WEEKBLAD ra
IIËLÜËH es het NIEUWEUIEP.
N°. 10.
IS 50.
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, YERTOOGEN enz.
Kegeling der belangen van c!e
Nederiandsche Scheepvaart.
V'
ACHTSTE jxyto.uc.
l G E N H g J
Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz te Nieuwe Diep.
De 1'rijs is 30 Cts. in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert zich Jjij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
n A A 3Ï A
AD VERTE N TIEN gelieve men ongeregeld
den Uitgever in te zenden uiterlijk Zaturdags des
middags ten 12 urede prijs van 1 tot 4 regeis
is 00 centen voor eiken regel meer 15 centei
behalve 35 centen regelregt voor elke plaatsing.
MAART.
In de laatste veertien dagen heeft liet Handelsblad eenigc ver-
toogen opgenomen van den Heer S. P. Lipmanover de belangen
der Nederiandsche scheepvaart. Ofschoon wij reeds een vier of vijf
tal van die vertoogen hebben gehad, blijft het nog zeer duister,
wat toch eigenlijk het doel van dit schrijven is. In den aanvang
zou men gedacht hebben, dat zijn doel was, een duclitigen strijd
tegen den Minister van Financiën over de wetsvoordragten te voe
ren; ja het is niet te ontkennen, dat dit het openlijk erkende doel
is, maar hoe verder men leest, hoe meer de overtuiging wortelt,
dat zulks het ware doel niet kan zijn, dat er een geheim doel
moet zijnhetzij dat de steller de scheepvaartwetten te baat neemt
om zijne uitgebreide belezenheid aan het Nedorlandsch publiek te
doen zien, hetzij dat hij eene proeve heeft willen leveren, op wel
ke wijze men onderhoudend kan zijn, zonder over de zaak, die
men behandelt, te spreken, of welk ander doel het ook zijn mag.
In liet eerste stuk stelt hij eenige beginselen, waarvan men latei-
de toepassing zal mogen verwachten.
De regeerkunst is niet een louter theoretische. De staatsman
veracht de bespiegeling en der wetenschap niethij weetdatwaar zij
op waarheid steunen, eenmaal^den dag der verwezenlijking aanbreekt;
maar hij weettevens dat tussehen de leer en de aanwending- vaak een af
stand noodwendig is. De theorie is de vruchtbare kweekerijwaaruit de
staatsman dc geschiktheid van het saisoen en de gesteldheid validen bo
dem raadplegende, de plant ter goeder ure inliet practisch leven over
brengt. Verder verklaart dc Heer Lipman dat niemand meer dan hij door
drongen is van de overtuiging, dat de vrijheid van handel, de
vrijheid van nijverheid, de vrijheid van zeevaart, de vrijheid met
één woord van alle bedrijf en arbeid tc regt door dc wetenschap
wordt aanbevolenals eene onontbeerlijke behoefte voor de welvaart
en den vooruitgang der menschheid. De menschelijkc werkzaam
heid moet niet aan banden worden gelegd. Dc slagboomcn die
don ondernemingsgeest beperken, moeten eenmaal vallen.
Op deze verklaring volgt dan de restritie dat het onmogelijk is
te loochenendat er toestanden zijnwelke de onmiddelijke en on
begrensde toepassing dier in het afgetrokkene ware en heilzame leer
niet gedoogen.
De vraag is derhalven niet eene theoretische, maar eene practi-
sche of Nederland in 1850 in dien toestand verkeert, dat het zon
der nadeel en zonder gevaar den regel der algemeene vrijheid van
zeevaart in toepassing kan brengen.
Hierdoor is dus het terrein, waarop de strijd tussehen Lipman
en den minister gestreden moet worden, afgebakend.
Lipman erkent, dat de minister in abstracto gelijk heeft, dat
eenmaal, wat de minister tot regel wil maken, regel worden moet
maar liij betwist, dat ons land reeds rijp zou zijn voor de toepas
sing.
Men mag dus een betoog wachtenwaarbij door feiten en cijfers
zal worden uitgemaakt, dat de sprong, die de minister naar het
geen goed en waar is en eenmaal ingevoerd moet wordenwil doen
te groot iste veel bijzondere belangen zal treffendan dat het
niet meer wenschelijk zijn zou, om in plaats van een sprong, bij
langzame stappen daartoe te geraken.
Met verlangen zagen wij naar het volgend stuk uit. Men tnogt
van een man van zoo grooten naam als de Heer IApmaniets de
gelijks verwachten. Ach! wat werden wij hitter teleur gesteldHet
volgend stuk begint met de stelling, dat Groot-Brittannie dooreen
stelsel van verbod en beperking niet alleen Hollands maritime-heer-
schappij had geknakt, maar zelfs daardoor zijne eigene handels
grootheid had gevestigd. Ja later doet hij zelfs de vraag: waar
zijn dan de voordeden gebleven, die wij verloren hebbendoor die
beperkende maatregelen.
Inderdaad, wij hebben een paar maal naar de naamteekening
gezien, om ons te overtuigen, dat dit tweede vertoog van dezelf
de hand was, die in het eerste had geschreven, dat onbeperkte
vrijheiddoor de wetenschap geleerdhet doel isdat wij eenmaal
zullen moeten bereiken, en wij vinden hier den protectionist, die
van bescherming, van beperking heil en zegen wacht. De betui
ging, dat de verbodsbepalingen heilzaam zijn, en dat vrijheid van
alle bedrijf en arbeid een onontbeerlijke behoefte voor de welvaart
en den vooruitgang der menschheid is. kunnen niet zamenloopen.
De vroegere theorie leerde, dat men slechts voor zichzelven moest
zorgen, alles zooveel mogelijk zelf doen, anderen uitsluiten, an
deren vernielen tot zijn eigen voordeel. De nieuwere wetenschap
nog zoo weinig in het practische leven doorgedrongen, doet zien,
dat men een ander niet kan benadeelcnzonder zichzelven te scha
den.
Zoolang die vroegere theorie eene nationale overtuiging was, ont
zag Engeland geene middelen, om die in practijk tc doen gelden.
De nieuwere leer dringt thans door en wordt vooral na Cobdens
strijd tegen dc graanwetten, eene nationale ove^w«g»g-,_ en Enge//.,''
land brengt baar in praktijk.
Engeland volgt dus, gelijk altijd, hier
maar dit belang is thansvolgens den 1
stem Van ^jjnbelai^g,
pr Lipman, zelfovèreen-
V v 'J