C O U RAN T;
alkmaarsche
No. 6.
Ao. 1802.
Van Maandag den 8 February.
noord-amerika.
Boston den 17December 1801. Voorleden Woensdagmorgen, wer*
den de Inwoners van deze Stad andermaal ontfteld door het geroep
van Branden deeze fchrik vermeerderde, toen men ontdekte dat die brand
genoegzaam op dezelfde plaats alwaar die van den iaden dezer had plaats
gehadoncftaan was, te weten op een werfnaby Foreftraat. Na dat de-
zelve een aantal Pakhuizen, Winkels en andere Gebouwen vermeld had,
fpreidde zig de vlam uit tot de naburige huizen in gemelde ftraat en dreigde
het gantfche Noordergedeelte van de Stad met eene volftrekte vernieling;
dan door het aanwenden van de beste pogingenwerd eindelyk de woede
der vlammen gelukkig geltuit, na dat er vyfcien woonhuizen en andere Ge
bouwen in den asch gelegd waren. Men geloofc in het aigerneen dat dic
onheil door brandftichters veroorzaakt is gewordendewyl het.vuurzich
aan verfcheide huizen tegelyk openbaarde althans de Regeering heeft eene
grote belooning uitgeloofd voor hun die de brandfhchtei s zullen ontdekken»
lammer is het ondertusfchen daterzoveele Menfchen het leven by verlo-
ren hebben, hetwelk dit onheil des te beklaaglyker maakt. Menrekend
dat behalve de onnoemelyke waarde der goederen die door de vlammen
verteerd zyn geworden, er nog voor meer dan 10000 Dojjars aan goederen
dieniet geasfureerd waren,verbrand zyn Men houd voor deaanftokers van
dien brand eenige Yren die uit Yrland herwaard gevlugtzyn en eenige
Negers uit de Franfche Eilanden.
GROOT-BRITTANJ E.
Londen den 28 January. De Oorlogsfloep, welke onlangs met zo
veel verhaasting, te Plymouth is uitgerust, verneemt men, dat beltemd was
om depeches naar de Middelandfche Zee en de West-Indien overtebrengen.
Onderdaags werd alhier ue Heer Wall, voorheen Gouverneur van Go-
ree, op de Kust van Afrika, befchuluigd, dathy, gedurende zyn Bewind
op die Kust, twee foldaten van het guarnifoen dennaten had laten flaan
dat zv eenige dagen daarna, aan de gevolgen van dien geftorven waren.
De gemelde Heer Wall diensvolgens den aolten dezer, voor de Rechters
Macdonald Lawrence en Rookegebragtzynde, werd de aanklagte tegen
hem in forma gedaan, en vervolgens de getuigen ondervraagden zvne ver
dediging gehoord zynde5werd hy fchuldig verklaard en gevonnisd om te wor-
den opgehangen toe dat de dood er na volgde, en dat voorts zyn Lichaam
zoude worden geanatomifeerd. De uitvoering van dit vonnis werd echter
door een brief van den Lord Pelham aan de Scheriffs van Londenvoor ee,ni«