een hagelbui van brokken van geevcls, fchoorfteenen en daken hem ïedef
ogenblik in levensgevaar (tolde! Hoe waren zy te moede, die door de
fioodzaaklykheid gedrongen, ftraaten en lteegen moesten bewandelen
Waar hun ieder oogenblik den dood dreigdegetuige hier van in het koopryk
Amfterdam een Kantelaardie zich met zyn lichtgenooteineen fleede ge-
Eet hebbende, om vriend, en maagdfchapsplichicn te vervullen, plotte,
lings door een nedervallende (ehoorlteen verpletterd wierden 1 Met welk
feen kille fchnk moet zelfde ftoute Zeeman bevangen geweest zyndaar de
bodem die hem. moest ovër brengen, door de woede der winden deerlyk ge
teisterd wierd: daar mast en wand kraakteen deafgtond dreigde hem ieder
ogenblik in tezwclgen - Onderzo veelen, welke dit droevig lot dreigde,
was ook de Beurtman vaarende van Amiterdam op Medcmblik; deeze
zwaar geladen en fel met den ftorm te kampen hebbendeontmoette onge
lukkig den Beurtman, van de Lemmer naar Enkhuizen vaarendewelke,
niet in de mooglykheid zynde, hem te myden wierd de eerde overzeild
en zonkten kosten van het leven van den gryzen fchipper Aldert Mandie
overboord geflagen in het woedend pekel veld zyn graf vond. Deknegc
redde zich in dim top der mast, en bleef aldaar met onverfchrokkenheid
zvn toekomstig lot afwachten, terwyldePasfagiersenSeheepelmgen, van
de Beurtman uit de Lemmer, zich in een gelyk doodsgevaar bevonden. -
Oo dit oogenblik ontwaakte uwe menfchenlicfde, verdienstelyke Burger
Gerr/t D/rks1 oplettende befchouwer van de woede desOrcaans, was aan
UW ou" niet ontfnaptdat uwe natuurgenoten in gevaardat de menschheid
in Ivden was - De gewaarwording: ik kan redden, ik kan helpen, deed
u zo edelmoedig, en belooning, en perloneele dienst aanbieden.- Het
zelve vuur dat u ontvlamde, was genoegzaam om den burger FrednkBlok
n n -foon en fchuit te doen leenen; en zie daar uwe overige medebroe
deren V' Slok B:jamJen, JiByl, G-.Byl, TijocbmsJV: PietersfmR:
fans 7- Gerbrands en J. tiendriks, gereed, om met um hetzelfde gevaar
te de'elen en d> n dood trotsch onder de oogen te zien.— Welkeen waar
eenoe-'cn moet Gyl gel maakt hebbenden op het punt van bezwyken (taan-
be knecht van het Medembükker Beurtfchip te redden hoe ftreelend moet
voor UI. de tweede poging geweest zyn deScheepelingen uit den Beurtman
van de Lemmer, die weenende om uwe hulpfmeekten behouden aan den
val te brengen. De (taalkunde moge, door öoutmoedigheid en kunst,
den kry sman in ftaat (tellen, zich oen brommenden eernaam van Held te
verwerven; het is toch altoos ten koste van het leeven zynerNatuurgenoten.
De (tan ivasnge Verdediger van zyn Vaderlandendeszelfsrechten door
den nood hier toe gedrongen; moge den roem van moed en heldendeugd
verdienen dan ongelukkig rust ook deze nog altoos op bloed. Hijr rust
roem en moed op men c tenminhier word geen Ich ikel in de keeten der fchep-
ring gebrooken; hier word d Doo i wel ftoutmoed.g aangegnmdmaar
het is niet om hem een prooy refchenken maar hein die te omrukkenhier
Worden aan de Miatfchappy haate lenden wedergegeven. Ontvang des,
Medelureersl uit naam der Menschceidmr naam der Balaaffcbt Nattede
dankbaare en entenis voor de redding uwer lydende natuurgenoten
Dan ontva g deze bh ken van de g-s pelen* van het Wetgeeyend Lichaam
des Batauffchen Volks "met als t-ene oelouaing; deze vind Gyl. in uweeige-
fcartcn, in de bewustheid v&u ha leeven van uwe luedenienfcheogered