WEEKBLAD VAÏDES
ELDER es eet MEUWEDiEP.
N°. 46.
"er
1852.
Gijnmaslieli
TIENDE JAABWANO.
Üil Weekblad wordt eiken Maandag-morgen
uitgegeven bij C. BAKKER Bz., te Nicuwediep.
De prijs is 80 cents in de drie maanden en voor
de buitensteden franco per post 90 cents. Men
abonneert tich bij de Boekhandelaren en Postkan*
toren zijner woonplaats.
MAANDAG
ADVERTENTIEN gelieve men ongeiegelJ am
den Uilgever in te renden, uiterlijk Z.ilurdags dei
middags ten 12 ure; de prijs van 1 tot 4 regels
is 80 oenten, voor eiken regel meer 15 centen,
behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing.
O V E Ti E u.
STAATKUNDIGE BESCHOUWINGEN, VERTOOGEN enz.
LV.
Onder dezen titel vinden wij in no. 10 van den Economist, on
der redactie van den heer Mr. J. L. de Bruijn Kopseene belang
rijke bijdrage(1) die wij gaarne aan de overweging van ieder, die
in de volksopvoeding belang steltzagen aanbevolen.
De klagt, dat de opvoeding een eenzijdige rigting heeft aange
nomen, omdat men bij de zorg voor vermeerdering van kennisvoor
de ontwikkeling der geestvermogens, te veel het ligchaam uit het
oog heeft verloren, reeds voor jaren geuit, is meer en meer alge
meen gewordenen meer cn meer is de overtuiging doorgedrongen
dat die klagte gegrond is.
Geest en ligchaam, in hun wezen onderscheidon, zijn echter zoo
naauw aan elkander verbonden, oefenen zoo groot eenen invloed
op elkander uit, dat niet zonder nadeel het een ten koste van het
andere kan worden opgeofferd.
Door de algemecne en groote zorg, die aan de ontwikkeling der
geestvermogens is ten koste gelegd, schijnt de vraag belagchelijk
of men die ontwikkeling aan de natuur en aan de eigen lust da-
kinderen zoude kunnen overlaten. Maar zou dan ook het ligchaam
niet voor methodieke oefening geschikt zijn? Moet men de ont
wikkeling van het ligchaam geheel van de lust der knapen en meis
jes in loopen en springen, of klimmen, laten afhangen? Moet dat
geheel aan toeval, aan de omstandighedenwaarin het kind geplaatst
is, worden overgelaten? Zou de behoefte naar eene gezette metho
dieke oefening van het ligchaam niet des te grooter wordennaar
mate alles wordt ingerigt, om bij de kinderen het denkbeeld te
vestigen, dat in de ontwikkeling van het verstand het groote doel
van hun streven gelegen moet zijn? Wanneer alle lof is voor den
vlijtige, die zijne lessen het beste kent, en alles wat in de verte
naar eenige roekeloosheid zweemt, met knorren cn brommen wordt
bejegend?
Maar is dan de vraag, of men de ontwikkeling van het ligchaam
geheel aan de natuur en de lust der kinderen kan overlaten minder
belagchelijk, dan de vraag, die wij hierboven omtrent de ontwik
keling der geestvermogens deden
Neen! gelijk de geest, zoo ook is het ligchaam voor ontwikkeling
vatbaar; gelijk die ontwikkeling hij den geest eenen trap bereikt,
die hij aan het toeval overgelaten, zich niet kan denkenzoo zal
ook de
ontwikkeling
van het ligchaam tot cencn boogeren graad
(1) Van Mr. JF, B. Bergsma,
worden opgevoerd, wanneer zij onder zorgvuldige en wetenschappe
lijke leiding gebragt wordt.
Velen zijn er, die tot zoover met ons instemmen; maar wanneer
wij dan tot het noodzakelijk daaruit te nemen besluit komendat
er dun ook gymnasiiescholen beboeren te zijn, dan trekken velen
huiverend terug.
Van waar dat verschijnsel? Het is, omdat slechts weinigen eene
goede gymnastieschool gezien hebben en bij het woord gymnastiek zich
dadelijk allerlei halsbrekende kunsten voor den geest halen; uitge
oefend in een lokaal dik met krullen of zaagsel bestrooid, om ten
minste eenigermate het gevaar, om hals of boenen te breken, te
voorkomen. De heer Bergsma zegt hiervan in de boven vermelde
bijdrage van den Economist:
De eigenlijke gymnastiek is hij ons tot nog toe alleen door
militairen ett hier en daar door particulieren zeer oppervlakkig
beoefendGroningen welligt alleen uitgezonderdalwaar de lieer
o Bijkens (2) de gymnastiek van Gulhsmulht sinds lang toepaste.
t De oefeningen worden op zichzelve staande, zonder verband,
zonder wetcnschappelijken grondslagals even zoovele kunstjes
of toeren voorgedaan en nagemaakt. Dit nu is evenmin gym-
nastickals het teekenen van allerlei lijnen en figuren door
elkander mathesis is.
o Bij elke wetenschap en kunst zijner aigemeene regels; even
o zoo moet hier de knaap eerst meester worden over zijne ver-
ar schillende ledematen, hij moet hun verband en gebruik leeren ken-
c neneene gansche reeks van vooroefeningen doorloopeneer
f dat hij de eerste eenigzins zamengestelde oefening gaat vol-
brengenen van de eene oefening gaat bet voort tot de vol-
0 gendein geleidelijke opklimming, en onafgebroken verband
0 tot volkomene en gelijkmatige ontwikkeling des ligchaamsals
b hoofd- en einddoelnimmer tot het aanleercn van eene oc-
fcuing, om haar zelve, tot bravoure en efiectmakerij. Het
b laatste is koorddansers werk, het eerste een hoog belangrijk
deel van de vorming van het kind tot zelfstandig mensch.
De maatschappij tot Nut van 't Algemeenheeft voor een paar
jaar een-ig3 gelden beschikbaar gesteld, om in een vijftal der voor
naamste plaatsen van ons land, normaal-scholen voor degymnastie
te doen oprigten. In hoeverre deze aan het zoo even geschetste
beeld voldoen, of lijden aan de gebreken van de militaire gymnas-
tie oefeningen is ons onbekend. Van het onderwijs, van hetvoor-
(2) Die nader kennis verlangt te maken met wat gymnastiek ia.,
leze de practiscbe handleiding voor kunstmatige Iig.chaam?ö0fering
van 11. O, li Ij ken.ste Groningen bij Ooviïext, 1843.