doel medewerken, door eene ruime deelneming beloond en
de armen alzoo ook hierdoor eenige verligling in dezen toot
hen drukkenden tijd moge worden aangebragt.
Gedurende het jaar 1853 zijn in de Gemeente Helder
Geboren 437 Kinderen, als: 245 van bet Mannelijk
212 >i Vrouwelijk geslacht.
Levenloos aangegeven 26 Kinderen, als: 14 van het Mannelijk
en 12 van het Vrouwelijk geslacht.
Overleden 314 personen als: 184 van het Mannelijk en 130
van het Vrouwelijk geslacht.
(Waaronder 60 personen die hunne woonplaats niet in de ge
meente hadden, als: 49 van het Mannelijk en 11 van het Vrou
welijk geslacht.)
Ambtshalve ingeschreven 18 personen als: 11 van het Maunelijk
en 7 van het Vrouwelijk geslacht.
Gehuwd 95 pareuals
74 Jongmans en Jonge Dochters.
4 Jongmans en Weduwen.
9 Weduwnaars en Jonge Dochters.
6 Weduwnaars en Weduwen.
Echtscheidingen 2.
Berekening der weltige bevolking op ultimo December 1855.
Mannel. Vrouwel. Totaal.
Wettig gedomicilieerde bevolking
op ultimo Deeember 1852 5491. 5764. 11255.
Bijgekomen M. V. Totaal.
Totaal der geboorten 245. 212. 457.
Totaal der personen die zich in de
Gemeente gevestigd hebben 590. 504. 894.
Gezamenllijk. 655. 716. 1551.
Afgegaan.
Totaal der sterflen na aftrek der
personen die hunne woonplaats
niet in de gemeente hebben en bij
voeging van de Ambtshalve inge
schreven 146. 126. 272.
Totaal der personen die de ge
meente verlaten hebben 260. 292. 552.
Gezamentlijk 406. 418. 824.
Verschil in meer bij te voegen 229. 298 527.
wettig gedomicilieerde bevolking op
51 December 18555720. 6062. 11782.
De feitelijke bevolking bedraagt 12551 personen als 6224
van het Mannelijk en 6107 van liet Vrouwelijk geslacht.
Hieronder begrepen
188 Personen beboorende tot de Landmagt.
en 592 Zeemagt.
Met inbegrip van het Korps Mariniers.
BurgerJijke Stand van 9 14 Jannarif 1854.
GEHUWD: W. A. van Sprang en W. F. F. d' Harvant.
BEVALLEN: J. M. Valkenhof!' geb. Albers, D. M. Bruin
geb. Buis, D. A. A. Dekker geb. van Asperen, D. G. de
Waard geb. Buijs, D. K. W inkler geb. Kramer, D. M.
Fluiter geb. Gutter, Z. N. Boot geb. Hoetjes, D.M. Plan-
geb. Maret D. J. van den Bogaard geb. Terluin, D.
W. B. Zuhren D.
OVEKLEDEN: F. B. Hillen, 51 j. J. Dam, 10 j. L.
Moet, 20 j. Ambtshalve ingeschreven 1.
1KRKZOIVUEK.
Aan de redactie van liet Weekblad van den Helder.
Ofschoon het vooorslel tot afschaffing van den acc^ns op het vleesct»
en van de belasting der tonnegelden reeds lang verworpen is verzoek
ik van u eene plaats in uw blad ter beoordeeling van de redevoering van
een der afgevaardigden uit ons kiesdistrict.
Bij eene algemeene beschouwing van de discussien en van het vóór en
tegen mag die redevoering naauwelijks in aanmerking komen, voor de
lezers van uw blad dat wel grootendeels binnen ons kiesdistrict zal ge
lezen worden, is het niet onverschillig te weten, hoe het lid der kamer,
door hen gekozen over de zaken denkt.
Het is 1d meer dan in een opzigl een merkwaardige redevoering door
de wanhoop die er in doorstraalt aan wat de rnensch tot verbetering
van zijn lot vermag te doen, en door de pedante hooge loon, die er
in wordt aangeslagen.
De heer van Forecst was tegen de wet in beginsel. Hij behoefde dan
ook niet naar de bedoelingen der voorstellers Ie zoeken noch zich de
vraag te stellen of de schatkist het geld kon missen dit waren slechts
dilatoire exceplien maar de accijnsen waten de schoonste belastingen
die er zijn zij moeten nooit afgeschaft.
De heer van Foreest zeide hel voorstel met grooten weerzin te heb
ben ontvangen omdat hij twijfelde aan de belofte, die het deed ver
mindering van den prijs der levensbehoeften en verbetering van het
lol der mindere klasse; die zaken waren al zoo dikwijls te vergeefs
bepioefd dat het niemand ten kwade kan worden geduid dat hij een
weinig ongeloof aan deD dag legt zoude dit vroeg de heer
van Foreest"wel vallen onder het bereik der menschelijke wijsheid
Zoude dit wel door eene daad van menschelijke wetgeving verkregen
kunnen worden"?
Welk een onzinnige wanhoop straalt hierin niet door! Arme heer
van Foreest 1 Met welk een medelijden zie ik aan in uwe betrek
king ais lid der Staten-Generaal U die bij elke wet die gij ter hand
krijgt, waarbij s'lands welvaart gemoeid is, met weerzin de artikelen leest
en de memorie yan toelichting doorbladert onder eene verzuchting en
den uitroep, zal een daad van menschelijke wetgeving hier iets vermogen?
Wij erkennen met den Heer van Foreest dat menschelijke wijsheid
niet alles vetmag en noch regen noch zonneschijn kan geven maar
dat de handelingen der menschen geenen invloed op hunne welvaart zou
den hebben is onzin.
Ik zou echter den Heer van Foreest wel eene andere vraag willen
doen namelijk indien menschelijke wetten niets vermogen om den
prijs der levensmiddelen te verlagen of dan de menschelijke wijsheid
ook te kort schietom den prijs te verboogen
De voorstellers en velen in den lande met hen zijn van oordeel dal
tot zoodanige prijsverhooging de accijns een uitstekend middel is.
Het voorstel was niet een van die fantastische socialistische organisa-
tien die aan een armen drommel een flesch wijn en een beafsluk be
looft; het was een koud prosaisch voor ieder fniet vooringenomen) duide
lijk voorstel om de kunstmatige prijsverhooging van den accijns afle-
schaffen en de verdere dajing en rijzing der prijzen aan de voorzienig
heid en de duizenderlei middelen waardoor dezebuiten ons om
werkt overtelaten om niet langer de uit menschelijke wijsheid
geboren accijns-wet lot prijsverhooging te laten werken.
Als ik rondom mij zie," zegt de Heer van Forecst, dan merk ik
op, dat iedere poging, om de prijzen der levensbehoeften door af
schaffing van belastingen te doen dalen tot nu toe juist het tegenover
gestelde heeft teweeggebragt dan merk ik op dal iedere poging op
grootere of kleinere schaal om het lot dan van de eese dan van de
andere klasse der maatschappij te verbeteren en om de klove weg te
nementnsschen de verschillende standen wel verre van die klove
te dempen nog zelfs geen enkel oogenblik van toenadering beeft kun
nen te weegbrengen".
Groote woorden mijn heer van Foreest 1 maar bewijs.
Wij veroorloven ons eerstelijk hier de opmerking wat die kloven tus-
schen de standen met het voorstel te maken heeft? Wij willen niet
vitten op hel meer dan eens gebiuikte woord klove. Eene klove bestaat
er niet de standen van den rijkste tot den armste smelten zacblkeos
in duizende nuancen in een en nergens is een bepaalde grens.
Maar globaal, al zijn er geene bepaalde grenzen, kan men rijke, wel-
gezetene meer of min gegoede burgerklasseen behoefligen onderscheiden.
Indien de Heer van Foreest nu heeft bedoeld dal alle pogingen om
alle menschen rijk te maken tot heden toe hebben schipbreuk geleden
en dat er thaos Dog geenmensch is, die deze gelijkmaking kan vooizien
dan zeggen wij daar gaarne amen op —maar wal heeft dit met het voor
stel gemeens dat niet anders bedoelde dan het vleeschverbiuik eenige
graden lager op de maatschappelijke schaal te brengen en in de ver
te niet de minste toespeling behelsde op eene gelijkmaking der stan len
Wat afschaffing van accijnsen op de prijsveimiodeiing vermag, leert
Engeland waar de proef op eene groote scbaal is genomen maar de
les daar gegeven beantwoordt volstrekt niet aan de apodictische uitspraak
van den heer fan Forecst. In tegendeel wanneer wij derwaarts zien dan