HELDER en BET MEUWEDIEF. M N». 36. 1849. STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, YERTOOGEN enz. Hel antwoord der Regering op de bedenkingen legen liet ontwerp tot regeling van het Kiesregt en de benoeming der Leden van de Sta ten-Generaal. -- 'jf lËVEKDËi JA1BGAAO. IlLlULUJil HET C Rit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen uitgegeven bij C. BAKKER Bz ie Nieuwe Diep, 6e Prijs is 80 Cts. in de drie maanden en toor •ie buitensteden franco per post 90 cents. Men sbormeert zich bij de Boekhandelaren en Postkan toren zijner woonplaats. A M f5 A G ADYERTENTÏEN gelieye men ongezegeld aan den Uitgeyer in te zenden, uiterlijk Zaturdaga de* middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regels is 60 centen voor eiken regel meer 15 cenieo. behalve 35 centen zegeiregl voor elke plaatsing. E2 2* T E IMt B E m. iiaiai j.iijii >mi uTOatBsaepy^ Het ontwerp van wet, dat wij in hoofde dezer vermelden, is zoowel, wat de algemeene strekking, als de bijzondere deelen be treft, hoogst ongunstig door de Tweede Kamer beoordeeld. De Kamer beklaagde zich, dat de verwachting door bet lange verwijl opgewekt, bitter was teleurgesteld. Men bad gehoopt een beter uitgewerkt, een beter toegelicht ontwerp te zullen verkrijgen; de bepalingen der Belgische wet waren onbedachtzaam, ook waar zij met onze instellingen stredengevolgdallerlei opgaven tot toe lichting noodig, waren terug gehouden; de memorie van toe lichting omschreef meer, dan zij verklaarde; alleen in onvolle digheid was zij in overeenstemming met de wet. Wij willen al die klagten uit de belangrijke memorie der rap porteurs niet overschrijven, zij zijn velen en velerlei. Men mogt verwachtendat de minister deze beschuldigingen aiet onbeantwoord zoude laten. Waar uit naam van de Kamer, niet als het bijzonder oordeel der rapporteurs, maar als het resultaat der overwegingen van alle leden, zoo gewigtige klagten worden geuit, klagten die zoo zij niet worden wederlegd, of uit den weg geruimdnoodzakelijk eene verwerping tengevolge moeten hebben daar was een volledig antwoord, een bepaalde verdediging noodig. Volgens het Handelsblad heeft de minister er zich gemakkelijker afgemaakt. In het antwoord der Begering verklaart zijdat zij gemeend heeft, zich te moeten onthouden van het bestrijden dei- ongunstige beschouwingen, miskenningen en beschuldigingen, in de inleiding van het verslag opgehoopt, omdat zij daaraan cene geheele verhandeling zou moeten bestedenwaarbij de zaak niets winnen en het algemeen belang lijden zou. Men kan het een advocaat, die eene wanhopige zaak moet ver dedigen, niet kwalijk nemen, als hij met schijn van trotsehc min achting verklaart, het beneden zich te achten, om datgene te wecr- De rapporteurs waren de kerli, Thorbccke en Backcr. He eren de Moraaz Ifï/naendtiIltcms- leggcn, waartegen hij geen woord weet in te brengen; maar zoo danig is niet de stolling van den minister tegenover de volksver tegenwoordiging. Beeds de beleefdheid vorderde een antwoord maar wat meer is, de minister is aan zijn eigen eer en aan het belang' der zaak een antwoord schuldig. Men moet al een zeer wonderlijk gevoel van eer bezitten, in dien men als minister kan zwijgenwanneer de Kamer ons werk voor broddelwerk verklaart. Zelfs al mogt men de bedenkingen aan hatelijkheid tegen den persoon toeschrijven, zou het zwijgen ongeoorloofd zijnten zij men als minister aftrad. Maar het belang der zaak vorderde eene beantwoording. "W ij mogen ten minste van den minister vertrouwen, dat hij de wet goed acht en hare aanneming wenschtdat hij niet opzettelijk de Tweede Kamer met allerlei onaannemelijke wetten zoekt af te mat ten, niet den kostelijken tijd wil misbruiken, om de Natie de or ganieke wetten te onthouden, waarop zij regt heeft, en daardoor algemeene ergernis en ontevredenheid wil opwekken: maar indien hij dat wenscht, zal hij dan de Kamer niet mogen overtuigen.dat zij dwaalt? De voor de eerste maal door de rcgtstreeksche keuze tot stand gebragte vertegenwoordiging, heeft hem nog geene reden gegeven, om te veronderstellen, dat zij als de vroegere vertegenwoordiging bij de stemming zal aannemen, wat zij eerst met een stortvloed van aanmerkingen en bedenkingen van zich afgeworpen had. De Kamer behoorde weerlegd, behoorde overtuigd te worden van dwa ling en de minister zwijgt, zoo als raen het gekakel van eenigc lcwaê jongens zou bejegenen. Op geene der hoofdbedenkingen is de Eegcring van haar stelsel terug gekomen. Zij laat de bepaling der kiesdistricten aan Gede puteerde Staten over. Zij blijft afkeuren de vcreeniging van kies districten;in geenerlei opzigt is aan den wensch der Kamer te gemoet gekomen. Alleen is de census iets verlaagd, maar het be ginsel, om door multiplicatie het bedrag van den census te vinden, is behouden. In plaats van in alle steden het gemiddeld bedrag, dat ieder per hoofd betaalt, met 10 te vermenigvuldigen, wordt nu voor AmsterdamRotterdam, en 's Gravenhage de multiplicatie met negen en voor de overige steden met zeven gedaan cn het gevolg blijft dat b. v. in Noord-Kclland F urinerend 11a Amsterdam. de hoogste census heefthooger dan een ceniga-stetHji de proviV" ciën Noord-Braband, Gelderland, Utrecht/Friesland'(kerijsdèl Groningen en Drenthe; dat 'Hoorn riïtt -§§ne*' b/v$i- kiug bijna gelijk staande met Alkmaar tot cTirYcehsss va platteland is vervallen. In Zuid-Hollanfujii. slechts pjOft, stU in Noord-Holland en in Zeeland ééne sljïtl, dis.hocge^oens 1 4 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1849 | | pagina 1