c O U RANT;
alkmaarsche
geltkheid, fryheid, BROEDERSCHAP.
Ao. 1801. lNa 44-
Van Maandag den 2 November.
BATAAFSCHE REPUBLIEK.
Alkmaar den 30 October. Gepasfecrde Maandag wierden door het
Departementaal' Beduur van Texel, in ecne buitenge woone opene
Vergaderingin tegenwoordigheid van den Commisfaris van het Uitvoerend
Bewind by dit Departementten aanhoorc van eene ^roote t faamgevloeide
menigte, en onder een afwisfelend keurig mufiek, Kif Ai 1 ver e Doozen,waar
in zo veele op pergament gelchrevene Diploma's, aan Elfonderfcheidene
Burgers döor den Secretaris van bovengem: Beduur uit de Anticnambre
ter Vergad'erzaale ingeleid wclkón zichby gelegenheid van den woeden
den do'rm op den pden November des vorigen jaarfop eene allezmds lof-
felvke wyze hebben gedragen, plegtig ter hand gefteld; wordende door
den Burger P. Houttuyn, Prefident van welgem: Beduur, ,cer dier gelegen
heid de volgende Aahfpraak gedaan
Medeburgers!
Het zo even voorgelezen Befluit van het Uitvoerend Bewind, oplastvan
h°t Weteeevend Lichaam des Bataaflchen Volks, aan het Departementaal
Beduur van Texel ingezonden, doet U lieden het oogmerk dier Wetgee-
vcnde Vergadering kennen. De Commisfaris van hetzelve Bewind
zond my ingevolge zynen last deeze Doozen en Diploma sj en,
door de keuze myncr Medeleden tot hunnen Voorzitter verkooren ismy
de taak opgelegd hetzelve Befluit ter uitvoer te brengen.Denamiddag
en avond van den yden November van het afgeioopen jaar iSco zal altoos in
het geheugen der toen levende en tot jaaren van onderlcheid gekomen men-
fchen zoowel als in de gefchiedboeken voor de Nakomelinglchapde treu-
ri<re herinnering agterlaten dat op die tydflip de natuur fel gefchokt
wierd; dathet Menschdom in lyden was.Na eene warmte en ftiltewel
ke men in dit jaargetyde niet gewoon is, en-die den kundigen Natuurbe-
fchouwer voor het ergfle deed vreezenbrak onder het beitel des Almach
tDen op eenmaal een Stormeen Orcaanloswelke in hevigheid, weinige
eevenbeelden in de gefchiedenis gehad heeften die een goed gedeelte van
Europa deerlyk teisterde.Hoe zidderde de Landman en nederige Dorp-
bewooner, daar hy vaak zyn huisen voorraadfehuuren als weggevaagd
za<*: daar hy kerken en toorensanders voor eeuwen gefchiktzagomver-
re'ftorten!— Met welk een aDgst zat de Stedeling in zynewooniüg, daar
het zevende jaar DER bATAAFSCHE VRYHEID.