WEEKBLAD van den HELDER en bet KIELWEDIEP. «er De Troonrede. Staten-Genehaal. Dit Weekblad wordt eiken Maandag-morgen uitgegeven bij C. BAKKER Bi.te Nieuwcdiep. Dc prijs is 80 cents in de drie maanden en voor de buitensteden franco per post 90 cents. Men abonneert zich bij de Boekhandelaren en Postkan toren zijner woonplaats. MAANDAG ADVERTEA'TIElNf gelieve men ongezegeld *«o den Uilgever in te zenden, uiteriijk Zaturdag» dt>» middags ten 12 ure; de prijs van 1 lot 4 regel* is GO centen, voor eiker, regel meer 15 centen, behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. 23 DEPIEilBER. MEGEKOE JAAKOMG, STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VEETOOGEN ünz. De troonrede geeft een overzigt van den toestand des landsdat verdient de aandacht van het algemeen tot zich te trekken. Het is geschikt om ons tot eene blijde tevredenheid over het tegenwoor dige te stemmen en met moedige hoop de toekomst te gemoet te doen gaan. Zij begint als met een juichtoon, dat de Koning niets dan gunstige berigten heeft mede te deelen en inderdaad het zijn niets dan gunstige berigten, die wij mogen vernemen. Daaronder zijn er eenige, waaraan 's menschenhand niets mag te sturen. Een redelijke oogst, het behoud van dijkenafhankelijk van zach te winters of lagen waterstand, zijn zegeningen, waaraan men dank baar mag gedenken, maar waarvan de mensch geen roem zal weg dragen. Maar andere voorregten vielen ons ten deel, die van het rege ringstelsel en de energie der Natie, beiden naauw met elkander za- menhangende, afhankelijk zijn. Waar ontevredenheid over de Kegering een algemeenen wrevel in het leven roept, daar zal ook het crediet geschokt en de onder nemingszucht gedoofd worden. De Eegering heeft door de wijziging der Scheepvaartwetten (niet tegenstaande de tegenkanting van velenaan bescherming uit voor oordeel of uit eigenbelang gehecht) den handel eene vrijere beweging geschonken; door overeenkomsten met andere Natiën, een ruimer markt verzekerd, en thans reeds mag de Eegering in het toenemen van de Scheepvaart en in de uitbreiding van den Scheepsbouw een bewijs ziendat hare verwachting gegrond was. Eene overeenkomst met Pruissen gesloten, zal de middelen van vervoer en daardoor het handelsverkeer met Duitschland doen toe nementerwijl met Belgie maatregelen zijn genomen, ton einde de opening van nieuwe wegen van gemeenschap tusschen beide landen voortebereiden. De ambachts- en fabriekvlijt is in voortdurende ontwikkeling. Met ijver legt men zich toe op de bevordering van den landbouw. De geldmiddelen hebben in het vorig jaar de gunstige verwach ting overtroffen en het tegenwoordig jaar belooft eene voordeelige uitkomst. Een batig overschot zal tot schulddelging kunnen wor den aangewend cn daardoor voor handel en nijverheid beschikbaar worden. Zietdaar in korte trekken den gunstigen toestand des lands, zoo jtls die in dc troonrede wordt geschetst. Is die toestand slechts een bloot toeval? Wij gelooven dit niet. Welke rampen het jaar 1848 over andere landen van Europa moge gebragt hebben, voor ons heeft de schok van dat jaar rijke vruch ten voortgebragttoen hij eene herziening der grondwet tot stand bragt, die de Eegering en de Natie door onderling wantrouwen reeds verdeeld, tot elkander deed naderen. En nog zou die grondwet onvruchtbaar hebben kunnen blijven, indien het der Eegering aan den moed had ontbroken, om vertrouwen te stellen in de Natie. Onze kieswet, onze provinciale wet, onze gemeentewet hebben alle billijke verlangens bevredigd. Men heeft daaruit geleerddat de Kegering geen misbruik wil maken van meer kalme tijdenom vroe gere beloften te verbreken of te ontduiken. Het is geen nutteloos werk, dit te herinneren. Ook bij ons is nog eene partij van reactiedie openlijk of in het geheim het ver trouwen in dc Eegering en in haar stelsel tracht te ondermijnen en door met ophef van ondergeschikte gebreken op te gevendoor fouten, die elke Eegering soms wel zal begaan, tot hevige grieven te maken en van gekrenkte eigenliefde of teleurgestelde personele verwachtingen partij te trekken, eene omkeering tracht te bewerken. Het is daarom goed, niet alleen te wijzen op hetgeen de reactie in Duitschland uitrigt, waar de ltegeringen de Natiën behandelen, als de onkundige ruiterdie een oogenblik in verlegenheid gebragt door het vurig paardhet arme beest afranseltom het mak te ma ken, maar het daardoor ook tot een koppigen knol maakt; maar ook te wijzen op onzen eigen toestand en die te vergelijken met het verledene. Indien wij ons het jaar herinneren, toen de minister Baud van eene reis door ons land teruggekeerd, in de Staten-Generaal moest erkennen, dat hij overal eene algemeene malaise gevonden had, en wij stellen daarneven de wijze, waarop de Minister van Binnenland- sche Zaken eerst in Noord-Braband, nu onlangs in Overijssel, Gro ningen en Eriesland is ontvangen, dan hebben wij eenen maatstaf hoe ver wij sinds 1848 zijn gevorderd, cn bij zulke vergelijkingen zullen wij bewaard blijven voor de verzoekingen van hen, die ons naar dien goedenouden tijd van ledige amortisatiekassenzwarte boeken, en ondoorschijnende glazen huizen zouden willen terugvoe ren. Sept. 13. In eene verccnigue zitting van beide Kamers wocd^T het zittingjaar 185051, door- -den Minister vut» Binnenl. Zaken, namens, tién KoningfXmet ccn^ toe passelijke rede gesloten,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1851 | | pagina 1