Staten-Geneiïaal. AANBESTEDING. ~A~A N B E S T E D I N G7~ ten. Dc reeder, die zonder bewijs van toelating een schip ter vis scherij uitrust, wordt met eene boete van 300-» tot ƒ3000 ge straft, de stuurman met eene gevangenis van 14 dagen tot twee maanden. Tot het zouten van haring mag geen ander dan grof ongeraffineerd spaansch of portugeesch zout, of fijn geraffineerd, binnen het rijk van zout gezoden zout gebruikt worden. Alleen op de eerste reis mogen vierde en achtste tonnen worden medege nomen, maar van elks niet meer dan zeven stuks. Ook voor de jagerij wordt toelating vereischt en aan de schepen als jagers uitgerust rnaggeen haringwant, zout, noch eenig klein vaat werk worden medegegeven. Er mag op die schepen geen haring gevangen, gekaakt, gezouten, noch gelegen worden. Zij mogen geen haring overnemen, dan van schepen varende uit de provincie Holland; de tijd gedurende welke zij mogen overnemen, wordt door Gedeputeerde Staten bepaald. Vreemd klinkt het in het reglement te hooren omschrijvenwat volle haring, kuit- of homzieke haring, maatjes-haring en ijle ha ring is en welke naar het oordeel van Provinciale Staten het lekkerst het vetst of het duurzaamst is, alsof een reglement de malsehheid of vetheid schenken kon. Dc gevangen haring moet gezouten worden met niet minder dan vier tonnen zout op het last. De soorten moeten in afzonderlijke tonnen gelegd wordenmaar de hom- mag niet van de kuitharing, noch de groote van de kleine worden gesorteerd. De stuurlieden tnceten toezigt houdendat de gekaakte haring van den eenen bo dem der ton tot den anderen wel gelijk en kruisgewijze vier lang op den rug in zijne lagen wordt gelegen. Voor 21 Julij zal geen gevangen haring anders dan met grof zout, doch na dien tijd mag dc volle met fijn zout gezouten worden. De schepen mogen niet vroeger van dc visscherij naar huis zeilen dan daags na het eindi gen van den jaagtijd en niet eerder dan op den vierden dag daarna binnengaats komen. Wij gelooven niet noodig te hebben om het reglement in zijn geheel door te loopen, oin te doen zien, dat er geen industrie bekend is, waarbij van den eersten tot den laatsten stap alles zoo geregeld is als die bij de haringvisscherijwij kunnen ons echter niet weerhouden nog de bepalingen van het haringwant mede te deelendie ons bij uitnemendheid schijnen te bewijzen tot welke uitersten men komt, als men gaat regelen wat aan de vrije be weging overgelaten moet worden. Dc kol voor het garen der haringnetten moet getrokken worden uit zuivere onvermengde nederlandsche of oostersche hennip, die door den keurmeester moet worden goedgekeurd het garen mag daaruit met eenen draad tevens gesponnen en moet behoorlijk gewaterd en gedroogd worden. De haringnetten moeten op even- wijde scholen door éénen persoon tevens gebreid worden, ook mo gen geen twee halfjes tot een geheel net worden gemaakt. Ieder haringnet zal breed moeten zijn 748 scholen, en diep of lang 68 volle mazen, de halve netten of halfjes mede 748 scholen en 34 mazen, elke maas van 2 knoopen, te rekenen van boven naar l*»edcn. Geen haringnet mag gebruikt worden zonder dat hetzelve (loor den teller of teister is goedgekeurd. Zulke munitieuse voorschriften zijn belagchelijk voor ons, die volstrekt niet begrijpen welk nadeel er voor den staat in gelegen zoude zijn indien met netten van andere hennip en grootere of kleinere afmetingen de buizen vol geladen uit zee terug keerden, doch wat wij zeer goed begrijpen, is, dat eene industrie die aan zulke schromelijke banden wordt gelegd, te grond moet gaan of volstrekt ondersteuning noodig heeft, ja daarop regtmatige aan spraak heeft. Wij zien met genoegen de langzame opheffing der premiën te gemoet, maar achten die onbillijk, zoolang men aan de visscherij niet ook de vrije beweging schenkt, om met de minste kosten de raeeste voordeelen te behalen. Maart 19. De wet tot wijziging van het patentregt wordt in de T, K. met 45 tegen 11 st. aangenomenen die tot wijziging van den vrijdom van accijns op het binnenl. gedistilleerd met 44 tegen 12 st. 22. Ingekomen een wets-ontw. tot verhooging van hoofdst. 'VI der begrooting voor 1852. De discussien over 't wets-ontwerp tot verbete ring van den accijns op het zout worden 8 dagen uitgesteld. 23. De voordragt wegens de afkondiging der algemeene maatregelen op het inwendig bestuur van den Staat en die tot regeling van 't gebruik van het batig slot koloniale middelen over 1849 worden met algemeene st. aangenomen. i' 24. Het wets-ontw. tert verbooging van 't 4de hoofdst. der begrooting van 1852 wordt met 28 tegen 24 st. aangenomen. Op Woensdag den 31 Maart 1852, des namiddags ten twee ure, zal, onder nadere approbatie, door den StaatsraadCommissaris des Konings in de provincie Noord-Holland, of, bij afwezigheid van Z. H. E. G.door een der Leden van de Gedeputeerde Staten, in tegenwoordigheid van den Iloofd-Ingenieur van den Waterstaat, aan het Lokaal van het Provinciaal Bestuur te Haarlem, worden aanbesteed: Het onderhoud der Havenhoofden beoosten het Oude Schild op het Eiland Texel, voor den tijd van één jaar, ingaande den 1 Mei 1852 en eindigende den 30 April 1853. Deze Aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrijving, inge volge art. 12 van het bestek. Het bestek, waarop deze Aanbesteding zal plaats hebbenzal ter lezing liggenbehalve aan het Gouverncments-gebouw van Noord- Ilolland, in de voornaamste Logementen en Koffijhuizen, als: te Amsterdamin het Noord-Hollandsche Koffijhuisin de Kalverstraat in het Wapen van Medemblik, op den Dam, in het Koffijhuis het Vosje, bij het Plein van de voormalige Beurs, in de Nieuwe Stads- Herberg, aan het IJ, in het Harlinger Veerhuis, op de Texelsche Kade en in de Bel, op den Hoek van het Haarlemmerplein; te Haarlem, in de Kroon en in het Noord-iioilandsche Koffijhuis, beide aan de Groote Markt, in het Logement de Oude ltomolen en Iloskamin de Nieuwstad, en in het Logement de Glazenwa- gen, in de Spaarnwouderstraat; te Alkmaar, in den Iiooden Leeuw, in de Toelast en in het Wapen van Haarlem; te Nieuwedicp bij Mejufvrouw de Wed. Ihnen en in het Logement den Burg; aan den Helder in het Heeren-Logement; op het Eiland Texel, te Oude Schild, in de Zeven Provinciën; op de Eilanden Terschelling en Vlieland, in de Dorps-Herbergen-op het Eiland Wieringen, te Ilippolitus Hoef; te Medemblik en te Enkhuizen, in de Loge menten de Valk; te Hoorn, in den Doelen en in het Ongemaakte Schip; te Purtnerende, in de Vergulden Koskam; te Edainin het Heeren-Logement; te Monnickendam, in den Doelen; te Zaandam, in den Otter; te Buiksloot, in het Boode Hert; te Muiden, in het Hof van Holland; te Naardcn, bij Jurrissen. Zullende des Maandags vóór de Besteding aanwijzing in loco worden gedaan, en verdere inforrnatien te bekomen zijn bij den Hoofd-Ingenieur E. dc Kruyff, te Haarlem, en den Ingenieur P. J. H. Hayward, te Alkmaar. Op Woensdag den 7 April 1852, des namiddags ten twee ure, zal, onder nadere approbatie, door den Staatsraad, Commissaris des Konings in dc provincie Noord-Holland, of bij deszelfs afwe zen door een der Leden van de Gedeputeerde Staten, in bijzijn van den Iloofd-Ingenieur van den Waterstaat, aan het Gouver nementsgebouw in de St. Jansstraat te Haarlem, voor rekening van Kerkvoogden, worden aanbesteed: Het bouwen van eene NIEUWE KEEK, voor da Hervormde Gemeente te Assendelft,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1852 | | pagina 2