WEEKBLAD vas öbs
en üet
m
N°. 30.
1831
Beginselen eener Kiezersvereeniging
te Amsterdam.
Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz te Nieuwe Diep
De Prijs is 80 Cts. in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan
toren zijner woonplaats.
M A A N A C
NEGEKDK JAAH6MV.
v^lGEN HEr Go
ADVERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan
den Uilgever in te zenden uiterlijk Zaturdags dee
middags ten 12 urede prijs van 1 tot 4 regels
is GO centen voor eiken regel meer 15 centen,
behalve 35 centen zegelregt voor eise laatsing.
21 JlIL ÏJ.
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VEETOOGEN enz.
In het Handelsblad van den llden dezer zagen wij eene oproe
ping aan de Kiezers voor den Gemeente-raad der stad Amsterdam,
tot het bijwonen van eene vergadering, waarin men zich over de
verkiezing zou trachten te verstaan.
Die advertentie is er op ingerigtom zoo veel mogelijk den een-
voudigen Amsterdamschen burger tot medewerking te lokken.
Zij bezit alle kenmerken van de groeniaansche factie schoone
woorden, duistere onbestemds begrippen, weinig opregtlieid. Of zulks
het eigenaardige van die partij is, dan of het slechts in navolging
is van den grooten meester, willen wij onbeslist laten; wij consta
teren slechts het feit.
Tot zinspreuk neemt men aan Nederland en Oranje. Als leus
voor eene kiezersvergadering beduidt zij inderdaad in onzen tijd
voor ons land niets want gewis ieder kiezersvereeniging heeft
's lands heil ten doel en het woord Nederland geeft derhalven geene
bepaalde eigenschap te kennen, waardoor sommige kiezers zouden
worden afgesloten. Door het woord Oranje zou men buitensluiten,
of republikeinendie in het geheel geen Koning willenof monar
chalen, die eene andere Dynastie verlangden. Is het nu waar, waar
van wij ons stellig verzekerd houden, dat het getal republikeinen
in ons land zeer onbeduidend is en dat der monarchalendie eene
andere dynastie aan het hoofd van den Staat verlangen, misschien
in het geheel niet bestaandan beduidt de spreuk niets want ie
der kiesvereeniging kan die voeren.
Zij is echter volkomen overeenkomstig met de taktiek der partij.
Zij usurpeert wat wezenlijk in den geest der Natie valt als haar bij
zonder domein. Zij weet, dat de Natie alles behalve revolutionair
gezind is, zij noemt zich dus de antirevolutionaire partij. Zoo
usurpeert zij zich hier de zinspreuk voor Nederland en Oranjeal
ware het slechts om het regt te hebben daaruit het gevolg te trek
ken dat andere kiesvereenigingendie zich tegen haar overstellen,
dus niet voor Nederland, noch voor Oranje gezind zijn. Stemt met
ons, zal men tot de kiezers zeggen, of zijt gij niet gehecht aan uw
vaderland, of zijt gij vijandig gezind jegens het huis van Oranje?
Zoo niet, welnu stemt met ons! Wat anderekiesvergaderingenmo
gen bedoelen, onze leus is voor Nederland en Oranje!
Ofschoon zij inderdaad do meeste zaden van revolutie in zich bevat. (Wij
nemen hier revolutie in den zin van gewelddadige omkccring van zaken.)
De grondbeginsels, die de vereeniging voor hare leden aanneemt
zijn:
lo. Dat alle magten uit God zijn, en dat het beginsel eener
.oorspronkelijke, of werkelijke volkssouvereiniteit in strijd is met
.bet gezag van Gods woord, met de getuigenis der geschiedenis
en met alle gezonde begrippen van regt."
Ziet daar groote, treffende woorden! maar wat beduiden zij Wel
ke is daarvan de strekking? Wij zouden kannen toegeven, dat al
le magten zijn uit God, indien men daardoor verstaat, dat aRe
magt om te bevelen, veronderstelt het regt, om die magt uit te
oefenen, en dat het beginsel des regts in God gezocht moet wor
den maar dat kan de bedoeling niet zijn het wordt tegenover
de volkssouvereiniteit gesteld. Het zal dus de beteekenis moe
ten hebbendat het regtom magt uit te oefenenniet berust op
de toestemming des volks, maar op eene regtstreeksche delegatie
van het Opperwezen. De Godheid komt in de menschelijke zaken
niet meer regtstreeks tusschen beide. Toen Prins Willem de I zich
tegen de magt van Philips, die uit God Kasverzette had hij gee
ne opdragt daartoe van de Godheid verkregen; evenmin als Prins
Willem III, toen hij in Engeland zijn schoonvader ging verjagen.
Mozes mogt zich daarop beroepen, toen hij de magt van Pharao
(die uit God moet geweest zijn, volgens de vooropgezette stelling)
miskennende, de Israëliten uit Egypte voerde; maar in de laatste
eeuwen is zulk eene regtstreeksche tnsschenkomst nimmer gevonden.
De geschienenis toont ons, hoe de magt uit duizende oorzaken
geboren wordt en dikwijls helaas! zijn begin meer in geweld en mis
daad heeft te zoeken dan in regt, en eerst dan regt wordt, wanneer
zij overeenkomende met de behoefte en den geest des volks door
algemeene toestemming als erkend is geworden. Dwalen wij hierin,
wat moet dan het resultaat der stelling zijn Dat de heden be
staande magten, omdat zij bestaan, uit God zijnde, nooit zonder
uitdrukkelijke toestemming der Godheid, die nooit komt. veranderd
kan worden dat is: dat de staatsvorm tot eene onbeweeglijkheid
zou ziju veroordeeld, die ondenkbaar is; of wel, dat liet geheel
onverschillig is, hoe de magt wordt verkregen, want eenmaal ver
kregen zijnde, is zij uit God, dus regtens. Maar dit is een begin
sel van revolutie in zijn meest slechte beteekenis, dat is een be
ginsel hetwelk de magt van een Prins Willem de Idie zich aan
het hoofd van een verdrukt en in zijne dierbaarste belangen aan
getast volk stelde, gelijk stelt in waarde aan de magt van eenen
Soulouquedie de zijne vestigde in den moord van duizenden.
Alle magten zijn uit God! Dat is de leus van eene partij, die
meer dan eenige andere, de grondwet van den Staat bestrijdt; eene
grondwet, die de onrust welke iiiyl^Natie witv^crezijji,•tjit.jfafcr,-