tien en aan welke niemand in gansch Indie twijfelt. Wanneer een hert, of eeoe ree, eenen tijger ontwaart, blijft het terstond onbewegelijk staan, even of het door den donder wordt getroffen, na verloop van eenige mi nuten schijnt het, op eene onwederstaanbare wijze, genoodzaakt te zijn, het vreesselijke monster, tot op den afstand, dat het deszelfs gewonen sprong kan doen, Ie naderen. Daar de zoogenaamde koningstijger, de grootste en wildste soort onder dat dierenras, nooit snel loopt, zou hij volstrekt niet in staat lijn, een hert of eene ree te vangen, indien deze dieren zich niet, als het ware, vrijwillig in zijne klaauwen overleverden. Het vuur dat uit de oogen des tijgers straaltis ookinderdaad een hoogst merkwaardig verschijnsel. Een reiziger ontmoette eens des nachts eenen koningstijger in een bosch en het scheen hem toe, of er, bij eiken blik vonken vuurs uit deszelfs oogen flonkerden. Zijne bedienden haddeu verscheidene fakkels bij zich die hem van hen verwijderd hielden en het slaan der trommels, welke zij, op het eerste gezigtbegonnen te roeren, zal er ook veel toe hebben bijgedragendat hij het niet waagdehen Ie paderen. De tijger is, op den duur, hij moge ronddwalen, om buit te zoeken, of stil ter aaide liggen, door eenen zweim van vogels omringd diedoor hun geschreeuwhem reeds van verre hel nakend gevaar aankondigen. De paauwen in het bijzonder, schijnen veel behsgen te scheppen in het gezelschap vaa dit roofdier. Zoodra eenigen dier vogels eenen tijger ont waren komen zij ijlings aanloopen of vliegen, om zoo digt bij hem, als mogelijk is, te komen; dan breiden «ij hunne staarten uit en slaan met huune vlerken, als of zij hun een bewijs yan hunnen eerbied willen ge ven. De Indiaansche jagers weten zich deze ingeschapene neiging zeer goed ten nutte te maken. Wanneer zij, namelijk, op de paauwenjayt gaan en een' zwerm derzelve ontwaren verbergen zij zich terstond ach ter een gespannen lijnwaad, waarop een tijger is geschilderd; zij kunnen er dan zeker op staat maken dat de paauwen hen op den afstand van yen geweerschot zullen naderen. Wij keeren terug tot de beschrijving der wijze, waarop de deelnemers van zulk eene jaglpartij hunnen tijd doorbrengen. Al de hier boven aan gehaalde verlustigingen, die in de uren, vóór het middagmaal, plaats vinden, worden, zoo als van zelf spreekt, alleen door manspersonen be dreven, uithoofde dezelve met meer of mindere inspanning gepaard gaan. De vrouwen zetten zich, ondertusschen aan hare loilette, om aan hare élégante morgenkleeding alles weder zorgvuldig te herstellen wat door de beweging beschadigd, of in wanorde gebragt is; zij verwisselen die ech ter nimmer met staalsie-kleederen want deze zijn van zoodanige jagtpar- Vijen geheel rerbannen. Als zij daarmede in gereedheid zijnvermaken «ij zich, op hare beurt, op verschillende wijzen, gedeeltelijk in de ten ten, gedeeltelijk op een met digte hoornen bewassen weiland. Zij spelen hier met de volant, schommelen zich op eene schop, of schieten met den Boog naar een wit, of laten zich door eene onder haaf wat voorlezen, ter wijl de andere zieh met vrouwelijken ai beid bezig houden. Hierna wordt, door een sein met de trommel, het geheele gezelschap tot het middagmaal uitgenoodigd. Op hetzelve gaat het doorgaans lustig en vrolijk toe; men blijft echter nooit lang aan tafel zitten. Zoodra het gezelschap is opgestaan, begeeft zich een ieder naar zijne tent om een weinig te slapen en daarna wordt er nog een' togt in wagens gedaan, ten einde de koelte des avonds te genieten: of men roeit ook soms in booten op de naastbijgelegene rivier. Wanneer de avond is gevallen, zet men zieh aan de speeltafel, of men laat dansers en danseressen, goochelaars en potsenmakers, die altoos, in groote menigte, uit de nabutige streken komen toevloeijen, in de tent ko men en zich door hen den tijd verdrijven, totdat men het avondmaal gaat gebruiken. Deze maaltijd besluit den dag en wordt, doorgaans, onder vrolijke ge zangen en het lustig klinken der bekers, tot laat in den nacht voortgezet. Bij deze jnglpartijen is het nutlige met het aangename vei bonden; jammer maar, dat de arme, onbeschaafde inboorling van Oost-Indie de schatten van zijn vaderland niet alleen ziet verspillen, maar ook het zijne nog moet Voebrengen, om dezelve te helpen vergaren. Een arbeider, wonende aan de Hanoicrsche gren. zen, had onlangs zijne vrouw verloren. Maar zonder echt genoot konde hij niet leien; daarom verzocht hij zijnen broe der, onder beloilo van een pond tabak, een meisje van zijno kennis des avonds hij hem aan huis te doen komen. Deze kwam, en hij stelde haar een huwelijk voor, onder beding dat zij dadelijk ja of neen zoude zeggen. Zij weigerde dit, maar ging onder belofte van zich te zullen bedenken henen. 040, volgenden dag zond hij zijn' broeder naar een ander meisje onder dezelfde voorwaarden. Deze kwam ook en met haar was do zaak spoedig geklonken. Terwijl zij zich nu in elkanders bijzijn verheugden, kwam dc schoone van den vorigen avond om het aanbod aan te nemen, doch moest bitter teleurgesteld vertrekken. De man had aan eene vrouw genoeg. Qlboctrtcutiëu. Tot biltere droefheid van mj, mijne kinderen en behuwd- kinderen overleed zeer zacht en kalm, doch 11a een langdurig en geduldig ljden, in den ouderdom van 73 jaron, mijn waardo Echtgenoot, de Heer GEKIIARD BURGERS, in den tijd Mr. Timmerman en Aannemer, doch laalsleljk zonder beroep. Helder, Wed. G. BURGERS, 23 Mei 1850. geb. GRAAFF. Om op te ruimen zal de oudergeteekende uit een zijner pakhuizen aan de Koopvaarders-Bin nenhaven van 1 tol 10 Juuijtot uitcisl lage prijzen ver- koopon: eene partij beste grove Eng. STEENKOLEN, be nevens eeno kleine hoeveelheid Eng. en Brab. SMEED- KOLEN. Helder, 24 Mei 1850. C. GILTJES. Kanaal wegfV. I, No. 52. Voor de veelvuldige blijken van 'belangstelling en deol- neming bij het oveflijden van mijne dierbare Echlgenoole, betuig ik daarvoor, langs dezen weg, mijnen hartelijker! dank. J. T. ZURMüHLEN. Willemsoord, aan het Nieitwedibp den 23 Mei 1850. J. F. ÏIANIKDS, Goud- en Zilversmid en Slorologicmaker Berigt door deze dat op heden zijn winkel weder ruim gesorteerd is van alle artikelen zijn vak betreffendo, waarbij de meest NIEUWE cn MODERNE GARNITUREN enz. Voorts PENDULES en KLOKKEN op VEEREN en VRIESCIIE KLOKKEN a /22. Hij beveelt zich bij voortduring in de geëerde proleclie van hel Publiek. DEN HELDER den 27 Mei IS50. Men is voornemens, op Maandag, den 3dcn Juuij 1850, des voormiddags ten 10 ure op het Strand bij do kleine Keet, Gemeente Helder, 111 bel openbaar te ver- koopen: EIKEN BALKEN. PLANKEN, BRANDHOUT, GREENEN DEKDEELEN, twee MASTEN en hetgeen ver der ter verkoop zal worden aangeboden; alles afkomslig, van hel aldaar gestrande en gesloopte kofschip Talina. Uitgegeven bij C. BAKKER Bz. Ie iVicuwcdiep. Gedrukt bij S. GI.LTJBS te IIxldcf*.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1850 | | pagina 4