WEEKRLAD vas des HELDER es üet NIEUWE» ELFDE K°. 49 n G E N 11 p T Dit Weekblad wordl eiken Maandag-mot gen uitgegeven bij O. BAKKER Bz.te JVieuwediep De prijs is 80 cents in de drie maanden en voor de buitensteden franco per post 90 cents. Men abonneert zich bij de Boekhandelaren eo Postkan toren zijner woonplaats. M A A X D A i* 1S53. Al) VERTENTIEN gelieve men ongezegeld aan den Uitgever in te zenden, uiterlijk Zaturdags des middags ten 12 ure; de prijs van 1 lot 4 regels is GO centen, voor eiken regel meer 15 centen, behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. 5 E c E n li i: R. De lieereu M. H. Binger eii Zonen, te Auislerdam, hebben eene brochure uitgegeven ter aanprijzing van Het voorstel der negen mannen." Wij wcuschen dit geschriftuitblinkende door gematigdheidonpartijdigheid en kracht van redeneringin dui- zende handen. Menig fragment ineenen wijvan dit belangrijk geschrift onzen lezers te moeten mededeelen. Zie hier het beloogdat de Schr. o. a. geeft op hetgeen hij te regt »de gewigligste vraag van alleu" noemt: Maar de gewigtigste vraag van alleu blijft ons nog ter beantwoording over. We moeten nog steeds onderzoeken of men kans heeft om met het voorgestelde middel het gewenschte doel te beieiken. Men wenscht dal het dierlijk voedsel meer binnen het bereik van den kleinen burger gebragt worde nu doet natuurlijk de vraag zich op kan afschaffing van den accijns daar den weg toe banen Hel antwoord op die vraag moet over de waarde van liet voorstel beslissen. Door velen wordt het luide ontkend, en de ondervinding, beweren zij, heeft de juistheid van hunne meening gestaafd. En zeker, er is een feit dat oogenschijnlijk ten hunnen voordeete pleit. Sinds de accijns op de varkens en schapen werd afgeschaft is de prijs van het schapen- en varkensvleesch niet gedaald integendeel hij is nog hooger geklommen. Maar of dat feit bewijst w«t het bewijzen moet de nutteloosheid name lijk eener afschaffing van accijuseu ziedaar wat ik geloof te moeten be twijfelen. Stel dat men zich van een rijtuig bedient ten einde in korten tijd van de eene plaats naar de andere te komen maar nu vertraagt de slechte weg den voortgang der reis; zal men de schuld daarvan aan het rijtuig geven en er de nutteloosheid der rijtuigen als middelen van ver voer uit gaan afleiden. Welnu! eveneens is het hier. De prijsverhooging en de afschaffing van den accijns staan met elkaar in geen het minste ver band. Als oorzaak van de eerste zal de laatste dan ook wel door niemand beschouwd worden. De vraag blijft nu waarin is die oorzaak dan te zoe ken In twee zaken. Vooreerst in de pi ijsverhoogingdie al de eerste levensbehoeften eo al de vleeschsoorten hebben ondergaan. Dat daardoor eok van het schapen- en varkensvleesch de prijs in eene evenredige mate moest stijgen is ligt te begrijpen en alleen de afschaffing van den ac- tijns heeft belet dat de prijs niet nog etnige centen meer per pond is gerezen. Onredelijk en ongerijmd is het, de afschaffing van accijnsen als nutteloos te beschouwen wanneer ze niet beletdat de nu onbelaste door een zanienloop van allerlei omstandigheden soms een hooger prijs kan gelden dan vóór de afschaffing van den accijns. Maar er is nog een tweede reden, die daling van den prijs der schapen en varkens belet heeft. Die tweede reden is het voorbestaan van den accijns op bet rundvee. Hoe wonderspreukig het klinken moge het is zoo. De prijs van het schapen- en varkensvleesch wordt bepaald door dien van het rundvleesch. Want de beide eerste vleeschsoorten zijn altijd goedkooper dan de laatste. En hoe hooger nu de prijs van het rundvlee?ch is, hoe meer menschen uit den burgerstand, omdat ze die niet meer bekostigen kunnen en toch nog vleesch willen blijven eten zich met schapen- en varkensvleesch moeten vergenoegen. De aanvraag daarnaar vermeerdert geduiig, en in die mate stijgt ook de prijs. En wel verre dus, dat af schaffing van den accijns op het rundvee door de gevolgen der afschaffing van den accijns op de varkens en schapen zou worden ontraden wordt ze gebiedend vereischt ook om dezen Uatsten maatregel regt vruchtbaar te doen werken. Ze is noodig al was hel daarom alleen. Maar te gelijk is ze geschikt om den prijs van het rundvleesch te doen dalen. Te gelijk is ze noodig als 't eenige middel hetwelk tot dat doel den weg kan ba nen. En te regt zeggen de negen mannen dat de behoefte aan afschaf fing middagklaar is. Zoo als het nu is, kan het niet blijven. In Enge land betaalt men geen invoeiregten en geen accijns van het rundvee. Maar hel vleeschverbruik is er, len gevolge ook van de hoogere werkloo- nenveel algeineener dan hier. Door die sterke aanvraag rijst de prijs van het rundvee en rund vleesch ook hier te lande. Maar hier te lande moet de slagter nog bovendien van ieder stuk rundvee e«n vrij hoogen aceijos betalen. Het gevolg daarvan is, dat de prijs van het hollandsche rundvleesch in ons eigen land tegenwoordig duuider is dan iu Londen. Natuurlijk. De veehou ter verkoopt aar» dengene, die hem 't meest biedt. Hij verzendt dus zijn vee gaarne naar Engeland waar hij tegen de ge ringe kosien van den overvoer zeer hooge prijzen maakt. En de Holland sche siagter moet hem nagenoeg evenveel betalen als de Londenaar maar. die koopprijs wordl door den accijns nog aanzienlijk verhoogd. Het is dus volmaakt hetzelfde alsof men een premie van uitvoer betaalt, 't Is dagelijks te zien. Blijft het zóó voortgaan dan is het tijdstip zoo ver niet meer verwijderd, dat we gten vleesch meer zuilen hebben, om in onze eigen behoeften te voorzien of alleen tegen eeo onmatig hoogen piijs. Den uitvoer te gaan verbieden zou óók niet geradeo zijn we stip'en boven reeds aan dat het verarming van den Staat ten gevolge zou hebben. Er blijft dus maar één middel over, dat helpen knn; het is, afschaffing van den accijns, 'l Is niet meer de vraag of ze wensche- lijk is; ze is onvermijdelijk geworden. Onderstaand adres ligt bij den Uitgever van dit Weekblad ter teekening en zal Maandag den 6den dezer verzonden worden: Aan de Ticeede Kamer der Staten-Generaal te 's Gravenhage. Geven eerbiedig te kennen: de ondergeteekenden, ingezetenen van de gemeente Helder, Dat zij met genoegen hebben opgemerkt dat door eenige Ledeu uit Uw midden een voorstel is gedaan, tot afschaffing van den accijns op het geslagt en van de belasting op het tonnegeld dei- zeeschepen. Dat in de toelichting, door de Voorstellers daarbij gevoegd, het wenschelijke en uitvoerlijke van het voorstel zoo duidelijk is uit eengezet, dat zij ondergeteekenden meenen zich ie kunnen gedra gen aan de verklaring, dat zij de daarin <érvatte beschouwing deelen. Dat zij mitsdien eerbiedig het bedoelde; yporstel aan Uwe onbe vooroordeelde overwegingen aanbevelen etv.den wensck uiiony dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1853 | | pagina 1