Adverlent i u. degom van 72 mei eene bruid van 78 jaren in 't huv\e- lyksboolje geslapt, nadat zij 53 jaren hadden gevrijd. I)t' keizerin van Frankrijk heeft aan (Je troepen in hel kam]) le Helfaul tol tijdverdrijf toegezonden 10 kisten met hallen, kegels, domino-spelen enz. Te Middelburg is door de commiezen een smokkelaar aangehouden, die onder zijne kleeren een blikken harnas gevuld mei jenever in de stad wilde brengen. De nieuwe onderkoning van Egypte is voornemens den zetel der regering naar Roselte te ver plaatsen, -Te Madrid is de ellende onder de arbeidende klasse groot. Te Schoonhoven is de lombard met bijna alle (randjes verbrand. Sedert Augustus zijn van New- York 3 a 4000 landverhuizers naar de oude wereld terug gekeerd, omdat het vet daar mager begint le worden, doch de duitscbe hoeren geven daar niet om en rukken nog met duizenden op de nieuwe wereld aan. Om de menigte veldmuizen le verdrijvendie door het hooge water weder op hoogo gelegene landen zich met duizenden vertoonen bezigt men hel volgende middel: Men vange eenige muizen, hoe meer hoe beter. Deze neeral men in den nek, sleept ze oen paar ma il door met traan vermengde dun wagen smeer, en laat ze dan weder loopen. De reuk hiervan is voor muizen zoo onverdragelijk dal zij alle gangen en gaten vermijden, waar dezelve verspreid is. Kon men dit middel ook op de lasteraars van toepassing brengen. Bij eene militaire godsdienstoefening in hel open veld, stonden ver scheidene dames op de banken en bleven daar, ondanks de wenken van den prediker. Eindelijk stond een bejaard heer cp en zeide: Als de op de banken staande dames wisten, dat zij galen in do kousen hebben, dan zouden zij zeker gaan ziiten." Dit had den gcwenschlen uitslag, allen gingen stilletjes omlaag. DE ONWETENDE REGTER. Eea oudheidkundige keerde van Cairo naar Parijs terug, en bragt eene muruie mede die naar hij vermoedde 3600 jaar oud was. Iïel reizen over land moede, nam onze geleerde te Fontainebleau plaats op eene boot, welke hem gezond en wel in de haren van St. liernard afzette. De oudheidkundige die vau verlangen brandde om zijne vrouw, die juist geene antiquiteit was weder te zien liet zijne goederen op eene draag baar wegbrengen en de kostbare raumie in hei vaartuig achter. De tolbeambten onderzochten de boot vonden eene kist van vreemden vorm en denkende dat daarin wel smokkelgoederen konden verborgen zijh lie ten zij die openen. Doch wat zagen zij? Eene vrouw welke digt in doeken gewonden was. Zonder twijfel was dit een offer van eenen ijver- zuchtigen minnaar, of hebzuchtigen erfgenaam. De policie-commissaris welke dadelijk geroepen werd, kwam vergezeld van twee chirurgijnsdie geen knapper archeologen waren als bij zelf. De misdaad was bewezen; er weiden species facti opgenomen, en het lijk naar een doodenhuis ge- bragt opdat vrienden en bekenden in de gelegenheid zouden zijn, liet te herkennen. Deze verschenen natuurlijk nietmaar onze geleerde keerde den volgenden dag terug om zijne dierbare mumie af te halen. Hier wachtte de snuggere commissaris hem op; drie policiedienanrs namen hem gevangen en li ij werd voor bet hoofd der policie gebragtdie niet ver standiger was als zijne ondergeschikten. «Aha, zijl gij daar snaak," riep hij, ik heb u dus eindelijk." Zoudt gij wel willen verklaren, mijnheer de commissaris...." Het is aan u om alle omstandigheden le verklaren van deu moord die gij begaan hebt." Ik zou eenen moord begaan hebben? Ik!" «Of ten minste zijl gij daaraan medepligtig." De duivel hale mijik geloof dat gij op klaar lichteD dag aan het droomen zijt mijnheer de commissaris." Ik droomen, terwijl men liet ongelukkige slagtoffer bij u gevonden heeft, vermoord en iu eeoe kist gepakt, zoo als liet proces-verbaal luidt." »0 zoo, is het anders niet?" zeide de oudheidkundige welke nu op de gedachten kwam zich met den commissaris eens vrolijk te maken." Ik raad u nog eenmaal, ernstig te blijven, eene misdaad voor welke men beven moet! Antwoord, wie beeft bet jonge meisje in de kist gepaktin welken zij gevonden is." lk mijnheer de commissaris." Schrijf dit op, griflier I Wie heeft haar van het hoofd lot de voelen in doeken gewouden." Ik ook achtenswaardige commissaris." «Schrijf op, griffier, dat hij de misdaad bekent." Die uitdrukking is te sterk." Zoude het dan eene verdienstelijke daad zijn Hoe oud was dat jouge meisje ic Ongeveer 19 jaar." „Uit welke landstreek?" „Uit Memphisnaar lk geloof." „Een arm meisje zoo wijd le voeren, om haar te vermoorden! Maar ga voort op mijne vragen te antwoorden. Hoe lang is zij dood Ongeveer 3650 jaar." Wal! Wilt gij op nienw beginnen met uwe kwalijk geplaatste scherts - „Geenszins, ik kan bewijzen dat zij onder een der Phabaö's geleefd heeft." Ik zal u handboeijen laten aanleggen „Mijnbeer de commissaris, dat zoude, de grap wat al te ver drijven zijn, en om weder ernstig te spreken, moet ik u zeggen, dat gij bui tengewoon onwetend zijt. Vanwaar komt liet toch dat gij niet het min ste vermoeden koestert, dat gij sedert twee dagen bezig zijl, om de vermoedelijke moord aan eene egyptische mumie gepleegd te onder zoeken Eene mumie 1( Zonder twijfel, en indien gij uw verhoor met verstand begon nen waart dan bad gij dadelijk geweten dat gij met deu graaf F...., lid vau de academie vau wetenschappen en schoone kunsten spreekt." Vergeef mij, mijnheer de graaf, ik verzoek duizendmaal om ver- sehoouing vergeet...." lk vergeet alles, maar geef mij nu mijne mumie terug, en draag zorg u in het vervolg met geene chirurgijns in te laten die zich omtrent 4000 jaren in den dood vau een mensch vergissen." Eens zaten in een barge een Franscbman en een Belg naast elkander. Tegenover hen hing een spiegel. Toen zij daar eeni- gen tijd hadden doorgebragt, viel het hun beiden in het oog, dat zij bijzonder op elkander geleken. Alsof zij broeders waren, zoo stemde de uitdrukking van het gelaat overeen. Doch toen zij elkander daarop opmerkzaam hadden gemaakt, bleek het, dat zooveel zij wisten, er volstrekt geen bloedverwantschap tusschen hen beiden bestond. Nadat zij daarover eenigen tijd hadden ge peinsd, brak de Franschman het stilzwijgen af, door te vragen: Maar is uw moeder dan nooit te Parijs geweest? Neen ant woordde daarop de slimme Belg, maar mijn vader wel. Op den 19den Octolier 1854, overleed tot mijne biltere droefheid, mijn geliefde Echtgenoot, de Wel-Etlelo Heer A. J. STRUYK, Kommissaris der Loodsen to Wil lemsoord, in den ouderdom van ruim G7 jaren. Nieuwediep. H. BUISMAN, Algemeene kennisgeving. Wed. A. J. STRUA K. De verkooping van Huizen en Erven, in de gemeente Helder, welke zoude plaats hebben op Maandag 30 October 1854, des avonds ten 7 ure, in het locaal Tivoli, ZAL GEEiN PLAATS HEBBEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1854 | | pagina 3