Een zonderling Tweegevecht. Achter ecne deur waren met een mes de volgende woorden op de muurbepleistering gekrabt: Landgenooten en vrouwen, herinnert u den 15 Julij 1857. Uwe vrouwen en gezinnen zijn hier in ellende en aan de willekeur van woestaards overgegeven welke ouden cn jongen hebben mishandeldvoor dat zij ons hebben omgebragt. O mijn kind mijn kind landgenooten wreekt het BURGERLIJKE STAND. Van 19 December 1857 2 Januarij 1858. GEHUWDH. F. Bosch en A. Baas. F. Nonnekes en K. Buis J. Scheuk en C Filmer. BEVALLENC. 11. Clement geb. Poppclbaum D. II. Con- neman geb. Sinkelaar Z. E. C. van Haren geb. Swart Z. J. II. van der Poll geb. Evers D. C. M. van Straten geb. Vergragt Z. J. A. W. Schutzen geb. Driessen D. N. de Jongh geb Oosterman Z. M. J. E. Strootman geb. Brevet. D. M. A. Ilillen D. J. Schendelaar geb. Kraak Z E. Rijkers geb. Moorman D. E. Suhren geb. Hogerhcijde Z. E. Kruijff geb. van Wilgen D. S. Edelenbos geb. de Jong Z. OVERLEDENJ. J. Feijerabend 2 m. J. L. Schuitvlot 58 j. M. Boling 62 j. J. Willems 77 j. W. F. Lutz 10 vv. G. Berlage 75 j. J. Burger 22 j. A. Bos 68 j. J. M. Rijnhout 54 j. A. Kindt 8 m. A. J. Vrehen 2 j. G. Ravestein 17 m. P. A. Eradus 1 j. N. Meijer 5 j. D. Franse 9 rn. J. Filmer 14 d. P. van Haren 8 d. J. E. Roozekrans 70 j. Levenloos aangegeven: 1. OEME1Ï3DE BERZ3TEÏT. In de Zwarte Zee hccrschen voortdurend stormen. Een en- gclsch oorlogschip heeft een slavenhaalder geuomen die 600 Negers aan boord had waarvan 200 verdronken zijn. In de nabijheid van Trebigue zijn 4000 Christenen door de Turken aangevallen. De fransche regering zal ernstige maatregelen nemen tegen het beursspel. 24 bloedverwanten van den koning van Delhi en een aanzienlijk hoofd der rebellen zijn doodgeschoten. Te Eesveen is ecne jeugdige vrouw van Slingen bevallen alles welbehalve de kas. De keizerin vau Oostenrijk bevindt zich in gezegende om standigheden. Te Berlijn heerschen de pokken in hevigen graad. FEUILLETON. Te Lissabon wordt veel gesproken over een tweegevechtdat daar zou hebben plaats gehad lusschen een Engelschman en een Por tugees. De oorzaak schijnt geweest te zijn eene zekere andaluische schoone wier zwarte oogen niet minder siagtoffers hebben gemaakt dan de verschrikkelijke gele koorts. Het gevecht moest op leven en dood zijnde twee vijanden en hunne getuigen raadpleegden lang over de wapenswaarvan men zou gebruik makenmaar het was hun onmogelijk daaromtrent overeen te komen. Alstoen stelde de Engelschman aan den Portugees den volgenden uitweg voor: alleen opgesloten in eene zaal, over elkander gezeten aan eene tafelmoesten zij daar dag en nacht blijvenlot dal de dood aan het leven van den een of den anderen een einde maakte. Deze voorwaarde werd aangenomen ondanks de tegenslribhelingén der getuigen. De Engelschman en de Portugees sloten zich op in eene kamer van een landgoed toehehoorende aan den eersten de vensters der zaal hadden uilzigt op eene verlatene achterplaats- Dit gebeurde op eenen dag der voorlaatste week ten 10 ure 's morgens' Tot 's anderendaags op hetzelfde uur bleven de twee vijanden over eikaar zitten zonder spreken zonder zich te verroeren zon der te slapen. Tegen den avond stond de Portugees opdeed eenige slappen in de zaalen ging daarna weder zitten. De En gelschman bleef onbewegelijk. Toen de dageraad toeliet elkander te aanschouwen kou de een op het gelaat van den anderen de sporen aanschouwenwelke de hongerde vermoeijenis en de slapeloosheid er op gelaten hadden. Acht en veertig uren na den begonnen kamp was de Engelsch man genoodzaakt zich op de sofa uit te strekken hij kon zich niet meer regt houden op zijnen stoel. Toen stelde de Portugees voor om wat drinkwater te vragen, daar het tweegevecht een tweege vecht op den honger en niet op den dorst wasdie hun eene onuitstaanbare marteling veroorzaakte. De Engelschman antwoordde met zwakke stemdat hij niets te vragen had en dat geen van beidenonder welk voorwendsel ookde kamer mogt verlaten dat overigens het buis ledig wasgeheel afgezonderd stond en al de dienstboden bevel gekregen hadden het te verlaten. Den mor gen van den vierden dag was de Engelschman zonder beweging op de sofa, en de Portugees lag uitgestrekt in eenen hoek, beiden met den dood op het gelaatdat verwrongen was door een helsch lijden. Des anderen daags 's morgens stierf de Engelschman de ander zoodanig verzwakt dat hij niet meer op de beenen kon staan, noch zich de middelen verschaffen om buiten de woning te geraken zou ook bezweken zijn zoo de dienstbod^ van den Engelschman niet tegen den avond waren aangekomen. Hun meesterberekend hebbende dat een der beide strijders alsdan niet meer zou leven had hun bevel gegeven op dit uur te koimm, Men heeft het leven van den Portugees kunnen redden dauj?zij de spoedige genees kundige hulp.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Weekblad van Den Helder en het Nieuwediep | 1858 | | pagina 2