Z,ij willen eene revolutieaan hun verlangen zal voldaan worden. Maar dozo zal do laatste zijn want het is toch eindelijk tijd dal een einde gemaakt worde aan die voor verbetering onvatbare easlewelke men niet anders leregl zal kunnen brengen dan door haar hare door ouregl vcr- kregene rijkdommen te ontnemen. Leve de sociale Republiek Hel centraal comité van wederstand." Het Journal des Débats behelil cene belangwek kende beschrijving van do expeditie der Frunschen in een gedeelte van Kaffylie. Aanvankelijk hebben do Frunscho wapenen reeds gewiglige toordeelen behaaldmaar niet zonder hovigen tegenstand van do Kubvicn te ondervinden, üeze handhaven nog altijd den ouden roem der bewoners van dit deel van Afrika. Nog zijn er Mariussan noodig met een keur als van Romeinsehe legioenen om de dappere en vrije stammen dier berg- en woestijnbewoners te be dwingen. De maarschalk Bugeaud sprak tijdens zijne grooto expeditie, tol du hoofden van één hunner stammen: waarom zijt gij opgestaan om mij te bestrijden? Waarom onderwierpt gij u niet terstond? Ziet de lieden van Sébaoé die onder om gezag leven, worden zij door ons onderdrukt Do Rabylen antwoordden hemwij welen, dat gij sterk en regtvaardig zijl maar hadden wij u ons land laten door trekken zonder het kruid te laten spreken, onze vrouwen zouden ons veracht hebben en geen koeskoessoe meer voor ons hebben willen gereed maken." Zoo zijn zij nog. Vele gesneuvelden hebben de Frunschen nu ook te bewenen. Hun juist gelul is nog niet bekend. Het groolsle verlies leden twee kompagnien van liet 10de linieregemciit in een boschuchligen hollen weg aan één der flanken van de kolonne. Do Rabylen hebben hen daar uit eene omhuskade gedeci meerd, waarbij 200, waaronder 5 officieren, sneuvelden. Den volgenden dag stonden do hoofden der gesneuvelde Frunschen op palen aan beide zijden van den weg gerarig schikt, langs welken de kolouue haren logt vervolgen moest. KurgeriijSte Stasid van 31 Ifïei I? tsnsslj 1858. GEHUWD P. Broeliliuijsen en J. Hemmij. 31. Hoon en C. Geervliet. BEVALLEN: F. Veldman geb. de Huiler D. S Been grb. P.ians D. J. G. W. Jansen geb. Scbuijt 1). 31. G. licslernian geb. de Klerk Z. A. Raven geb. Ruijk D. J. Kooger geb. van Heil D. A. Smit geb. Tan der Oord Z. C. Thomas geb. Croese D. 31. Pronk geb. Pasina D. OVERLEDEN: L, van Waarden 4 m. J. Kooij 1G m. M. Klein 22 j. AANGESPOELD: Een onbekende drenkeling. CSemcug&c c c ui c u Do bovolking van Ierland is niet 2000000 verminderd, ten govo'ge van landverhuizing. Keizer Nicoluas heeft zijn collega van Oostenrijk Ie Olmulz bezocht. Hel stand beeld van Frederik den groole is den 31 Mei te Berlijn pleglig onthuld. Te Nieuvvendam is een os geslagl van 1100 Ned. ponden. Ter leen gevraagd 2 a ƒ3000 voor een verdienstelijk Amst. heer, Br.*. V.*. M.\ die door eene oogziekte op zwart zaad geraakt is. (HB. 6082.) Baron Benlinck is benoemd tot gezant aan het hof van koningin Victoria Ier verranging tan graaf Schimmelpcnriinck. 14 Aug. Congres van het Ned. Onderw. genootschapin den Haag. - De Gedeh is naar Locden gestoomd om prins Hendrik aftehalen. Aangeboden raadgevingen in, voor en na het kraambed, a 60 cl. Voor het u. s. zangers feest te Arnhem (9 en 10 Aug.) hebben zich 1017 zan gers aangegeven. De adelborsten van het 2e en 3e stu diejaar zullen den In Julij op de Ajax een kruislogl doen in de Noordzee. In Griekenland Zevenbergen en Sici lië klaagt men over aanhoudende droogte. De vice adm. O O Lucas, ex-minister van marine, is gepensioneerd niet ƒ5000 De stand \an hel Haarlemmermeer was den 3In Mei 3,04 el beneden A. P. L. Napoleon heeft zich op een feest maal te Dyon vijandig uitgelaten over do meerderheid der wetgevende vergadering. F F U F Ij Ij F T O Aanval van vijftien Roovcrs-fsraauiven op liet eilasscH ISaweau. Nadat men langen tijd vruchteloos had getracht de Ilanonsche zecroo- vers die in de maand October 11. eenige kampoogs op het eiland Baweau hebben verwoestop te sporen en Zr. Ms. stoomschepen Bromo en Hekla tot dat einde de verschillende in de Ja va-zee veispreide eilandjes hadden onderzocht en hunne bruistogten uitgestrekt van af Poelo-Bauw.il of Ren- dez-Vous-eiland nabij den Zuidwesthoek van Borneo, Oostwaarts tot aan Macassaren zonder eenig gewenscht gevolg te ondervinden, eenen weg hadden doorloopen van duizend Duitsche mijlen, is het der bemanning van" Zr. Ms. stoomschip Hekla thans gelukt niet alleen de roovers le ont moeten maar zelfs hun eenen gevoeligen slag toe te biengen. Den 6den Jmuarij il. ontving men te Soera ba ij a het beiigt, dat twintig roovers-vaartuigen zicii bij het eiland Sapoedie [niet verre ten oosten van Madura] hadden vertoond dat zij op dat eiland voet aan wal hadden ge zel en druk bezig waren met de vreedzame inwoners te plunderen en ge vangen te nemen. Zr. Ms. stoomschip Hekla, het eenige s'oomschip dat op dien oogen- blik te Soerabaija beschikbaar lag, weid onmiddelijk met nog eene kiuis- boot naar het geteisterde eiland afgezonden. De luitenant ter zee der lste klasse G. ui. M. Ilinlopenkommnndant van de Ilekla, vertrok in den vroegen morgen van den 7den met zijnen onderhebbenden bodem van Soerabaija, en vernam bii Sapoedie gekomeu, dat de roovers, na den in woners veel leed le hebben aangedaan en er eenige te hebben medege voerd het eiland reeds weder hadden verlaten. De kommandaot spoedde zich nu verder, en vernam op Poelo-Raasdat de roovers daar insgelijks eene landing hadden beproefd doch moedig door de inwoners waren af geslagen. Intusschen hadden de roovers zich hier ook slechts kortelings opgehouden en waren daarop om de oost naar de Kangeang-eilanden ge stevend. Men ontdekte slechts eene roovers-praauw bij liet eilandje Manoekdie wegens de breede reven langs het straod niet te naderen was. Twee ge wapende sloepen, onder de bevelen van de luitenants ter zee, 2de klas se li. P. Kierde en P. Koning legen deze praauw afgezonden waren eenigen lijd met de roovers slaags. Deze laatsten hadden hunne praauw zoo digt tegen het strand gehaald, dat zijshchts aan cene zijde, over de reven heen genaderd konden worden. De roovers losten het eerste schot dat door de onzen met een krachtig vuur uit de donderbussen, draaibas sen en geweren weid beantwoord. De vijanden hielden, gedekt ais zij waren achter de bentings of borstweringen der praauw moedig stand en ontvingen onze schepelingen met een zoo hevig en welgerigt geweervuur, dat men al spoedig één zwaar en twee ligt gekwetsten in de barkas be kwam. Daar het vallend waterwas, waardoor de sloepen weldra op de koraalreven vast en geheel op dioog zouden geraken, in welk geval men tegenover den oveimagligen vijand in eene zeer gevaarlijke positie konde geraken, en hel stoomschip buitendien buiten zigt aan de andere zijde van het eiland was besloot de luitenant ter zee KUrck zeer wijsselijk zijne manschappen niet te mogen wagen en keerde naar booid terug. De kommandant meende intusschen hier geenen lijd te moeten verspil len en dat het zijne taak was, de hoofdmagt der rooTers op te zoeken en aibreuk le doen. IIij liet dan ook deze rooterspraauw voorloopig onge moeid op de reven zitten en stoomde, na zich op Sapoedi van de noodige loodsen te hebben voorzien, met twee kleine schoeneis en de kruisboot van Z. II. den sultan van Sumanap op sleeptouw naar bet veel oostelij ker gelegen eiland Mangeang. Vroeg in den morgen van 10 J-»n. kwam men voor eene baai aan de zuidwestzijde van Kargcang en ontdekte daar 14 io#verspranuwen. De lui-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1851 | | pagina 3