St TenKate uw GRAVIN GISELA Christelijk Nat* School W. VAN GEELEN Macht, Arbeid en Veiligheid voor eiken Nederlander. Alleen al door zijn ligging heeft ons land door alle eeuwen hem. met dat deel van Europe, dat als zijn achterland kan beschouwd worden, in betrekking gestaan. Het spreekt dan ook vanzelf, dat ons volk voor de ons omringende volkeren geen vreemde is geweest en dat zij over ons hun meenin; hadden. Dat die in den loop der tijden lang niet dezelfde was, hangt met de geschiedenis van ons eigen volk samen, die meer dan bij eenig ander tegenover tij den van grooten bloei ook perio den van even groot verval heeft gekend. Het overige Europa heeft tegen ons opgezien, maar ook op ons neergezien. Men heeft ons de Chineezen van Europa genoemd en dat niet als een vleiende bena ming Maar wij hebben ook den tijd gekend, dat naar het bekende woord van Potgieter de weegschaal der volkeren van Europa door hun vorsten niet ter hand werd geno men, of de Hollandsche Maagd wierp er "mede haar oorlogszwaard of haren olijftak iri en deed door deze bijwijlen den evenaar over hellen, wat in eenvoudiger taal wil zeggen, dat ons volk in die dagen een machtspositie in Euro pa innam. Thans stafijt ons volk opnieuw op een keerpunt zijner geschiede nis. Want dat het oude heeft af gedaan, daarin kan geen redelijk mensch meer twijfelen. Wie dat nog doen zou, is als die goede ziel, die, toen op den tweeden Pinkster dag 1940 de Duitsche soldaten hier een opgeblazen kanaalbrug door een eigen meegebrachte ver vingen, mij in haar onnoozelheid over het pas gebeurde vroeg, of zij dat zoo maar mochten. Na een revolutie komen de tijden van vroeger nooit meer terug, al zijn er altijd, die dat wenschen ei verwachten. Na de Fransche re volutie is het tijdperk van het ancien* régi-me evenmin terugge keerd en hebben de Bourbons, waarvan gezegd wordt, dat zij niets vergeten, maar ook niets geleerd hadden, tevergeefs het oude tijdens de zoogenaamde Res tauratie trachten te herstellen inderdaad hebbeii zij in den kori sten tyd hun eigen val bewerkt Gok tot ons eigen volk werd na die revolutie door den terugge keerden Prins van Oranje in No vember 1813 geproclameerd de oude tijden komen weder. Maar dat was natuurlijk niet meer dan een phrase, de tijd na 1813 is ge bleken een geheel andere dan die die achttiende eeuw te zijn geweest. Nu zich in onzen eigen tijd, die wij meemaken, een veel grootere revolutie voltrekt dan die van het einde der achttiende eeuw. im mers een wereldrevolutie, zou het toch dwaas zijn te meenen, dat die Nederland onberoerd zou la ten en ons volk daarvoor immuun 'zou zijn. Geen Chineesche muur zou bij machte wezen dit wereld- FEUILLETON door E. Marlitt. Vertaald en bewerkt door G. P. KITS VAN HEIJNINGEN en GERARD KELLER. (Nadruk verboden.) 4.) „De prins werd doodsbleek van ergernis en gebood haar op stren gen toon het bal uit te stellen maar zij barstte m een lach uit en zei, terwijl zij hem den rug toe keerde, dat die dag haar juist ge legen kwam en dat zij ter eere der prinses fraai zou laten illu- mineeren." „De bedoelde avond brak aan, en wat niemand en wel 't aller minst de gravin verwacht had de prins bleef thuis en de drie heeren, mijn majopr, baron Fleu- ry en de heer von Eschebach, die ook genoodigd waren, moesten bij hem blijven. De prins mocht mij gaarne lijden en wanneer hij :s avonds met de heeren speelde, stuurde hij zijn lakeien weg en moest ik op zijn bevel alleen in de antichambre blijven." „Daar zat ik dan ook moeder ziel in de vensterbank en luister- oc- naar het vreeselijk rumoer bui ten. Om zulk een oud slot loeit de storm in een geheel bijzonderen toon Dan ziftgt en klinkt alles mede wat dc oude muren hebben gebeuren van ons af te houden, zelfs geen Maginotlinie heeft dit kunnen keeren. Al wordt deze revolutie ook met wapengeweld voltrokken, uiteindelijk wordt zij voltooid in den geest van allen, .die dezen tijd beleven. Natuurlijk ook niet bij allen gelijkelijk even sterk. Zooals op alle gebied zijn er ook hier voorloopers, vol gelingen en achterblijvers, Maar daar gaat het nu juist om hier van zal het lot van ons volk ir het Nieuw-Europa afhangen. Wat zou een in zooveel partijen verscheurd volk als wij waren, in dit tijdsgewricht van wereldhisto rische beteekenis vermogen Wat zou 'er te verwachten zijn van een volk, dat zich zoo weinig meer om zijn verleden bekommert als de groote massa hier doet, die tegen alle feiten in bereid gevonden wordt naar het woord te luisteren' van degenen, die altijd de gesla - gen vijanden van het Nederland- sche volk zijn geweest Wat trok ken wij hier ons nog het lot onzer stambroeders in Vlaanderen Zuid-Afrika aan, wij die zelfs on derling zoo weinig lotsverbonden waren, dat wij in de crisisjaren gelaten het leger van stempelaars en steuntrekkers zagen aangroeien en alleen er zorg voor hadden, dat onze belastingaanslag daardoor verhoogd zou worden Mussert heeft nu al tien jaar lang den weg gewezen, die naar een betere en ons verleden waar diger toekomst voeren zal. Tever geefs heeft hij dit gelukkig niet gedaan. Al te vaak echter wordt de N.S.B. veroordeeld zonder dat men den waren grond ervan kent. Maar gelijk de Leider al meerma len gezegd heeft, het is nu een maal zoo, dat er nooit iets goed tot stand kan komen, of het vindt zijn bestrijding vooraf. Het zijn de achterblijvers, uitwier kringen het verzet tegen de aanvaarding van het nieuwe naar voren komt, maar het zou wel treurig met ons volk zijn gesteld, als de richtlijn voor zijn toekomst door achter blijvers moest worden aangewe zen Men zou dan gaan onderstel len, dat Jan Salie's nageslacht hei van alle zonen van Jan en Janne tje, de oerdegelijke typen van hél Nederlandsche volk had gewon nen, Jan Salie, de patroon aller slaapmutsen, aller soepjurken, al ler sloften te onzent, zooals Pot gieter hem eens gekarakteriseerd beeft. Maar wee dan ons arme vaderland H. VAN ALFEN (traagzaam op elkaar zijn inge steld en dat ge toch uwbril hebt vergeten. Zeker, uw bril, maar men verwachte hier niet een betoog, ^dat u zou willen aanpra ten om bij een groene jurk een groen montuur, bij een blauwe ja pon een blauw en bij een tweed mantelpakje weer een ander op uw neus te zetten. Zulke vrouwen bestaan waarschijnlijk niet en het gemis daaraan wordt ook in het, ONS NEUSMEUBEL. Moet men de vrouwen laken, die haar uiterlijk van top tot teen verzorgt, maar die één enkel, zeer bepaald onderdeel daarvan over het hood ziet Antwoord niet al te vlug in bevestigenden zin, le zeres, want de kans is niet zeer klein, dat u zich aan precies de zelfde fout schuldig maakt, dat uw schoentjes, uw kousen, uw jurk en mantel, uw hoedje en shawl, uw broche en uw tasch alle ver- aanschouwd, tournooien en ban ketten en al die vroegere heerlijk heden, maar ook misdaden er gruwelen in menigte 't Was ever elf maar overal -op het slot brandde nog lichtniemand waag de 't naar bed te gaan. Plotseling werden in de aangrenzende kamer de stoelen weggeslingerdde bel werd geluid alsof er brand was, en toen ik de deur opende, zag ik prins Heinrich doodsbleek met wijd geopende oogen in zijn leu ningstoel liggen, terwijl 't bloed hem met stroomen uit mond en neus vloeide. De bedienden kwa men toesnellen en klaagden en jammerden maar niemand mocht meer naar binnenik ook niet. „De heer von Eschebach verstond zijn zaakhij was de beste dok ter wijd en zijd maar zooals 't spreekwoord zegtvoor den dood is geen kruid gewassen 't uur van den prins had geslagen. Daar kwam eensklaps baron Fleury naar buiten en verlangde 'n paard. 't Loopt met den prins ten ein de," zei hij zoo luid tot den stal meester, dat de bedienden 't nog op den laatsten trap konden hoo- ren „een rit naar A. in dezen nacht is zoo goed als een zelf moord maar de prins wil zich met den vorst verzoeneneen schurk, die daarvoor zijn leven niet waagt!" Vijf minuten latei- hoorde ik den hoefslag van zijn paard op den weg naar A. Van dat oogenblik af namen allen op het slot de grootste stilte in achtde gravin moest immers blijven dan sen, totdat de vorst zijn rechtma Wanheer een vrouw van den oogarts hoort dat zij zal moeten brillen, is zij begrijpelijkerwijze onthutst. Brillen is nu eenmaal niet prettig, al mag het ook geen ramp heeten bijna iedere vrouw is van oordeel, dat haar uiter lijke verschijning er door achter uit gaat. Er zijn dan ook onver standige vrouwen, die wel den haar voorgeschreven bril koo- pen, maar niet dragen en wijl met de oogen nu eenmaal niet valt te spotten, is dit een gevaar lijke dwaasheid. Laten wij dus liever eens omzien naar de ande ren, die wijzer zijn en die berus ten in het voorschrift, dat voor haar van zooveel belang is. den winkel van den opticien zul len zij dan in den regel voor de eerste maal gaan nadenken over de soort van bril, welke zij in den vervolge zullen gaan dragen. De eenvoudige vrouw voelt zich uiter aard het meest aangetrokken tot een eenvoudigen bril. Zij kiest het meest gebruikelijke schildpad denmontuur (of de goede imita tie ervan), kijkt in den spiegel, vindt het effect wat vreemd, maar denkt „Het zal wel wen nen En wijl nu eenmaal bijna alles went, krijgt zij daarin i tuurlijk gelijk. Maar men zal moeten toegeven, dat deze oplos sing toch wel heel erg simpel is en dat er meer nadenken en goe de smaak kan worden besteed aan deze keuze. De opticien heeft ook andere modellen in voorraad. Enkele daarvan zijn bepaald opzichtig en de verstandige vrouw kan niet besluiten nu terstond dezen vreemden ruiter op haar neus zoo scherp de aandacht te laten trekken. Integendeel, het gaat in haar om, dat zij niet alleen moet trachten iets, dat zoo onop vallend mogelijk is, te verkrijgen, maar meer nog iets, dat zooveel mogelijk „onzichtbaar" heeten mag. En hier begaat zij vele ma len een fout en zoekt haar heil bij een z.g. „glasbril", waar van de glazen niet worden om lijst, zoodat men tot op vrij kor ten afstand kan meenen, dat de draagster geen bril draagt. In de meeste gevallen is dit juist ver keerd. Men vereenzelvigt dan den weinig zichtbaren bril met de gelaatstrekken van de draagster en krijgt daardoor den indruk, dat zij wat verouderd is, Neen, een bril zij ook werkelijk een bril en als zoodanig ook terstond te herkennen. Juist op déze wijze wegdenken van het gezicht, wijl men geen seconde in twijfel ver keert over de vraag wat tot de gelaatstrekken en wat tot huis meubel behoort. minst niet gevoeld. Maar het be-^ kan men hem het gemakkelijkst hoeft nu óók weer niet zoo te zijn, dat de bril van een goed gekleede vrouw je reinste toevalsproduct is en daardoor eigenlijk in het geheel niet meespeelt in de harmonieer vrouwelijke verschijning. Toch is dit bijna steeds het geval en we willen eens zien hoe dat komt en of er niets aan te doen is. Als wij hier nu enkele raadge vingen laten volgen, doen we dit met het uitdrukkelijke voorbe houd," dat de spiegel het laatste woord moet hebben. Het gaat er mee als met hoeden men kan bijvoorbeeld decreteeren, dat een blondine nooit dit en een brunet te steeds dat moet dragen de praktijk zal uitwijzen, hoe men zulke gulden regelen in een bepaald geval met voeten moet treden. Dus als hier enkele wen ken volgen, dan houdt dit in, dat uitzonderingen op den regel altijd mogelijk zijn. Met dit voor cogen bedenke men, dat de ,vorm" van uw bril niet moet afwijken van het algemeen ge bruikelijke modeL Is deze vier- kanter of op andere wijze ver- ichillend van den geijkten vorm, dan is het voor anderen moeilij ker uw bril weg te denken wordt uw gelaatsuitdrukking er door gewijzigd. Voorts moet zorgen voor het volstrekt goede passen van uw bril in dezen dient ge u dus volkomen op uw opticien te verlaten, want een bril, die iets te klein of te groot is, zal u bij het dragen na eeni- gen tijd gaan hinderen schreeuwende kleur te kiezen. Hoe het ook zij, men brenge den opti cien geen al te kortstondig be zoek en schrome ook niet langdu rig te kiezen en te keuren. halve een onmisbare hulp voor de oogen, is de bril ook een onder deel van het toilet en hij heeft dus recht op de goede zorg en den fijnen smaak van zijn eigenares H. Post. Gebr. DEBOO TEXACO -PRODUCTEN OLIËN en BENZINE. GENERATOR ANTHRACIET. Poststraat 8, Middenmeer TELEFOON 50. VOOR DAMES- en HEERENPERMANENT BLONDEEREN VERVEN 0L1EBEHANDEILNG naar KROEZE's KAPSALON Behandeling door le klas vak kundig personeel. tig erfdeel in handen zou hebben, Daar stond ik nu weder in de ven sternis en telde in doodangst de! minuten. Een vlug ruiter had een Het eenige nu, waarin uw per soonlijke smaak positief zal heb ben mee te spreken, is de „kleur" i van uw bril en in het algemeen' kan men zeggen, dat blondmés, J grijs- en witharigen het meest gei baat zijn met een donker mon tuur, dat diep donkerbruin zal mogen zijn. Brunettes daarente gen komen meestal voordeeliger uit bij een montuur, dat licht van tint is zeer blond schildpad,' bleek rose, of een dergelijke kleur Een gouden montuur maakt on tegenzeggelijk een nogal gepo- seerden indruk en is dus het best aan te bevelen voor oude daj mes. Zij, die roode haren hebben, zijn eigenlijk de eenigen, die zich met succes kunen wagen aan een bril, waarvan het mon tuur een wat afwijkende kleur heeft en dat bijv. blauwachtig cf groenig van kleur is. En dan rog is het raadzaam zulk een' aparten bril voornamelijk te re serveeren voor middag- en avond toilet en om in geen geval een DEN OEVER. Aangifte van nieuwe Leerlingen kan geschieden vóór 21 MAART 1942 bij den Voorzitter, den Heer 0. DEEN te Hippolytushoef en bij het Hoofd der School, den Heer S. DE VRIES te Den Oever. MENIGE ZUCHT WORDT GESLAAKT wanneer de tijd daar is, dat de rentebetaling en aflossing der, hypotheek betaald moet worden. WAAROM heeft U dan niet even de moeite genomen inlichtingen aan te vragen over het „ROHYPSYSTEEM DE N.V. BOUWKAS „ROHYP" te Amsterdam C. Spuistr. 219/21 verstrekt (behoudens du, daaraan verbonden kosten) RENTELOOZE ONOPZEGBARE HYPOTHEKEN voor het koopen, bouwen of verbouwen van huizen, voor het koopen van grond, voor het overnemen van rentehypo theken. Vraagt inlichtingen by Administratiekantoor P. DE GRAAF PARKLAAN II.-HOEF. goed uur noodig om naar de stad te komen." „Mijn majoor en de heer von Eschebach waren alleen bij den prins; hij was nog bij zijn vollej bewustzijn, als ik dicht bij de deur, kwam, hoorde ik duidelijk hoe hij met piepende ademhaling bij tiis- schenpoozen aan de heeren dic teerde. Ginder lag 't slót Greins-j feld „Kom dans maar daar ginds en viert feestdacht ik, toen de' groote klok van 't kasteel midder nacht sloeg. Npg één uur en uw dans heeft een half millioen ge kost Op 't zelfde oogenblik nam de storm in. hevigheid toe, een schoorsteen waaide om en viel met luid gerucht op het plaveisel van den binnenhofmaar daartus- schen klonk ook paardengetrappel en het rollen van wielen de deur sprong open en daar stond zij, ja, Hemel, daar stond die vrouw, De duivel moet haar derwaarts ge bracht hebben Tot op den hul digen dag weet niemand wat er gebeurd is en wie den verrader gespeeld heeftofschoon ik onder ons gezegd baron Fleury er voor houd Zij rukte den bonten man tel van haar schouders, wierp dien op den grond en liep naar de zie kenkamer. Maar ik was haar voor geweest en hield de kruk der deur in mijn hand. „Hier mag nie mand binnen, mevrouw de gra vin zei ik. Zij stond een oogen blik als versteendhaar fonke Door overname van de productie en geheelen voorraad van een zilversmedery zijn wij thans in staat U een BIJZONDER GROOTE en FRAAIE COLLECTIE ZILVEREN BROCHES, ARMBANDEN, SERVET- EN VINGERDOEK- RINGEN, ROOMLEPELS, JAMLEPELS, VLEESCHVORKJES, THEELEPELTJES, TAARTPRIKKEN, THEEZEEFJES, CAKE- EN BROODVORKEN, BRIEFOPENERS, BLADWIJZERS, MAGGIFLESCHJEHOUDERS, enz. enz. aan te bieden zon der dat U hiervoor oud zilver moet inleveren. JUWELIER Goud- en Zilversmederij, LAGEZIJDE Telef. 239 SCHAGEN. Door te groote drukte IEDERE MAANDAG, DINSDAG en WOENS DAG GESLOTEN. Alleen DONDERDAG, VRIJDAG en ZATERDAG GEOPEND van 912" en lVs6 uur. Overige dagen alleen na tele fonische afspraak. lende oogen boorden zich als dolk- spitsen in mijn gelaat. „Onbe schaamde, dat zal je duur te staan komen siste zij. „Weg, maak plaats Ik week geen duim breed. In de andere kamer moesten zij echter iets gehoord hebben mijn majoor kwam er uit. Hij sloeg da-j ctelijk de deur achter zich toe en nam mijn verdedigingspost in,] terwijl ik ter zeide trad. Zonder ling, hij had iets in zijn gezicht, dat mij niet bevielGy hebt! de gravin gekend, directeur „Ja, zij werd voor een der schoonste vrouwen van haar tijd gehoiiden. Op het slot Arnsberg hangt immers nog haar portret,' een lenige, slanke gestalte, groote gitzwarte oogen in een sneeuw wit gelaat en daarboven glanzig goudblond haar." „Zoo was 'tviel Sievert hem met een grijns in- de rede. „De dui vel weet hoe zij 't heeft aange legd Zij was toen diep in de der tig en had reeds een dochter van zeventien jaarmaar ze zag er uit als melk en bloed de dochter kon bij haar niet halen en geen mensch wist dat beter dan zij zelve. Die ellendige comediespeel- ster Als verslagen viel zij op eens voor mijn meester neder en om vatte zijn knieën met haar blanke armen. Zij was nog in haar mas kerade-pak, dat fonkelde en glin sterde, en haar blond haar, dat de storpi had losgewoeld, sleepte achter haar op den grond aan de eene zijde van haar gezicht, vloeide echter een smal rood streepje neder en kronkelde zich om den blanken hals gelijk een kleine slang hm, een slang moest er gewis ook bij in 't spel zijn, waar de eer van een man bezweek, waarop vroeger niet 't minste smetje kleefde Hemel, de vingers jeukten mij om dat wijf van den drempel weg te jagen, waar zij niets meer te maken had. En hij stond daar, zoo bleek als een doek en ontstelde over een schram, die 't ellendige vrouwspersoon aan 't hoofd hadeen steen uit den in stortenden muur had even haar hoofd geraakthad hij maar be ter getroffen „Ik ben ge wond," zei zij zoo zwak, alsof zij ging sterven „wilt gij me hier laten omkomen, Zweifljngenf? Zij greep zijn hand en bracht die aan haar leugenachtigen, valschen mond. O, daar vloog een vlam over zijn gezichtHij trok de vrouw van den grond en ik weet nog niet hoe 't is toegegaan zij moet een duivelin in sluwheid en behendigheid geweest zijn, in een ommezien was zij binnen en wierp zich voor 't sterfbed neer. „Weg, weg 'riep de prins en wilde haar met zijn handen afweren maar nu golfde weder een bloedstroom uit zijn mond en tien minuten la ter was 't met hem gedaan. „De nacht is niemands vriend, zegt 't spreekwoord," zoo viel de oude soldaat zich zeiven niet een lach in de rede, „toch hebben de schurken geen beteren vriend Ik zou wel willen weten of me vrouw de gravin de eenige erfge name geworden ware, als de hel dere zon in de ziekenkamer had geschenen ik geloof 't niet Toen de prins den laatsten snik had gegeven, stond zij op. Zij zag er uit als een geest, maar geen spoor van medelijden, zelfs geen traan was op 't trotsche, bleeke gelaat te zien zij stond dus op en sloeg mij de deur voor den neus toe. Meer dan een half uur lang heeft ze binnen opophoudelijk door gesproken, wat, weet ik niet ik hoorde alleen den doodsangst in haar stem. Daarna kwamen de beide heeren naar buiten en deelden aan de bedienden 't over lijden van den prins mede. Mijn majoor ging mij voorbij, alsof ik plotseling een steen of iets derge lijks ware geworden, hij zag mij niet eens aan. Hemel, ik zei im mers reeds vroeger dat dien nacht de geheele wilde jacht over 't Thü- ringerwoud was heengevaren. Mijn meester was sedert dien tijd een verloren man, de gravin daaren tegen de rijRste vrouw van hein de en verre. Het testament dat men vond, dagteekende uit den tijd, dat de vijandschap met 't hof te A. op 't hevigst en de macht der gravin "t grootst geweest was; 't was volmaakt in orde en geen gerechtshof heeft er aan kunnen tornen. Alles wat er was behoor de die slangzelfs de armen in 't land kregen geé?i cent." „Drommels, dat de vorst te laat kwam vloekte de student, terwijl hij met de hand op tafel sloeg. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringermeerbode | 1942 | | pagina 4