ontwikkeling kan geven, welke ons voor
botsingen zal bewaren. Indien de grondwet thans niet eerlijk
in haren geest wordt ontwikkeld, zal drift de gemoederen gaan
vervullen, waar nu blijdschap cu hoop en gehechtheid aan het
stamhuis, dat ons regeert, gevonden worden.
Daarom bevelen wij ook den Heer dc Moraaz aan, omdat
deze, siuls jaren, op datgeen aandrong, wat de grondwet ons
thans heeft toegezegd omdat wij van hem geen tegenzin legen
do wetten, die haar in werking zullen moeten brengen ver
wachten, omdat wij van zijne onafhankelijke stelling in de
maatschappij en van ziju onafhankelijk karakter vertrouwen,
dat hij evenmin om ministeriele gunst of ongunstals om een ijde-
lo zucht om zijno kiezers te behagen, van zijne overtuiging zal
afwijken.
Alkmaar den 20 November 1848.
In de vergadering van kiesbevoegden die heden hier in het locaal
Harmonica bij den Heer lF~alraven werd gehouden, waren 132 personen
tegenwoordig, waarvan 12 uit de onderdistrictan waren opgekomen. Mr. P.
A. de Lange, aan wien in de vorige vergadering was opgedragen, om
de kiezers tot deze bijeenkomst opteroepen en de voorgestelde kandidaten
voor het lidmaatschap der tweede kamer uit te noodigen zich te willen
verklaren, of zij deze kandidatuur aannamen, opende de vergadering en
stelde voor, dat alvorens tot eenige mededeeling werd overgegaan, de
vergadering zich een bestuur zou verkiezen.
Door den Heer Hirschig werd echter vooraf in bedenking gegevenof
de kiezers van de onderdistricten wel bevoegd zouden zijn om mede te
delibereren en stemmen dewijl ZEd. vreesde dat het besluit dot deze ver
gadering mogt nemen, naar buiten als de uitdrukking van de Alkmaarsche
kiezers zou worden beschouwd terwijl inderdaad daarop eenige kiezers van
de buitendislricten een grooten invloed zouden kunnen uitoefenen en zoo
deze «Hen voor een bijzonderen persoon ingenomen waren, aan dezeneen
schijnbaar overwigt zouden geven, waarop hij geen aanspraak maken mogt.
Men merkte hiertegen op dat dewijl tot deze vergadering alle kiezers
binnen het geheele district wonende zonder onderscheid waren opgeroepen,
zij thans moeijelijk konden worden buitengesloten en dat aan hel bezwaar
van den voorsteller kon worden te gemoet gekomen door in het verslag te
vermelden, hoeveel uit de buitendistriclen tegenwoordig waren geweest,
opdat ieder mogt heoordeelen hoe verre hunne tegenwoordigheid op de
besluiten en stemmingen had kunnen influenceren.
Het gedane voorstel is dan ook verworpen maar tot de vermelding van
het aantal kiezers dat uit de buitendislricten was opgekomen bestolen.
Yervoigens zijn bij acclamatie tot leden van het bestuur benoemd de
Heeren Mr. P. A. de Lange tot president, Jbr. D. C. d.D. Fontein
Ferschunr van Heilo tot vicipresident «n J. C. Vonk tot secretaris.
De president gaf daarop communicatie van de brievendie bij hem
van de voorgestelde kandidaten waren ingekomen, waaruit bleek, dat de
Heereu Jhr. C. van ForeestMr. J. A. KluppelMr. G. van Leeuwen