boden rlruklen hem met hartelijkheid de handen relfs de openbare aanklager nam eene gelegenheid waarom hem eenige woorden van troost en bemoediging toe te fluisteren, hem tevens te kennen gevende, dat zoo hij liever niet op <le gewone bank der beschuldigden wilde gaan vitten, hij vrijheid had, zich nevens zijne verdedigers te plaatsen. Daar na begonnen de regtsverhandelingen -De Begier. Uw naam ouderdom beroep De Beschuldigde. George Hammond 41 jaren oud, portretschilder. De Begier. Gij weet, wat u ten laste gelegd wordt; men beschuldigt u, eenen koorddanser, James Baldwin genaamd, voorbedachtelijk om het leven gebragt te hebben. Zijt gij daaraan schuldig-, of niet De Beschuldigde, Het is waar.' ik heb hem gedood. Het is een on geluk dat ik betreur; maar in mijn hart en geweten kan ik mij niet schuldig gevoelen. De Regter. Daar gij de waarheid der daadzaak erkent en slechts het schuldige daarvau betwist zoo zet u neder. Uwe medeburgers uwe pairs zullen u rigten. God neme u in zijne bescherming Alsnu leest de griffier de akte van beschuldiging; de oudste advocaat, die namens het graafschap de aanklagt ondersteunen moet spreekt eenige woorden waarin hij erkent dat misschien nimmer eenig beschuldigde meer goedertierenheid verdiend heeft, maar evenwel, met verwijzing op de genade der koningin veroordeeling vordert opdat geheel de wereld moge weten dat het aan niemand en in geen geval geoorloofd is zijn eigen regter te zijn. Up de vraag van den regter aan den beschuldigde of hij ook nog iets voor te dragen heeft verklaart deze zich gedrongen te gevoelen de geheele loedragt der zaak te verhalen. s Het is nu driejaren geleden," zegt hij, adat ik een destijds naauwelijks vierjarig dochtertje verloor het eenige pand van herinnering aan eene dierbare, die thans bij God is. Ik verloor het; dat wil zeggen, ik zag het niet sterven als hare moeder neen, het verdween het werd gestolen. Het was een zoo lief en aardig kind en ik bezat op de wereld niemand anders die mij beminde. Slijne Heeren wat ik gele den heb, wil ik niet beschrijven; gij zoudt mij toch niet kunnen ver staan. Ik heb aan openbare advertentiën aan vruchtelooze navorschin- gen alles uitgegevenwat ik bezat. Meubelen schilderstukken alles heb ik verkocht. Drie jaren lang ben ik alleen te voet alle steden, ja tot de kleinste dorpen der drie koningrijken doorgetrokken overal mijn kind zoekende maar zonder het te vinden. Zoodra ik door portret schilderen eenig geld gewonDen had keerde ik daarmede naar LondeQ terug om op nieuw advertentiën in de dagbladen te doen plaatsen. Eindelijk, den 14den April, op een' vrijdag kwam ik door Smithfild. Midden op de markt was een troep koorddansers bezig. Een kind stond, met de beenen in de lucht en met hst hoofd op eene soort van helle baard, in bet rond te draaijen. Een straal van de ziel harer moeder moet cp dat oogenbiik in de mijne gedrongen zijn, dat ik bet in tlezen toestand herkendehet was mijn arm kind 1 Ilare moeder zou toegevlogen zijn, om het in hare armen te sluiten, ikneen ik wierp mij op den aanvoerder en, ik weet niet hoe het kwam ik, anders goed tot zwakheid toe, ik pakte hem bij zijn koorddanserskleed, hief hem hoog in de lucht, slingerde hem verpletterend tegen den grond kortom, ik doodde hem. Piaderhand was ik toornig op mij zeiven, dat ik zoo streDg geweest was maar op dat oogenbiik knarste ik van woede, dat ik hem niet meer dan ééns kon dooden 1" De Regter, Maar dit zijn geena christelijke gevoelens ofschoon zij zich wel laten begrijpen. Gij zoudt, om uw eigenbelarigswille, bet r gedaan hebben dezelve hier niet te uiten. Hoe wilt gij, dat God en de gezworenen u vergeven zullen, wanneer gij zelf niet weet te vergeven De Beschuldigde. Ik weet niet hoe gij Mylord, en de gezworenen over mij beschikken zullen maar in waarheid, God heeft mij reeds ver geven 1 Gij weet niet ik wist zelf niet al het leed wat die mensch mij had aangedaan. Toen barmhartige lieden mijne dochter in de ge vangenis bij mij braglen was zij niet meer lief en engelachtig als voor heen zij was naar ligchaam en ziel bedorven, zij was bevlekt en verbas terd; ik hoorde baar vloeken, zij herkende mij niet meerniet eens herkende zij mij meer! Begrijpt gij nu? De liefde, de ziel van mijn kind had inij de ellendeling mij ontstolen; en ikik heb hem slechts éénmaal gedood 1 Het hoofd der Jury. Mylord, onze overtuiging staat reeds vast De Begier. Ik begrijp u, mijne heeren maar aan de wet moet voj- «laan worden, lloe groot uwe belangstelling in den beschuldigde ook zijn mag, moet gij eerst mijn resumé aanhooren, en dan in uwe kamer be raadslagen. Zoo geschiedde het ook maar de gezworenen keerden onverwijld terug en spraken hun: niet schuldig" uit. George Hammond moest met een geleide naar huis gebragt worden, om te beletten, dat de vrouwen op de markt hem aangrepcu tn in zegepraal naar huis droegen. In de verhandelingen van Teijlers tweeden gen., st. 19, bl. 8 volg., vindt men, onder anderen, de volgende voorbeelden van geldschaarschtedie er vroeger in ons land geheerscht heeft. In het midden der zestiende eeuw, kostte in Groningerland, een goede maaltijd van aanzienlijke liedeneen stuiver voor den manterwijl er bovendien voor een kan allerbest bier een halven stuiver moest betaald worden. Schepenen van Amsterdam genotenvoor pre sentiegeld, niet meer dan drie stuivers. In het jaar 1556 ontving de regering van Hoorn, voor comparitiegeldeerst een halven stuiver, daarna een braspenning. Bij de vergrooting van laatstgenoemde stad, werd aan eiken arbeider toegelegd een halve stuiver daags. Aan een deurwaarder te Ut recht werden in het jaar 1588 uitbetaald zes gulden, ieder jaar, en niets meer. Een vat Amersfoortsch bier, en wel van het beste, kostte, op het einde der vijftiende eeuw, slechts twaalf stuivers. Volgens een Amsterdamsche keur van dien zelfden tijd, mogt een roggenbrood van twaalf pond niet meer gelden dan één 'stuiver. In het midden der zestiende eeuw kocht men voor één stuiver twee-en-dertig eijoren; voor het maalloon van een zak koorn gaf men een oortje. Heden verloslo zeer voorspoedig van eene welgescha pen DOCHTERJOH ANNA PETRONELLA K.OORN, geliefde echigenoolo van I. II. IBINK. Alkmaar, 1 Oclober 1850. door vertrek naar elders, 20 a 25'duizend ponden BEST GEWONNEN HOOI; to bovragen bij den eigenaar K. A. Zwaagaan do Nieuwe Sluis, geraeento Wieringer- waartl. van oprcgle Devenler CONFIJT-, -KRUID- en TAFEL- KOEK uit do van oudsher gekroonde Allemans Gading, van Jb. BUSSINK, to Deventer, gevestigd bij A. MET- ZELAARKook- en Banketbakker, aan do Binnenhaven van het Nieuwediep. Men is voornemensop Dingsdag den Sslen Oclober 1850, des vóórmiddags ten 10 ure op do Boerenhofsledo van don Hoer T. Kloehjes op het Koc- gra3nabij het Nieuwediep, ten overslaan van den No taris P. A. Beetsin het openbaar te verkoopen 4 GELDEKOEIJEN3 KALFKOEIJEN1 KALF- SCHOTTER, 8 KALF VEERSEN, 3 GELDE VEERSEN 4 KALVEREN, 36 SCHAPEN, 13 LAMMEREN, een span MERRIE PAARDEN waarvan één van 4 en één van 6 jaren 5 JONGE PAARDEN en hetgeen verder ter verkoop zal worden aangeboden alles op den ver koopdag voor een ieder te zien. HIEUWKDIEP BIJ C. BAKKER BZ. GEDRUKT BIJ S. GILTJES.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1850 | | pagina 4