S T A T E N - G E N E R A A L.
de kerk zoude aansluiten, dat de invloed der kerk daardobr öp
de leeken zoude toenemen.
De toeleg is naar wij gelooven, niet afkomstig van liet hof Van
Home. Wanneer men zich herinnert hoe de fransche gezant de
eenige der vertegenwoordigers der vreemde hoofden wasdie bij de
aftreding van de vorige ministers hun geen bezoek bragt, hoe
Lightenvelt kort te voren van Parijs was gekomen, hoe groot de
fransche invloed te Eome moet zijn, waar de Paus zich nog zonder
fransche troepen niet veilig acht, dan wijst alles het fransche hof
aan, waarvan du toeleg is uitgegaan, het fransche hof welks des-
potieke rigting weinig sympathie kon gevoelen voor een ministerie
dat getrouw aan de beginselen der grondwet, aan de Natie eenen
ruimen invloed op hare aangelegenheid verzekerde.
De coup was gelukt, het vorig ministerie gevallen, maar de in
beweging gebragte Protestanten, die rustig zouden zijn blijven zit
ten, indien men openhartig had gezegd, dat het alleen te doen
was, om het ministerie te doen vallen, wilden nu ook satisfactie
voor hunne begeerten. De hoofdleiders hadden hun doel bereikt,
maar voor hunne machine was dat doel slechts middel. In een
onvoorzigtig oogenblik was er eenwet van satisfactie beloofd en
die belofte moest ten minste eenigermate voldaan worden. Hoe
minder hoe liever en daarom kon het ministerie ook met stille
vreugde aanzien, dat zij onder de amendamenten der Tweede Kamer
steeds onbeduidender werd.
Intusschen dat middel van satisfactie kon niet aangenaam voor
den Paus zijn en Lightenveltdie zelf erkent tegen het beginsel
der wet te zijn, kon nu gerust naar den Paus met deze boodschap:
Wij hebben ons doel bereikt, het vorig ministerie is gevallen,
«de agitatie zal aan u, als hoofd der kerk, ook niet nadeelig
»zijn; want de invloed der geestelijken zal door de reactie, er
door vermeerderen, en wat nu die wet betreft, ja het is waar
zij strijdt wel wat met onze grondwet, zij is wel tegen de
v Cathoiijken gerigt, maar ik moet het toestemmen dat er toch
iets gedaan moest wordenom de opgewonden Protestanten
tot bedaren te brengen en is ons dat eenmaal gelukt, dan
zullen wij de wet toch nooit aan de kerk laten voelen en wel-
ligt zit er nog wel een profijtje op. Vergt men later iets om-
h trent de bisschoppen, maak dan wederkeerig bedingen, dat zij
n uit 's lands kas betaald worden.
Ja op die wijze zoude zich de zending van Lightenvelt laten
verklaren.
Sept. 2. De volgende wetsontw. worden in de E. K. met algem.
st. aangenomen: 1. tot goedkeuring van een tractaat
van vriendschap, handel en scheepvaarttusschen Neder
land en de republiek Costa Eica; 2. tot wijziging van
hoofdst. II der begrooting over 1852; 3. tot wijziging
van hoofdst. III dier begrooting; 4. tot wijziging van
hoofdst. VI dier begrooting (kindergelden) 5. tot in
standhouding van belgische wetten en besluiten in het
hertogdom Limburg; en 6. tot afstand van domeinen
ten behoeve van een ziekenhuis te Leiden.
6. Idem de volgende wetsontw.: 1. tot sluiting van het
kanaal van St. Andries; 2. tot duurzame regeling van
het beheer der gelden wegens verstrekkingen; 3. tot
wijziging van het tarief van in- en uitgaande regten.
t 8. Het wetsontw. tot regeling van het toezigt op de on
derscheidene kerkgenootschappen is door de E. K. met
22 tegen 16 st. aangenomen.
ITIStTlf STIJDI1TÖ-S1T.
HELDER en N1EUWEDIEP, 10 September 1853.
In de jongstleden dingsdag gehouden zitling van den
Gemechlëraad waren afwezig de heeren: C. Bakker Bz.
II. J. van Es en J. T. Zurmühlen.
Nadut do vergadering door den Burgemeester geopend
was, werden de notulen der vorigo vergadering gelezen en
goedgekeurd.
Do nieuw gekozen raadsleden, de heeren J. Sevenhuijsen Sr.,
E. J. Verweijde, J. S. Janzen, A. J. van Kelckhoven en
P. B. Reeringhhebben na het afleggen «Ier gevorderde
ecdenhunne betrekking aanvaard.
De bcgrooling der plaatselijke inkomsten en uitgaven voor
1854, door Burgemeester en Wethouders aan den Raad
aangeboden zijnde, werden, hij trekking van nommers, de
afdeclingen benoemd ten einde die hegrooting te onder
zoeken.
Do Voorzitter deelde mede dat ingekomen en ter visie
iler leden is nedergelegd, het Koninklijk besluit der vast
gestelde jaarwedden voor do Burgemeesters, Wethouders en
Secretarissen in de provincie Noordholland.
Daarna werd de vergadering gesloten.
In den loop dezer week is op het graf van den waar-
digen hoofdonderwijzer aan do openbaro fransche schooi
ter dezer plaatsoden WelEd. Heer D. de Jong, door
zijno leerlingen ter zijnergedachtenis uil achtingeen
grafsteen geplaatst.
Men schrijft uit Luxemburg het volgende: De prins
en prinses Hendrik der Nederlanden hebben een groof ge
vaar geloopen. De bewoners van Lintzen hebben, toen hel
rijtuig van den prins en de prinses op den weg naar het
kasteel van Bern door dit dorp reed, vuurwerk afgestoken 5
do paarden hierdoor verschriktzijn op hol geraakt en het
rijtuig werd tegen een boom geslingerd, waar hel zwaar
beschadigd bleef staan. HH. KK. HH. kwamen er met den
schrik af en zetleden do reis in een ander rijtuig voort.
Men is echter ongerust voor de prinses, die zich in een
belangwekkenden toestand bevindt.
Menherigt, dut de werken van indijking hij Bath we
derom op eene groole schaal zijn aangevangen; ruim 2000
werklieden arbeiden daaraan. Men wil deze werken voor
den winter voltooid hebben. In het volgend voorjaar zal
men eeno groote afsluiting leggen in de Ooster-Scheldedie
doorsneden zal worden door eenen sterken dijk van Bath
naar Ossendrecht. Meer dan 30,000 bunders land zullen
op die wijze voor den akkerbouw geschikt worden.
Was hel weder, sedert Zr. Ms. komst in het kamp
te Zeist zeer ongunstig, in langen lijd echter was do
lucht niet zoo helder en aangenaam als II. Zondag. Geen
wonder dus, dat, hij het gerucht der plegtigheidwelke dien
dag in gezegde legerplaats zou plaats hebben; duizendo
menschen zoowel uit de nahurigo sleden en dorpen, als uit
Amsterdam en 's Hagereeds vroegtijdig in het kamp waren
zaamgevloeid, zoodat, toen de troepen ten 12 ure voor de
parado uitrukten do heide voor de tenten, als bezaaid met
menschen, een schoon gezigt opleverde. Nadat de troepen
voor Z. M. den Koning, die te paard gezeten, vergezeld was
van een luisterijken staf en vele officieren uit den vreemde,
eenige manoeuvres hadden uitgevoerd en vervolgens in bataillo