VERGADERING
Ad verten ti n.
P. J. DUINKER.
De groothertog van Oldenburg heeft bet tijdelijke met het
eeuwige verwisseld. Den 29 Maart zal de collecte der
220ste staatsloterij worden geopend. -De stand van het
haarlemmer meer was den 28 Feb. 3,665 el beneden A. P.
In de gevangenissen en tuchthuizen van Pruissen bevin
den zich 90,000 gedetineerden.
zeet* .^2 me jsiLd sc-a rm?' s©
Brief van Wafsolcon 1 aan keizer
Frans van ©ostenrijk.
Uit Weenen wcrtl bij gelegenheid dat het huwelijk van keizer Na
poleon 111 aldaar bekend werd de volgende onuitgegeven brief openbaar
gemaakt dien Napoleon I heeft geschreven aan keizer Frans van Oosten
rijk zijnen schoonvader.
Otlo schiijfl mij, waarde broeder en schoonvader, dat een schande
lijk looneel heeft plaats gehad aan uw hof, op den dag toen hij over
eenkomstig de dooi mij ingestelde etikelte mijn verjaardag wilde vieren.
De vrouwen uwer hovelingen hebben zich, naar men zegt, dien dag
uit Weeoen verwijderd zoodat het hal door hem bereid geen plaats had
en hij de vrouwen niet hebbende kunnen laten dansen de mannen liet
eten. Gij begrijpt wel, dat ik mij weinig bekreun om hetgeen diepreut-
schen zeggen; doch liet is mij niet even onverschillig, hoe gij uw hof
inrigl en hoe gij uwen schoonzoon laat eerbiedigen. Indien dezelfde om
standigheid bij mij had plaats gevonden, ten aanzien van u, zou ik een
partijtje van <1 ie snapslers gehaunen en de anderen voor eenige dagen
naar de Salpétrière gezonden hebben.
Op d eze wijze regeert men. Ik heb moeite gehad mijn hof zamen te
stellen; maar de hinderpalen, welke ik ondervond, hebben mij geleerd,
dat er niets bestaat waartoe men niet met standvastigheid en karakter
kan geraken.
Ik had lieden van alle kleur tevreden te stellen. Ik moest hertoginnen
met dienstmeiden de vrouwen mijner generaals met de dames van het
oude hof vermengen. Iloe zou ik er toe gekomen zijn die allen onder
een te werpen, indien ik aan al de bezwaren had toegegeven naar al de
grillen had geluisterd en mij bekreund had om al den weerzin van dien
bonten hoop, dien ik in mijn belang om mij heen moest Tereenigen
Door mijnen wil in de plaats te zetten van al die aanspraken, beu ik
er in geslaagd, een inderdaad voldoend geheel zamen te stellen. Wan
neer het op gehoorzaamheid aankomt, maak ik volstrekt geeo onderscheid
tusschen den minste mijner onderdanen en den uitsiekendste mijner
maarschalken. In de oogeo van eenen souvereiu zijn alle menschen gelijk
omdat één pligt ze aan hein verbindt en vergeeft hij eenen misslag uit
aanmerking van den rang dien de persoon bekleedt die de fout heeft
begaan dan is hij weldra Diets meer dan een Jedepop die men naar
willekeur buigt.
Indien eenige vrouwen uit de volksklasse van Weenen hadden afge
sproken mij ie beleed igen, zouden uwe ministers grooten ophef hebben gemaakt
van hare stoutheid en van hare strafmaar nu dit komplot is gesmeed
door dames met hooge kapsels en falbalaus hebben die heeren bet stil
zwijgen bewaard en u niet den minsten maatregel van gestrengheid aan
geraden. Zie dan ook hoe uwe staten worden geregeerd. Toen mijne
grenadiers en mamelukkeo te Weeoen wareD heb ik hen gedwongen
diezelfde vrouwen te eerbiedigen welke mij beleedigen dat zij beven
die ellendelingen, want eens zal ik ze aan de laagste trosjongens van mijn
leger overgeven.
«Ik was edelmoedig, en het berouwt mij niet; neen, ik heb gaen
berouw u persoonlijk bewijzen mijner achting te hebben gegeven maar
als men vergeet wat men aan mijne gematigdheid verschuldigd is, zal
ik wel genoodzaakt zijn te doen zien wat men van mijn toorn moet
verwachten."
Gelukkig zegt de berigtgever uit Weenen, dat men tegenwoordig ge
ruster zijn kan en beveiligd is voor zulk eene taal en bedreiging.
Een tooneelclirecteur noodigde, ter gelegenheid van zijnen ver
jaardag], onderscheidene acteurs bij zich ten eten. Gedurende den
maaltijd bemerkte hij den souffleurdie niet genoodigd was en zich
niettemin de spijzen wel deed smaken: hij vroeg hem derhalve:
«drommels, wie heeft u genoodigd?" De souffleur stond op, maak
te een diepe buiging en zeide: «Ik dacht, daar de heeren acteurs
toch niet zonder souffleur kunhen spelen, zij ook niet zonder souf
fleur zouden kunnen eten.
Hoe de tegenwoordige keizer der Franschen op liet denkbeeld
kwam zich Napoleon de derde te noemen. De westphalische Mer-
cur geeft van den nieuwen keizerstitel de volgende verklaringwel
ke wij uit hoofde van hare aardigheid, hier teruggevenzonder
evenwel voor de juistheid daarvan in te staan. «De gedachte zieli
Napoleon III te noemen is geheel door toeval ontstaan, dit weten
wij met zekerheid. Toen de President in het stadje II. kwam, riep
het volk hem toe: Vive 1'empereur, vive Napoleon trois! (Leve de
keizer, leve Napoleon de derde!) Deze uitroep baarde veel ver
wondering en men deed onderzoek naar de oorzaak daarvan. De
maire bekende bevend en sidderend dat hij, zonder opzet, daartoe
aanleiding had gegeven. Hij had namelijk om de toejuiching zoo
algemeen mogelijk te doen zijn, eene copij naar de drukkerij ge
zonden, welke gedrukt en bij duizendtallen verspreid moest worden.
Op dat papier stond nu geschreven: «Vive 1'empereur, vive Napo
leon!!! De uitroepteekens werden door de zetters voor een III
aangezien. Nu smeekte de maire deu President, dit misverstand
niet ten kwade te duiden."
Kladderaddtschhet vermaarde spotblad van Berlijn, maakt de
volgende aanmerking:
De letter M was altoos zeer e;elukkiff of zeer onsrelukkis voor
Napoleon i.
Marboeue was de eerste, die in den leerling van de school
van Brienne genie erkende; Marengo was de eerste groote veld
slag, gewonnen door generaal Bonaparte, en Melas de eerste
oostenrijksche generaal, dien hij overwon.
Mortier was zijn eerste generaalMoreau zijn eerste mede
dinger; Murat zijn eerste martelaar; Maria-Louise zijne echtge
noot in zijnen schoonsten tijd; Moscou zijn verderf, en Metter-
nich zijn grootste vijand.
«Wat zullen voor Lodewijk Napoleon zijn de Magnan, Ma-
thilde, Manteüfel en Montyo?"
De gutta-pereha tot zoo veel einden dienstigbegint men ook
aantewenden tot reparen van gescheurde kleêren. Men legge op
de plaats der scheurtusschen de voering en het laken een stukje
gutta-perchavoorts brenge men de gescheurde deelen met elkan
der in onmiddelijke aanraking en plaatse daarop een heet ijzer.
Met een zijn dan de gapende wonden onzigtbaar en geheel en al
genezen. De engelsche gentlemandie voorheen geen gestikt
kleedingstuk droeg, vindt er thans geen bezwaar in om een, vol
gens de vermelde methode herstelde, rok te gebruiken daar toch
zelfs het meest geoefende oog niet ontdekken kan op welke plaats
zich de scheur bevond.
van den RAAD der gemeente Helder,
op Dingsdag den 8slen dezer, des avonds ten 7 ure.
Heden verloste van een welgeschapen ZOONIKE
GOEDKOOP, geliefde Echlgenooto van
Nieuwediep, 4 Maart 1853.
wieuwediep bij g. bakker bz, gedrukt bij s. giltjes.