m
WEEKBLAD van den
ishmt
IIELDEB en het SIIEüWEDIEP.
Beurt,- en Veerschepen.
ACHtTSTE JAA»©A!ï«.
4
V. 44.
Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uigegeven bij C. HAKKER Bz te Nieuwe Diep
De Trijs is 80 Cis. in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
a&euneert zich bij de Boekhandelaren en Fostkan-
tsren zijner woonplaats.
M Ik A IX J* A G
1 G 11 ËT
1850.
ADVERTENTIEN gelieve men ongeregeld aa»
den Uilgever in te zenden, uiterlijk Zaturdagsdes
middags ten 12 urede prijs vau 1 tot 4 regels
is GO centen voor eiken regel meer 15 cente»
behalve 35 centen zegelregt voor eike i iaatsing.
28 e C S! 3 B 15,
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VE15TOOGEN ENZ.
In het verslag van den Gouverneur, en Gedeputeerde Staten
over 1849 en 50 komt voor, dat Gedeputeerde Staten, door «-den
.minister van Binnenlandsche Zaken verzocht zijn geworden, hun
.gevoelen te doen kennen, aangaande eene eventuele wijziging der
.nog van kracht zijnde bepalingen, omtrent de beurt-, veer- en
.marktschepen. Na omtrent eene zoo belangrijke aangelegenheid
.gehoord te hebbendo consideratien van. eenige stedelijke bestu-
»renzoowel als die der kamer van koophandel en fabrieken te
nAmsterdamhebben Gedeputeerde Staten te kennen gegeven, dat
.het behouden van geregelde beurtveeren in het belang des han-
.dels zeer vrenschelijk moet worden beschouwddat bij eene ge-
.lieel vrije concurrentie de beurtschepen niet kunnen blijven be-
.staan; dat Gedeputeerde Staten ziek wel konden vereenigen met
sliet denkbeeld, dat aan niemand, die concessie vraagt tot het daar-
.stellen van een beurtveer, uitsluitende vergunning zal worden ver-
.leend, doch dat het steeds aan de leoordeeling van de hiertoe ge-
eroepen authoriteit behoort te worden overgelatenom bij elke
.nieuwe" aanvraag te overwegen en te beslissen, of zoodanige me-
.dedinging in het belang van het publiek en in het belang van den
.handel, al dan niet moet worden toegelaten. Ook hebben Gedc-
.puteerdc Staten vermeend, niet onopgemerkt te mogen laten, dat
.vele veeren, hetzij door aankoop, hetzij door overgang van vader
»op zoon, de eigendom der tegenwoordige bezitters zijn, terwijl
.meerdere onder hen uitsluitende regten op die beurtvaarten scliij-
ffiicn te hebben. Ook zijn er andere veeren voor vele jaren ver-
pacht, hetgeen voor onderscheidene gemeenten geen onbelangrijk
«inkomen oplevert."
Wat do vroegere Provinciale Staten met zulk een verslag deden
is ons onbekend. Voor zoover wij gissen mogen, werd het aange
hoord, voor notificatie aangenomen, en in de Staten-vergaderingen
werd er niet meer van gesproken.
Wanneer de Provinciale Staten zich en met do feiten en met de
redeneringen volkomen vereenigenlaat zich die stilzwijgendheid
verklarenmaar waar dit niet het geval isschijnt het ons toe dat
de punten van verschil ter sprake bekooren te komen.
Het onderwerp, dat wij uit het verslag aanhaalden, verdient dit.
Hoedanig ook de uitslag der discussie zijn zou, zij zou een stap
nader tot de erkenning der waarheid zijn. De wederzijdsche gron
den zouden getoetst worden cn de publieke opinie zou worden voor
bereid, om uitspraak te kunnen doen.
In het 'laatst des vorigen jaars namen wij een ingezonden stuk
over de beurt- en veerschepen op, met welks inhoud wij ons gaar
ne vereenigen. Een beurt- of veerschip is een monopolie en wij
begrijpen niet, waarom dit monopolie minder schadelijk op de al-
gemeene welvaart zou werken dan elk ander.
Indien de aanvoer der eerste levensbehoeften geheel aan de vrije
concurrentie wordt overgelaten; indien het bestuur van Amsterdam,
op dc vrije concurrentie vertrouwende, gerust gaat slapen, zonder
duizende suppoosten aan te stellen, die zorgen zullen, dat den vol
genden dag voor de tweemaal honderd-duizend ingezetenenbrood
vleesck en andere behoeften worden aangevoerddan begrijpen wij
niet, hoe men vrees kan voeden, dat de vrije concurrentie niet
behoorlijk in het vervoer van personen en goederen zal voorzien.
Tusseken grootere plaatsen laat zich het nadeel veel minder ge
voelen omdat dc natuur der dingeneindelijk sterker dan de voor-
oordeelen, door meer dan een beurtman aan te stellen, het mo
nopolie en zijne nadoelen tempert. Daar bestaat eene betrekke
lijke concurrentie. Gedeputeerde Staten, ofschoon zij de kamer
van koophandel cn de stedelijke besturen hebben geraadpleegdle
veren niet veel nieuwe gronden voor het behoud der beurtschepen.
Ilct eerste argument is: dat bij eene geheel vrije concurrentie
dc beurtschepen niet kunnen blijven bestaan.
Indien wij die bedenking analyseren, dan kan er geen anderen
zin aan gehecht worden dan deze: dat er wel een bestaan is voor
één, maar niet voor twee.
Maar zoo lang er bestaan is voor één persoon, waarlijk dan be
hoeft men bij vrije concurrentie niet te vreezendat er niemand zal
komen. De staat, alle beroepen aan de vrije concurrentie overla
tende, niet zorgende, dat bakkers, slagers, kleedermakers, of win
keliers een goed bestaan hebbenbehoeft ook niet te zorgen voor
het bestaan van een schipper. Neemt hij het eene beroep in zijne
hoede, hij zal 'Ze allen in zijne hoede moeten nemen, en wij zijn
in het Eldorado der Socialistenwaar de staat zorgtdat het ieder
welga. Dat er dus slechts voor één een bestaan zou zijnis geen ar
gument; of meent men, dat het gevolg zal zijn, dat door de con
currentie eindelijk de schippers de beurtvaart geheel zullen staken
Er is niets geen gevaar voor; zoo lang er voor één brood is, zal
er geen veerschip verdwijnenof drie anderen staan gereed do
opengekomen weide te begrazen.
Gedeputeerde Staten willen niet eene uitsluitende vergunning
doen verleenendoch het moest aan de daartoe gei^prnAuthori
teit worden overgelaten, om bij elke nieuwe aaiwj
IJe
gen cn te beslissen, of zoodanige ipededinging/in hetHïelaag vf
het publiek en in de belangen van den handel, al dhrTmietsiin
e ovCTore-
worden toegelaten.