WEEKBLAD va» des en het MEUWEDIEP, ,\^lgea Q o aV? N». 12. STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN. VERTOGEN eisz. Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen uiigegeren bij C. BAKKER Bz te Nieuwe Diep. Be 1'rijs is 80 Cts. in de drie maanden en Toor de buitensteden franto per post 90 cents. Men abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan toren zijner woonplaats. HAANDAfi 1849^ AD VERTEN TIEN gelieve men ongezegeld aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Zaturdagsdei middags ten 12 ure; de prijs Tan 1 tot 4 regelt is GO centen zoor eiken regel meer 15 centen, behalve 35 centen zegelregt zoor elke plaatsing. 19 MAAKT. 8EVESDE JAARVAAG. Ontwerp van wet houdende bepalingen omtrent eene veranderde zamenstelling der Kamers van den Hoogen Raad en der Pro vinciale geregtshoven enz. In de zitting van den 19 Februarij dezes jaars, zijn wets-ont- werpen ingeleverddie bezuiniging moeten voorbereidenof de uit voering' van grondwettelijke bepalingen moeten regelen. Tot de eerste soort behoort het ontwerp van wetdat wij in ons hoofd noemden. De klagt is algemeen, dat onze ministers daar, waar zij zonder medewerking der wetgevende magt konden handelen, nog niets hebben uitgerigt. Het eerste middel van bezuiniging, waartoe de toestemming der wetgevende magt gevraagd wordt, schijnt op de justitie gezocht te moeten worden. De regterlijke organisatie is te omslagtig, eene nieuwe zal een minder personeel vorderen. Het is dus wen- schelijkdat men tot aan die nieuwe organisatie het personeel zoo veel mogelijk laat uitsterven; maar als men de vacatures niet ver vult dan zullen de regtscollegiën niet met het vereischte getal reg ters kunnen vonnissen; derhalve moet dat getal wat verminderd worden. Ziedaar de gedachten-reeks, die als resultaat eindigt met het ontwerp van wet. De aannemelijkheid dier wet hangt derhalven geheel af van de vraag, of het wenschelijk is, dat het getal der regters zal worden verminderd? Volgens de bestaande wet, oordeelt de Hooge Baad in cassatie van Burgerlijke Zaken met zeven raadsheeren. De roeping van den Hoogen Baad isom bij de verscheidenheid van regtspraken, die bij de verschillende hoven zouden kunnen ont staan, de eenheid te handhaven. Zijne uitspraken, ofschoon geen kracht van wet hebbende, hebben in de practijk dikwijls dezelfde uitwerking, daar ieder der procesvoerende partijen weet, dat ten slotte de regtsvraag voor den zelfden Hoogen Baad kan gebragt wordendie reeds eenmaal de beslissing gaf. Geroepenom de arresten te herzien van de geregtshoven, die met vijf*leden regt spreken, schijnt het onvoegzaam bij den Hoogen Baad een gelijk getal te laten regtspreken, en schijnt het getal van zeven, wil men den Hoogen Baad zijnen zedelijkcn invloed niet ontnemen, voor' geene vermindering vatbaar. Evenwel dit bezwaar achten wij veel geringer dan de bepaling, dat de Provinciale Hoven in criminele zaken met vier, in plaats van met zes leden zullen vonnissen, waarvan het gevolg zal zijn, dat de eer en het leven van den beklaagdeslechts van drie stem men zal afhangen, en dat in zaken, waarvan geen appel wordt toegelaten. Beeds is het naar ons oordeel een al te groote magt aan de meerderheid van zes personen, zonder herstel de magt te verleenen, den dood of jaren lange tuchthuis-straf over den mede- mensch uit te spreken, en nu zal men dat getal nog verminderen en daartoe eene meerderheid van vier personen voldoende achten? De verdediging van den minister, dat, waar vier regters zitten, 1 en waar 6 regtspreken der stemmen tot de veroordeeling noo- dig zijn, zoodat het voordeel voor den beklaagde zooveel grooter zou zijn, als |- meer is dan f, die verdediging kan naauwelijks geacht worden ter goeder trouw te zijn gedaan. Laat dan twee regters vonnissen en geene veroordeeling zal kunnen plaats heb ben, dan met algemeene stemmen. Het betrekkelijk gedeelte le vert geen waarborg, maar het groot aantal, dat vereischt wordt, om iemand schuldig te verklaren, is de zekerheid tegen roekelooze veroordeeling. Tan daar, dat wij meenen, dat waar geene jurij wordt toegelaten, appel altijd veroorloofd behoorde te zijn. Wat deze transitoire wet verder in ons oog verwerpelijk maakt, is het verbandwaarin zij staat tot het plan van reorganisatiezoo als wij dat uit het ministeriële rapport hebben leeren kennen en waarbij het beginsel, om met weinig regters in het hoogste ressort regt te sprekennog sterker op den voorgrond gesteld is. Onze regterlijke organisatie behoeft wijziging, niet alleen in be lang der bezuiniging, maar ook in liet belang des regts; maar zoo lang men niet tot de jurij besluit, stellen wij ons van een en an der weinig goeds voor. Hierop zullen wij echter nader terug komen, als wij het minis teriële plan van deiinitive organisatie tot een onderwerp van be paald onderzoek maken. In dezelfde zitting van den 19 Februarij is ter voldoening aan art. 10 der Grondwet een ontwerp van wet bij de Tweede Kamer der Statcn-Generaal ingekomen Op de uitoefening van het regt van verceniging." Dit ontwerp levert een toetssteen voor het liberalisme en de re gelende bekwaamheid van ons ministerie. De grondwet het regt van vereeniging en vergadering erkennen de, geeft op zichzelve weinig waarborg, daar de regeling en be perking van dat regt geheel aan de wet w ordt overgelaten. De troon rede beloofde een milde vrijzinnige ontwikkeling der grondwettelij ke bepalingen, en dit ontwerp zal dan aan die bjdflflcmogen ge toetst worden. Helaas! welk eene teleurstelli«7 als nmSkhet ge wrocht der quasi liberale ministers inziet! "-»•

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1849 | | pagina 1