scn naar eerstgenoemde nederl. steden is du prijs fr. 7.50, en naar Haarlem en Amsterdam fr. 10. Dezer dagen had te Heusden eeno opschudding plaats, die aanvankelijk tot gewelddadigheden dreigde over toslaan, doch gelukkig, door lusschenkomst der polieie, tot bedaren werd gebragtzonder dat er buitengewone ongelukken lo betreuren zijn. Een achtingswaardig burger dezer stad, 11. genaamd, van beroep vleeschhouwerhad namelijk ecne koe, welke door hem voor J 72 was aangekocht, voor den accijns op bet geslagt, op /GO geschat en aangegeven, en werd door de ambtenaren bij de directe belastingen naar dien prijs benaderd. Toeu zy nu het beest wilden wegvoeren, waren do stralen zoo opgepropt met menschendal de doortogt uiterst mocijclijk viel. Van alle zijden hoorde men tegen do ambtenaren afkeurende stemmen verheffen, welke weldra in scheldwoorden en bedreigingen overgingen. Een en ander werd verslimmerd, toen men bemerkte, dal do commiezen voor het aangehaalde beest bij niemand binnen do stad stal ling konden erlangen, hetwelk veroorzaakte, dat zij het ge durig van de eene naar de andere plaats moesten leiden, waartoe door den drang \an hel volk, voel lijd vereischt werd. Intusschen begon do menigte zich te wapenen mei hoorns, bierkruiken en andere instrumenten en werden de ambtenaren met zoogenaamd ketelmuziek gevolgd en ge noodzaakt buiten de stad, op een naastbijgelegen dorp, met het benaderde beest de wijk te nemen. Toen gelukte hel •Ier polieie de menigte uit een te drijven en derust lo her stellen. Den 2 dezer is de nieuwe keizer op de Tuilicrien aangekomen en nam plaats op den troon, omgeven door de ministers, de senatoren en afgevaardigden, beantwoordde hij dc aanspraak van den voorzitter van het wetgevend lig- chaam, den heer Billault. Hij zcide onder anderen: dat deze nieuwe regering haar oorsprong niet, gelijk zoo vele waarvan de geschiedenis gewaagt, had in geweld en verove ring, maar voortvloeide uit den wettig uilgedrukten wil des volks, met kalmte datgene bevestigende, wat zonder beroe ringen was gegrondvest. Hij verklaarde met moed en ge rustheid deu naam te aanvaarden van Napoleon 111om dat het volk hem dien reeds in zijne toejuichingen had ge geven, en de senaat dien ook voorstelt, gelijk mede do ge- heele natie. Men zegge niet dat hij door het aannemen van dezen titel in de dwaling vervalt, welke hem werd ver weten toen hij uit de ballingschap terugkeerde, dal hij alles wat tijdens zijne afwezigheid geschied was voor ongedaan zou verklaren. Hij neemt datgene over wat de vorige rege ringen hebben verrigt. In weerwil van het verschil van O O oorsprong neemt hij aan alles wal de geschiedenis met on herroepelijk gezag ons sedert 50 jaren heeft overgebragt. Do aanneming van den titel van Napoleon 111 bcschouwe men riiet als eene verouderde dynastieke aanmatiging, dit zou voor het gezond verstand beleedigend zijn. Die titel is eene hulde aan de wettige regering gebragt, waaraan Frank rijk dc roemrijkste bladzijden zijner nieuwe geschiedenis verschuldigd is. Zijne regeling dagleekcnl niet van 1S15 maar van den oogenblik waarin men hem den uitslag van de stemming der natie heeft kenbaar gemaakt. Hij dankt de leden van het wetgevend ligchaam voor den luister aan deze manifestatio bijgezet, die hij beschouwt als le geschie den in naam der natie; hij zegt de leden van den senaat dank daarvoor, dal zij de eersten zijn, die hunne geluk- wenschen uitbragten en levens den wensch der natie heb ben geuit. Hij verzoekt hun hem behulpzaam lo zijn in hel bevestigen van de thans ingevoerde orde van zaken; do omwenteling is thans vernietigd en vervangen door eene re gering openlijk erkend en gevestigd op de grondslagen van godsdienst, regl, wel, liefde en bevordering van het welzijn der geringere klassen. Hij zweert dat geene opoffering hem le duur zal zijn om den voorspoed des vaderlands le verzeke ren. Thans zal zijn leus zijridat niets do eer en de waar digheid van Frankrijk zal krenken. Deze aanspraak werd met duizendwerf herhaalde kreten van Leve de Keizer begroet. Yoor eene sou wordt langs de straat te Parijs eone biographie van Louis Napoleon te koop gepre- sonleordmet allerlei populaire voorstellingen geïllustreerd. Zoo ziet men den prins ecne geestelijke zuster decorerende, of de liefdadige inrigtingen bezoekende, en ook als kind, terwijl hij zijne schoenen uittrektom die aan een arm knaapje te geven; enz. enz. Ook schreeuwen de parijsche straat venters met den brief van Be'ranger aan Louis Napoleon, tijdens de gevangenschap te Ham en waarin do geliefde dich ter den veroordeelde op hartelijken loon goeden moed en spoe dige vrijheid loewenscht, hem tevens dankzeggende voor een present-exemplaar van zijn werk over do suikerkweslie. In eene den 22 Nov. te Londen gehouden vergade ring \an het Kon. Geografisch Genootschap, welke dooreen groot aantal aanzienlijke personen en geleerden werd bijge woond, heeft kapitein Inglefield verslag gedaan van den logt naar de Noord-Strekenmet het door mevr. Franklin uitgeruste schroefsloomscheepje Isubel, waarmede bij onlangs in Engeland terug gekomen is. Dit verslag, hetwelk merk waardige ontdekkingen behelst, is met groote belangstelling aangehoord. De gegrondheid der opgaaf van hel vinden van eeno communicatie van de Baffins-baai met do opene Pool- zee is door kapitein Pennij en den heer Peterman betwij feld, maar door Inglefield volgehouden. Kapt. Ross heeft aangemerkt dat men, na do buitengewoon zachte weersge steldheid, waardoor in dit jaar hel doordringen in de IJs zeeën mogelijk geweest is, waarschijnlijk daar eene zeer strenge en langdurige koude te verwachten heeft; dal het dus le denken is, dat kapt. Belcher, indien hij niet slaagt in hel vinden van een noordwestelijken doortogt, en bij ge volg in 1853 niet terugkomt, door hel ijs ingesloten zal wor den, men dus bij lijds er op bedacht moet wezen, om hem le hulp te komen. Kapt. Inglefield heeft verklaard dat hij overtuigd was dat Franklin nog gevonden kan worden, en bereid was om een nieuwen logt to ondernemen. Dit schijnt nu genoegzaam zeker, dal Sir John Franklin niet in de baffinsbaai gedreven is noch schipbreuk leed in dat gedeelte der Poolstreken, of dat hij eene andere rigling aangenomen heeft, dan diowelke men hem immer toeschreef zoodal de aandacht uitsluitend gevestigd kan blijven op dat gedeello, hetwelk thans door Sir Fdward Belcher onderzocht wordt, die het Wellington-kanaal is ingezeild. Men meldt,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1852 | | pagina 2