digendie lij in den kelder ronden. Na tich omtrent gedurende vier
uren in het huis opgehouden na alles opgegeten en ledig gedronken en
na lich het geld en goud toegeëigend te hebben, vertrokken aij. Voor
hun vertrek veriochten tij de vrouw van hare slaapplaats op te staan en
de deur achter hen toe te grendelen, met nadrukkelijk bevel om tich
daarna dadelijk weder te bed te begeven en lich stil te houden, teggeu-
de, dat tij na verloop van een kwartier uurs zouden terug komen. Dit
gebeurde werkelijk: binnen een kwartier kwamen zij aan het huis terug.
De vrouw, dit hoorende, riep hun toe dat zij, indien ze verlangden nog
maals binnen te komen, de deur zou openen; dcch zij gaven een ont
kennend antwoord, er bijvoegende dat zij baar mond maar moest hou
den err geen gerucht nraken; want dat zij binnen een kwartier andermaal
zouden terug komen. Zij kwamen echter niet meer terugzoodat daarmede
die netelige zaak was afgeloopeo. Des morgens vond de vrouw wei alles
verstrooid op den yioer liggeu doch ontdekte dat er niets was gebroken
of vernield; geene kleedingstukken of linrren ontvreemd, en dat zij dus
alleen het weinige geld en de gouden sieraden hadden medegenomen be
halve een gouden ring, dien zij nog onder het linnen op den vloer vond.
Var. haren mantel hadden zij den gouden haak afgesneden, zonder het
laken te bederen.
SSïM'gerSljlïe Statid van 13 Hoicntber
Eë53.
GEHUWD J. Voet en E. van der Voorst. C. L. Everts en A. C.
Slijfaart. A. van der Ham en E. Schmits. J. Kolder en N. J.
Kikkert. W. van der Veen tn A. J. Kolder. II. Bouwhuis en E.
de Vries.
BEVALLEN E. Beek geb. Mauheirn D. G. Bakker geb. van
Out Broekhuisen Z. T. Koningsteio geb. Verbcrne D. A. Bak
ker geb. Bouman Z. W. Mathijsen D.
LEVENLOOS AANGEGEVEN 2.
OVERLEDEN E. van der Struijs 3 m. J. II. Ilanse 73 j.
P. Heinsbergen £G j. E. vau de Velde, G3 j. T. Molenaar, 23 j.
GEMENGDE BERIGTEN,
Te Parijs is men het oneens over den opvolger van den
aanstaanden keizer. De Britsen hebben de turksche
troepen in den nacht overvallen. Op da pcoische
grenzen wordt een gestreng toezigt gehouden. Den
2In Ociober is te St. Petersburg zooveel sneeuw gevallen,
dat men met sleden heeft kunnen rijden. Hel gerucht
betreffende een eurcpeesch congres, strekkende om do wee-
ner Iractaten te herzien met het oog cp Frankrijk, verdient
geen geloof. Do steenen welke het graf van koning Ba-
vid uitmaakten, zijn to Parijs in hel assyrisch museum ge
plaatst. Koning LeopolJ heeft een nieuw ministerie bo-
uoemd met den heer H. de Srouckèrc aan 't hoofd. Kei
zer Nicoluas heeft het protest van tie Porie tegen de onaf-
haukelijk-verklaring van Montenegro van de hand gewezen.
In de oorlogshorens van het aanslaande keizerrijk zijn
18 linieschepen en 22 oorlogsfregatteu in aanbouw. Te
Napels is het weder plotseling bar en guur geworden.
Do gchcele finlantlscho zeeboezem was den 26 Oct. met
drijfijs bedekt. - In Romo gelooft men stellig dat do
Vader zich naar Parijs zal begeven om L. Nap. tol Keizer
te kroonen. De telegraaf tusschen Rotterdam en Act
werpen is voltooid. Te Groningen heeft een fatsoenlijk
jong mcnsch door een pistoolschot een einde gemaakt aan
zijn leven.
ns- iee: .EES ■VST' GL©
Iets ever de honden van nSïph- Warr.
Het is niet zeer raadzaam te vroeg gelijk tc hebben, noch te
gen eene te groote menigte gelijk te hebben.
Evenwel gebeurt het soms, dat men na een korter of langer tijds
verloop ziet, dat een van die waarheden, die men als te voorbarig
voor ziclizelven had trachten te houden, doch die men onwillekeurig
toch wel eens geuit had, een gemeene plaats wordt in den mond van
iedereen.
Dat is nog niet het geval met het ieU, dat ik over de honden
wilde zeggen.
Het is nu vijftien jaar geleden, dat ik voor de eerste keer de
stelling heb verdedigd, die ik nu nog eens verdedigen wil en toch
heb ik alle reden om te geloovendat ik niet beter zal slagen dan
de eerste maal.
In mijn gansche leven heb ik nooit meer zwariglicdon ondervon
den dan wanneer ik tc strijden had met vooroordcelen tot welker
verdediging geijkte formules en zinsneden in omloop zijndie ieder
herhaalt, zoo als hij ze geleerd heeft; dat is te zeggen, zonder
dat zij het gevolg zijn van eigen overdenking, maar alleen, omdat
het gemakkelijk is ze natezeggen, omdat men zich niet behoeft te
vermoeijen, door naar redenen te zoeken, en zij zich redelijk wel
voordoen. De maatschappelijke stelling der honden is boven alle
aanvallen verheven, om twee redenen. Vooreerst; omdat sommige
wijsgeerenin sommige tijdperkenverlangende den mensch in het
algemeen, of cenig magtig en voornaam heer in het bijzonder, te
vernederen aan de honden alle mogelijke goede hoedanigheden en
deugden hebben toegekendwelke het mensclienras zich gaarne
maar ten onregte, toeschrijft; ten naastenbij, zoo als Tacilusom.
een zijdelingsche maar desniettemin scherpe satire van de ondeug
den der Romeinen te schrijven, in zijne geschiedenis der Germa
nen, een lofrede op dit volk heeft gehouden, die niet vrij van par
tijdigheid is.
De andere reden is, omdat men den hond den vriend van den
mensch heeft genoemd; en daarmede sluit men ieders mond.
In deze algemeene overeenstemming, om den hond zijn vriend
te noemen, openbaart zich eene bijzondere eigenschap in het ka
rakter van den mensch.
De hond gehoorzaamt zonder aanmerkingen, hij onderwerpt zich
zonder onderscheid, zoowel aan de luimen, als aan den wil zijns
meesters, zonder ooit zelf een wil te hebben.
Men slaat hem, hij verdedigt zich niet; integendeel, hij kruipt
aan de voeten van zijnen meester, en lekt de hand die hem gesla
gen heeft.
Ei! Ei! Is het dat, wat de mensch van zijn vriend vordert?
HelaasJa
Hoort slechts dc klagten van vrienden over elkander, en gij zult
zien, dat, zonder dat zij het bepaald zeggen, ja, soms zonder het
zelf te durven denken en voor zichzclven te bekennenhet die
slaafschheid is in de toewijding, dat enthousiasme in de dienstbaar
heid, waarvan iedereen droomde, toen hij van den Hemel smeekte
om de gunst een' waren vriend te mogen vinden.
Dit is geen paradox. Het is duidelijk, zonneklaar, dat, dewijl
de hond, volgens ieders oordeel het zinnebeeld is der vriendschap,
een mensch naarmate hij deze type meer nabij komt, des te groo-
ter aanspraak verkrijgt, om eeii waar en opregt vriend genoemd te
worden.
Daarom is de vriendschap ook zoo rijk in teleurstellingen, in
wcderzijdsche beschuldigingendewijl elk van den ander zuiver goud
zonder inmengsel legen cenig kopergeld vordertzoodat meestal
twee gevallen slechts uitgezonderd namelijk; wanneer een dei-
beide vrienden de natuur van een hond heeft, of zijne dienstbaar
heid tot adel en heldenmoed weet te verheffen, of wel wanneer twee
personen in hunne vriendschap een aanvallend cn verdedigend ver
bond zien, dat maakt, dat ieder van hun in alle omstandigheden
des levens de magt en invloed van twee personen bezit bchalven
deze beide gevallen is er tusschen twee vriendenslechts eendie
den vriend van den andere is. Ieder wcnscht een vriend te hellen,
maar streeft er weinig naom zelf er een tc zijn.
Niemand heeft meer regt, om dc honden eens de waarheid te
zeggen, dan ik. Tien jaren lang heb ik een zeer sehoonc New-
foundlandschc hond toebehoord. Tusschen ons gezegd, de gewone