vindenzal duidelijk het bewijs leveren dat de R. C. armen méér hebben genoten dan de overigen. Aangenomen datzoo als in de Weekbladen van den Helder Nos, '1 en 6 dezes jaars is opgenomen, en waartegen van de zijde der R. C. Gemeente niet is op gekomen het aantal zielen tot die Gemeente behoorende bedraagt 2694, dan maakt dit in de geheele bevolking van 12206 zielen gedeelten uit, waarvan zij dan ook voor de bedeelingen in aanmerking zouden moeten zijn gekomen, toen die nog, zoo als in het vorige jaar van Algemeen Armbestuur uitgingen. Er is, blijkens de registers en bescheiden bij het Burgerlijk Armbestuur voorhanden door hetzelve ver strekt; Aan warme spijzen 26295 portiën die gekost hebben ƒ1768,06 en genoten zijn door 501 gezinnen uitmakende 1155 personen; daarin hebben de R. C. gedeeld voor 67 gezinnen uitmakende 269 personen, aan de welken zijn uitgereikt 5928 portiën, terwijl hun slechts in het totaal der uilgegevene portiënalzoo 5845 toekwam zoodat door hen 86 portiën meer zijn genoten, uitma kende tegen 6rjj4 Cent de portie, ƒ5,71. Aan medicijnen ƒ805,90 voor 2504 recepten, alzoo 52TCent per receptten behoeve van 524 zieken waaronder 85 R. C. met 647 recepten, terwijl l slechts bedroeg 72 zieken en 556 recepten; de kosten voor hen hebben bedragen 204,25, in de totale som bedraagt ƒ179,08, alzoo meerder uitgegeven ƒ25,17. Aan kleeding en deksel ƒ1 14,565 uitgegeven aan 51 personen, waaronder 12 R. C. die daarin hebben ge deeld voor ƒ41 ,565 bcloopende ƒ25,46, zoo hebben zij meerder genoten ƒ16,105. Aan school behoeften voor 420 kinderen van arme en behoeftige ouders ƒ566,855 onder dit getal bevon den zich 114 kinderen van R. C. ouders, alzoo 21 meer dan het verschuldigde voor hen bedraagt ƒ157,92 l van de geheele som beloopt ƒ125,97 alzoo bedraagt de uitgaven voor hen meer ƒ51,95. Aan bedeelingen in geld ƒ5115,55 dewelke heeft geloopen over 250 hoofden van huisgezinnenwaaronder 65 R. C.alzoo 9 meerder dan 5 aan dezelven is uit betaald 718,75, in de geheele som slechts bedragende ƒ691,86 zoo is door hen meerder genoten ƒ26,89. N.B. De bedeeliugen in geld in dit jaar aan 65 armendie nog om verschillende redenenonder onze administratie gehouden wordenbedragen wekelijks ƒ55,25, daaronder zijn 11 R. C. die in deze som ge nieten ƒ10,15 of 92 cent per hoofd, terwijl de overi ge 52 personen slechts ƒ45,10 genieten en alzoo 85 cent per hoofd. Men oordeele nu over de partijdigheid of onpartij digheid van het Burgerlijk Armbestuur. 5°. Het R. C. Armbestuur beweert dat van de 16750 bij de begrooting door het Gemeente Bestuur toegestaan voor de algemeene armenzij die als zooda nig erkend zijn daarvan geen duit kunnen erlangen en dat die som bijna uitsluitend besteed wordt tot instand houding eener werkinrigting met zeer kostbare adminis tratie dat deze een ware pest voor de gemeente financiën mag genoemd wordenen evenmin het welzijn der armen als de goede zeden bevorderlijk is. Dat de armen die als zoodanig erkend zijn, geen duit van het toegestane bij de begrooting kunnen erlan gen is reeds hierboven weersproken en dan ook te ongerijmd om er verder een oogenblik bij te blijven stilstaan. Van eene begrooting schijnt het R. C. Armbestuur geen begrip te hebbenof wil het doen voorkomen als of de daarop uitgetrokkene ƒ16750, geheel uit de ge meentekas aan ons verstrekt wordthad men zich de moeite gegeven, om de begrooting van het Gemeente Bestuur en die van het Burgerlijk Armbestuurdie ter inzage vooreen ieder ten Raadhuize hebben opengelegen, inteziendan had men zich kunnen overtuigen dat aan laatstgemeld Bestuur eene subsidie van slecbts ƒ9000 is toegestaandan had men kunnen leerendat die be grooting in uitgave wordt verhoogd lot het bovengemeld cijfer van ƒ16750, door hetgeen moet worden uitgegeven voor arbeidsloonengrondstoffen, enz., terwijl die ver hooging in ontvangst wordt gedekt door het provenu van den verkoop van fabrikaat, buitengewone ontvangsten, enz. dan had men kunnen zien dat onder de toege stane subsidie van ƒ9000, slechts ƒ1200, voor de eigen lijke werkinrigting is uitgetrokken dan had men zich niet blootgesteld aan het opdisschen van onwaarheden, die, waren ze niet zoo kwaadaardigslechts belagchelijk zouden zijn; de aangewezen ware som voor de werkinrigting zal dan ook de pest voor het gemeentelijke financiewezen aanmerkelijk goedaardiger doen voorkomen eene beschou wing waarover wij, evenmin als over die omtrent het al of niet bevorderen van het welzijn der armen en der goede zedenons het harnas niet zullen aantrekken om zooveel te minder als het R. C. Armbestuur zich tepaalt tot het ter nederschrijven van onwaarheden,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1856 | | pagina 3