C O U R A N T;
Ao. 1802. No. 27.
ALKMAAR.SC H E
Van Maandag den 5 July.
FRANSCHE REPUBLIEK.
De herflelde bandtusfchen het belluur des Staats en dac van den Eer
dienst, had niet alleen in fommige plaatfen cenen verkeerden invloed
op de gemoederen des Volks, maar zelfs op die der Geestlykheid gehad.
De onbeëedigde en voormaals uitgewekene Priesters inzonderheid, zich
thans de zeegevierende party waanende, vorderden van hunne beëedigde
Medebroeders eene openlyke intrekking van den in der tyd af^elegden eed.
De nieuwe gefchilien tot welken dit gedrag natuurlyk aanleiding moest ge
ven, hebben den Ministers van Policy aangefpoord, omeenenrondgaan-
den brief (thans publyk geworden, reeds den 7den Juny gedagteekendaan
alle de Prefecten der Departementen aftezenden waarin uitdrukkelyk her
haald wordt, dat de wet op den Eerdienst geeneretractatie, van welken
aart ook, van de Geestelyken vordertmaar alleen de verklaaring datzy
genoegen in het Concordaat neemenen tot de Communie der Bisfchoppen
behooren, die door den Eerden Confulbenoemdzyn dat deeze wet niet
de overvrinninge van de eene party over den anderemaar in de Kerkev en
als de 18de Brumaire inden Staar, de verceniging van alle partyen is. De
Minister gelast verder, aan geepen Priester hetdienst doen in eenigbyzon-
derhuis toetelaatenden openbaaren dienst in de Kerken alleen te laaten ver-
rigten door de Geestelyken, welke daartoe verlof van hunne Bisfchopp :n
bekomen hebben en eindigt zynen brief met deeze merkwaardige woor
den: Eindelyk, burger Prefect, moet gy nimmer uit het oog verliezen,
dat het de volkomepe vryheidvangeweeten is, welke gy befchermen moet,
in het medewerken tot de uitvoering der organique wetten van het Concor-
daat. De meerderheid der natie heeft geen rechtom haaren Eerdienst aan
de minderheid optedringen: het gebied van het geweeten Baat nimmer on
der de magt van eenig menfchelyk gezag.
Dezer dagen is een Fransch Militair, welke vyfen twintigjaaren bui
ten zyn Vaderland gediend had, met het Schip de Esperance uic de In
dien te Brest aangekomen; dan, in de Boot zullende flappen om naar
den wal te gaan, valt hy in het water en verdankt, hebbende men zelf
tot nog toe zyn Lyk niet gevonden.
DUITSCHLAND.
Geheel Duitschland verwagt, dat de gewigtige zaak der fchadevergoe-
dingen eindelyk haar volkomen beflagkrygen zalin de byeei komst van de
Keizer van Rusland en Koning van Pruisfen te Memel. Omtrent de aankomst
van den eferstgemelden dier beide Vorsten beefr men de navolgende by on»
tlerhedeQ yeröbQnjcnOffchpgn fleges incognitoonder den 11 aaai vaa Grit-