i 1 I H De trotfche Brit beraamde het gevloekt Planom ons wederom te doen bukken onder het afgeworpen Oranjejuk; liet gelukte hem, zy ne Standaarden te planten op onzen vaderlytten grond; Zyne barbaarfche hulpbenden de woeste Slaaven van den Noordfchen Despoot vet- fterkten zyne Legervaanen. Reeds hadden het verraad en de lafheid onze Oorlogs- Kielen op cene fchandelyke wyze, in zyne handen ge leverd. Reeds woedde het vernielend Krygszwaardop een groot ge- deelte van dit gezegend Gewesten het Oorlogsmonster klemde eenen ruimen omtrek vruchtbaar Lands in zyne ysfelyke klaauwen. De huurlin gen van Pitt kenmerkten, als immer, hunnen wreeden aardalomme, door Bloed en Vuur, door Roof en Vrouwe -lehennis! Gruweldaaden bedreeven onder het oog des Zoons van den afgezwooren Stadhouder, welke de fchaamteloosheid had om de medegeleider dezer horden van uichecmfche Roovers te zyn, om, zo hy voorgaf, zynen Vader te herftellen -in zvne Rechten; Rechten welken hy nimmer wettig bezeten immers lang verbeurd had! Gruweldaaden welken de Revtvaardigc Al- raagt eens vcrfchrikkelyk richten zal, en de traanen van zo veele Ellen- digen - van zo veele Weduwen en Weezen, op den kop van eiken bewerker hunner rampen vreesfelyk doen nederdaakn. Hoe treurden alle regtfehapen beminnaars (les Vaderlands, toen deeze jammerkreet der ellende in hunne ooren drong, en hunne harten door- fneed' hoe kommervol en zörglyk was hef vooruitzichtdaar het ver» fchiet de zwartfté toonbeelden afmaaldeen de donkerde onweerwolken jpn onze vaderlandfchc kim, dicht op een pakten Hoe woelde het ver raad in ons midden, en was het oproer gereedhaare vcrfoeijclyke rol te fpeelen! Hoe klonk reeds het gerammel van de voor onsgefmtedde, flaaffche ketenen in onze ooren! Brengt U dit alles voor dm geest, Gy, die Aanfchouwers waart der vlammenwelken zo veele Wooningen heb ben verwoest! Gydie den ryken oogst, de hoop van den nyveren Landmanzaagt vernielen, en zyne Kudden llachtenGy! die getui gen waait van zo veele fchriktooneelen waar van de menschheid terug beef:! Brengt dit voor den geest, en fiddert! Groote God! zyn dit dan de middelen om herltel van Rechten te bewerken De Dwingeland alleen bézfgt dezelve, maar Gy verfchrfc hem zyn loon! het loon van eiken Tiran! verachting en febunde! rapt de hceten van een pymgend eewisfe.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1799 | | pagina 2