11SE TT W a T U D S1T O 3.T. en door de regeling dier uitvoering aan den Koning optedragen, wordt den Koning geen magt gegeven een suppletoire wet te maken. Wanneer de wet b. v. zegt dat het toezigt over de scholen door eenen inspecteur zal worden gehoudendan behoort wel tot rege ling der uitvoering, zijne instructie, zijn tractement enz. maar waarover dat toezigt zal loopen, de verpligtingen van hen die aan zijn toezigt zijn onderworpenbehoort niet in de voorschriften van uitvoeringmaar in de wet. Het beste dat wij van het ontwerp mogen veronderstellen is, dat de minister van de Tweede Kamer heeft willen vernemen, wat zij van eene wet verlangde, om na de bedenkingen der sectien gehoord te hebbende wet nader te maken. HELDER en N1EITWEÜ1EP, 7 Octobcr 1854. Eergister had nabij Huisduinen het volgende ongeluk plaats: Eene heldersche sloep met 7 maneene binnenkomende noordsche bark nazeilcnde, werd na het spoedig wegnemen van hel zeil, door 2 achtereenvolgende stortzeeën omgeslagen. Gelukkig werd dit gezien door 4 werklieden van den kust lichttoren Willem Grooff, Maarten Grooff, Willem Kensma en Pieter Rensma. Deze bragten eene op strand slaande jol in zee en moglen daarmede 4 drenkelingen redden ter wijl Lukas Luit Brandt alleen met eene jol één man uit het water haalde. Maarten BelhlehemFrederik Bethlehem en Jan Ronnenberg waren met eeue vlet van den Helder geko men en inogten ook één van de ongelukkiger) redden. De zevende sloepman kwam op een zeiltje en een haak bij KaapHoofd aan wal. Door den sloeproan K. Duit en eenige ande ren was bereids ook eene sloep in zee gebragt. De drenkelingen gered zijnde, namen zij de omgeslagen sloep op sleeptouw en bragten haar op de sleenen nabij Kaap Hoofd alwaar do jollen en de vlet met de 6 geredden aankwamen, naar dien het water te hol was om den hoek om te varen. Van Kaap Hoofd begaven do manschappen zich met de 7 van de omgeslagen sloep, die allen min of meer in staat waren te loopen, naar den Helder. De geredde sloeplieden heb ben ons verzocht onder dit berigt te melden, dat zij door drongen zijn van een diep gevoel van erkentelijkheid jegens hunne edelmoedige redders die hun leven hebben gewaagd om aan de slem der menschlievendheid gehoor te geven. Men schrijft uit Apeldoorn dato 28 September. Vol gens geruchten, zoude hel plan beslaan, in het volgende jaarin de nabijheid van het Looeen kamp Ie doen plaats hebben. Zeker is het, dat Z. M. in de laatste dagen van HD. verblijf alhier eene opneming der in de nabijheid gele gen heidevelden heeft gedaan en onder HD. persoonlijke lei ding eene redoute met daarbij gelegen bomvrij kruidmagazijn heeft doen oprigten, terwijl in de zelfde nabijheid nog twee lunetten zullen worden aangelegd voorzien van grachten bedekte wagen en al wat tot dergelijke verdedigingswerken behoort. Deze werken zullen zoo veel mogelijk gedurende den winter worden voortgezet. Onder de slagloffers van het onheil, dat onlangs op den spoorweg van Brighlon naar London heeft plaats gehad, bevond zich de heer Railing uit Hampshiro. Bij het ope nen van zijn testament waren zijne bloedverwanten zeer te leur gestelddaar hij al zijne goederen aan de administratie van dien spoorweg maakte, waarop hij het geluk zou heb ben den dood te vinden. De reden werd aldus iu het tes tament opgegeven. Hij had het vaste denkbeeld dal hij een geweldigen dood zou sterven en do beste wijze meende hijzou door de barsting van een locomotief of iets derge lijks zijn. Met dit oogmerk reisde hij, sedeit er spoorwegen waren, door Engeland, Frankrijk en Belgie, voorts door N, Amerika op de Ohio, do Mississippide Uutario enz., waar gedurige uitbarstingen van stoomschepen plaats hebben. Meer dan ééns was hij bij zulke onheilen in levensgevaar geweest, doch, lot zijn leedwezen, ontkomen of gered, Men herinnert zich, dat hot russischo gouvernement terwijl het de vier door Oostenrijk gewenschte waarborgen weigerde, in diezelfde nota klaagde, dat Oostenrijk zich vereonigde met den toeleg der westersche mogendheden om Rusland te vernederen. Het oostenrijksche gouvernement heeft zich dit verwijt aangetrokken, en opzettelijk lot wederlegging daarvan eene dépêche naar St. Petersburg gezonden. Van den inhoud dezer dépêche wordt door het Journal de Frank fort het volgende medegedeeld: «Oostenrijks staatkunde heeft nimmer de verzwakking, laat slaan de vernedering van eenigen europeschen staat ten doel gehad; steeds heeft zij alle staten als onafhankelijke en regtmalig gevestigde ligchamen geëerbiedigd. Doch Oos tenrijk mag daarom de belangen van zijne volken, van den duitschen Bond of van Europa niet uit het oog verliezen; maar het heeft alles gedaan wal opregte vriendschap jegens Rusland bedenken kon om het te weerhouden van de bezet ting der Donau-Vorslendommeneen maatregel dien Eu ropa niet roogt gedoogen. En nu nog verlangt Oostenrijk van Rusland niets anders dan dat hel aan de wereld den vrede hergeve door, in het belang van het regt en van het evenwigt in Europa, afstand te doen van hetgeen het in de daad niet langer bezit." De Conslitulionnel berigt, dat te Cherbourg thans eene drijvende batterij gebouwd wordt, die 16 stukken van 50- ponds kaliber en eene stoomschroef ter voortstuwing zal voe ren, en in het aanstaande voorjaar tot hel beschieten der russische vestingen in de Oostzee zal dienen. Een buitengewoon supplement van de London Gazelle hehelsl eene telegrafische depêche van sir Stralford de Red- cliffe, uit Konstanlinopel van 30 September. Den 28sten was de basis van de operatien der geallieerden te Balaklava en maakte men zich gereed onmiddelijk op Sebaslopel te marcheren. Prins Mentschikoff hield het veld met 20,000 Russen; na Anapa in braud gesloken te hebben, marcheerde bet garnizoen naar het tooneel van den oorlog. Burgerlijke Stand van 3(1 Scpt. 7 Oet. 1S54. GEHUWD: C. Boon en A. Borst. K. Kindt en G. Blok ker. J. W. Schipper en A. E. Gerrits. BEVALLEN: A. Stins geb. Roos Z. T. Zeeman geb. Hopman Z. G. Schuil geb. van der Woldt D. OVERLEDENM. Maarleveld 3 w. M. Bijl 52 j. Wr. Bruin 18 j. R. S. Idses 70 j. C. Hessel 53 j. A. Ha genaar 5 m. C. Schmidt 45 j. J. Baartwijk 9 j. A. van Ark 24 j.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1854 | | pagina 2