21 b uertenliëti. A. STRUIJK A. G. BAKKER. HUëJLS-BALSEI. Nieuwediep, in lading naar Londen, door rfjtie nalatenschap te vermeerderenen besloot lijn geheel vermogen bij testament aan de armen te vermaken. Met dat doel verzocht hij den Notaris Funglss bij zich, maakte hem zijnen uitersten vfü bekend, die door den Notaris werd opgeschreven. Niels ontbrak er meer aan dan de acte nog eens over te lezen en te teekenen, toen de vicarius in zijne be diening aan het sterfbed eens vriends werd geroepen, met wien hij jaren lang zeer vertrouwelijk had omgegaan. Hij spoedde zich derwaarts, ver zocht echter den notaris toch vooral tot zijne terugkomst te blijven wach ten, alzoo hij gaarne wilde, dat de zaak nog heden haar volle beslag kreeg, daar hij zeide te vermoeden, dat ook zijn tijd weldra daar zou lijn. De Vicarius liet zich echter zoo lang wachten, dat de Notaris, tol an dere bezigheden geroepen, zich verwijderde, het op de onderteekening na gereede testament met zioh nam, met het voornemen, den volgenden morgen bij den Vicarius terug te komen. Den volgenden morgen echter werd hem geboodschapt, dat de Vicarius, waarschijnlijk hevig geschokt door het lijden van zijnen stervenden vriend door eene beroerte wis overvallen en daaraan in den afgeloopen nacht was overleden. Fungles, een jong mensch van 24 jaren die nog eerst on langs Notaris geworden was, geraakte nu in een ernstig overleg, of de zoo uitdrukkelijk geopenbaarde wil van zijnen ouden vriend onvervuld moest blijven, en de erfgenamen uit kracht der wel, die door hun eigen ver mogen reeds in overdaad leefden, ook nog dat van den Vicarius aan het hunne zouden toevoegen, dan of de weldadige bedoeling des overledenen, ten gunste van hulpbehoevenden, zoude worden bereikt? Zijne goedhar tige gezindheid jegens de armen versterkt door de gevestigde overtuiging, dat de overledene het waarlijk zoo had gewild, bepaalde zijn besluit,' hij stelde de handteekening van IFilbs onder hel testament, haar zoo naatiw- keurig mogelijk namakende naar de handteekening onder het billet, waarbij JFilbs hem had uitgenoodigd om ten zijnen huize te komen. Dij gaf aan het testament in alle opzigten den vercischten vormen aan de armen viel ten deel, wat JFtlbs hun had toegedacht. De bloedverwanten van JFilbs ofschoon door eigen middelen rijk ge noeg, waren echter hoogst ontevreden over deze testamentaire beschikking waardoor hun een gemis werd veroorzaakt van een voordeel, waarop zij naar de wijze op welke IFHbs zich vroeger daaromtrent wel uitgelaten had gemeend hadden met zekerheid te mogen rekenen. In hunne wre velmoedigheid hierover opperden zij zelfs wel twijfelingen over de echt heid van het testament, bij volstrekte ontstentenis van bewijsmiddelen waagden zij het echter niet eene beschuldiging legen den Notaris in te brengen, en zoo verliepen er eenige jaren, gedurende welke Fungles zich door zijne kunde, ijver en goede trouw in de uitoefening Yan zijn beroep, de algemeene achting en tevens een tamelijk vermogen verwierf. Thans dan ook vertrouwende voor eene huishouding te kunnen zorgen, zloot hij een huwelijk met een braaf en beminnelijk meisje en gevoelde zich in haar bezit zoo gelukkig, als een paar jeugdige echtelingen dit kunnen wenschen te zijn, en dacht er volstrekt niet aan, welk een vrees- selijk ongeluk hem boven het hoofd hing. Ilij bezocht met zijne jonge vrouw eene naburige hadplaats, doch, nog in de wittebroodsweken, zochten zij, te midden van het gewoel nog dik werf de eenzaamheid om zich des te vrijer met elkander te kunnen on derhouden. Zoo zaten zij, op eenen schoonen zomeravond, hij maanlicht, in eene var. de gebouwen tamelijk verwijderde plaats, van den tot de zelve behoorenden tuin, en spraken niet elkander over de soms wonder lijke beschikkingen en beslissende oogenblikken in het menscheüjke leven. Dit gesprek gaf aan Notaris Fungles aanleiding om aan zijne vrouw het voorgevallene met het testament van den Vicarius te verhalen, hetwelk hij aanvoerde als een bewijs, hoe ook soms een inderdaad braaf mensch tot de uitoefening eener daad kan kotnen welke uit een zedelijk oogpunt niet boven alle bedenking is. Nog uaauwelijks had hij zijn verhaal voleindigd toen er uit het boschje hetwelk de echtelingen ten deele beschaduwde, twee personen te voorschijn sprongen die met vrij wat gelier te kennen gaven, het veihaal van Fungles mede te hebben aangehoord, eD hem dreigden hetzelve aan de justitie te zullen bekend maken, ten ware hij hun stilzwijgen voor 200 p. s. mogt willen koopen. Fungleswel eenig- zin» ontsteld, doch bel gevaar niet geheel beseffende, deed hun verwij- tingen over hunne verregaande laaghartigheid, welke zij daarmede zoch ten te verontschuldigen, dat zij, aanzienlijke sommen op liet roulet ver loren hebbende, zelven tot eenen staat van wanhoop waren gebragt. Toen hij echter volhardend bleef weigeren, hunne, in al meer en meer drin gende bewoordingen geuite eischen te voldoen verwijderden zich die per sonen onder de verzekering van hem zijne vrekkigheid, zoo als zij dat noemden, te zullen betaald zeilen. Naauwalijks te Ramsay terug gekomen, werd hij in hechtenis genomen De vermelde personen hadden hunne ontdekking aan do bloedverwanten van den oveileden Vicarius, voor eene aanzienlijke som medegedeeld en te vergeefs bood hij nu een groot gedeelte van zijn vermogen aanom de zen te bewegen geen gevolg aan de zaak te geven. Er was onder die bloedverwanten een jong mensch, wiens huwelijks-aanzoek vroeger door de tegenwoordige echtgenoote van Fungles was afgewezen en die deze ge legenheid niet ongebruikt wilde laten om zich daarover tc wreken. De regtsvervolging had dus op de aanklagte der bloedverwanten van den over ledenen Vicarius plaats en daar Fungles door zijne eigene openhartige en met de waarheid geheel overeenkomstige bekentenis het tegen hem aan gevoerde getuigenis bevestigde werd hij tot den strop veroordeeld. De zen smadeiijken dood ontging hij wel door aan hem verleende begenadi ging, maar intusschen was zijne vrouw waanzinnig geworden, en in dien toestand gestorven en zijn vermogen deels door regtskosten verloren ge gaan, deels bij wijze van schadevergoeding toegewezen aan de benadeel den door het testament. Ilij zelf nam dienst op een oorlogschip en sneu velde in deu slag bij Trafalgar. Op zijne borst vond men eene kleine brieventasch waarin de albeelding zijner overledene vrouw op de keer zijde waarvan deze woorden te lezen stonden: »Doo, ook met de beste bedoeling, niets wat ongeoorloofd is; de mensch heefi geen magtoverde gevolgen en over de gebeurtenissen die nog toekomstig zijn." Ondertrouwd K. KOOIJ van Amsteidam Nieuwediep den en 25sten Julij 1851. M. LASTDRAGER. Getrouwd: te Amsterdam met den 24 Julij 1851. Do ondergelcekende berigl, dat bij hem gevestigd is een Depót van genoemde Balsemzijnde een radicaal middel tegen allo rheumatische pijnenonverschillig op welke plaats die zich doen gevoelen en legen alle opene wonden, onverschillig of die verouderd zijn of versch. Ter waarschuwing dieul dal men zich voor rondvenlers wachlo en vooral daarop lelie, dat de echte zalf niet anders verkocht wordt dan in blikken doosjes, waarop de naam van J. H. HUëL is gestempeld; bij elk doosja wordt een biljet kosteloos afgegeven. A. LIEUWES, hoek van den Kruisweg, te Nieuwediep. Bij den Graanhandelaar D. BAKKER Bz. alhier, is le verkrijgen: GROENE ERWTEN MEEL. WITTE GARSTEN MEEL en LIJNKOEKEN MEEL. Hel Kanloor van den Ontvanger van 's Rijks Belastingen alhier, zal van af Maandag den 2Sslen Julij 1851, worden gehouden in deszelfs woonhuis, wijk K, No. 37, ingang Dijkszijde, naast het perceel wijk K, No. 132. het Stoomschip GHEEN ISLE; vertrekt Vrijdag den lstcn Augustus, des morgens ten 10 uur, hebbende uitmuntende inriglingen voor passagiert goederen en vee, Te bevragen bij Geb, Zurmuiilen Taylür Scheepsmakelaars, njeuwediep rij c, bakker bz. gebrokt bij s. giltjes.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1851 | | pagina 4