COURANT;
A LKMAARSCHE
Ao. 1801. J^'0, I^-
GELYKHEID, VRYHEIDt BROEDERSCHAP.
Van Maandag den 20 April.
T a L I
Florence 21 Maart. Den 16 dezer 'heeft men met grooteplegtigheid
de Academie del Cimento (of der Proefnemingen) berfleld, die om
trent het midden der 17'Je Eeuwe in deeze Stad was opgerigt- De Generaal
Murat heefc met zyneriStaf'deczehörlVellingbvgewoónddie hetprovibe-
neel Gouvernement tot eere ftrckt. Ook heefc die Generaal bevolen otn
alle Wetten en Reglementen, door wylen den Groot-Hertog Peter - Leo-
pold (Broeder van wylen Keizer Jofeph II vervolgens zelfs Keizeren Va-
der van den tans regeerenden Frans II) gemaaktte h'erftellen en ltrenge-
lvk te handhaaven. Uit aanmerking dat de Regeering van dien Vorst een
tvdvak was, roemrvk voor de 18de Eeuw, en gelukkigvoor loseaanen;
dat hv met zyne Volken alle betrekkingen van het Maatfchaplyk verdrag
heefc in ftand gehouden; dat hy de walttalcige overblyfielsvan hecbarbaar-
fche leenftelllelen der vreemde Wetten heefc uitgeroeid en een Lyfftraf-
lvk Wetboek uitgegeevenhet welk een voorbeeld en eene bewondering
voor Europa geweest is, zo heeft die Generaal befloten, jaarlyksop den 15
April een Feest ter eere an dien Vorst, Wysgeeren Wetgeever, te vieren
met dezelfde gevoelens van dankbaarheid diedeSouverainenvanToscaa-
ncn voor de nagedagtenis van Cösmus de MedicisVader des Vaderlands,
hebben aan den dag gelegd.
DENEMARKEN.
Koppenhagen den 7 April. De Wapenftilftand met deEngelfche
Vloot, die eergister avond moest eindigen, en gister verlengt wierd, duurd
non voort, en tot deezen avond zyn 'ernoggeene vyandlykheden hervat.
Waarfchynlyk zal die Wapenftilfland onbepaald verlengd worden om den
uitflag der Onderhandelingen af te wagten, die niet alleen begonnen zyn
maar er is gegronde hoop dat die gelukkig zullen afloopenfchoon men niets
anders met zekerheid meend te kunnen zeggen, dan datons Gouvernement
op gister aan den Admiraal Nelfon.'t ultimatum op zyne voorflagen heefc ge
zonden, hetwelk althans behelst, dat Deenemarken van deNeucraliteits-
Conventie niet zal afgaan. Wy zyn intusfehen gerust midden in de onze
kerheid van zaaken, dat, welke ook de uitflag zyn moge, wy onzen phgt
hebben betragt, en overtuigd zyn dat wy de algemeene achting verdiend
hebben, en ook zyn wy zeker dat zelfs onze vyanden ons die toedraagen.
Gv zoud, heefc Nelfon verfcheide keeren gezegt, Overwinnaars zyn ge
weest indien gy niet met Engetfche Zeelieden had moeten vegtenOok
HET ZEVENDE JAAR DER BATAAFSCHE VRYHEID.