C O U MllRAN'L
A L K M A M^YpÊ\ A R S C H E
Ao. 1807. /<S-,Ko. 22,
\vv\r806j T
Van Maandag den 1 Juny.
GROOT - BRITTANN IEN.
Londen den 19 Mey. Ilec is heden alhier een algemeen gerugt, dac
Lord Pembroke, die reeds uit oe Stad veitrokken isom zyn Ambas-
fade aan het Weener Hof te aanvaarden, met volmagt voorzien is, om
zich met Frankrvk cd onze Bondgenoten in onderhandeling over den Vrede
intelaten. Men voegt er by, dat zyne Volmagt genoegzaam van denzclf-
den inhoud is, als die, met welken men Lord Lauderdale voorheen naar
Parys gezonden heeft. Doch, daartegen verfpreid men het geen ook
wel waarfchynlyk is, om het Huis van Oostenvyk eene ruime fubfidieaan-
tebieden ingevaüe het konde befluiten om met ons eene Alliantie tegen
Frankryk aantegaan.
Gelykiydig vernam men, dat er een Kartelfehip van de kust van frank
ryk te Portsmouth was aangekomenzynde hetzelve Saturdag van Mor-
laix vertrokken; met hetzelve heeft men vernomen, dat het Esquader
hetwelk onlangs uit Brest gezeild is, beftaat in zeven of agf Schepen van
linie, opgepropt met troupen en, zoo men meende, naar de West In
dien beftemd alwaar de Franfehen zeer veel magt byeen verzamelen.
De Princes van Wallistegen welke men zulke hoonende befcbuldigin»
?en had uitgedagt, zegepraald over hare vyandeo en Hare Hoogheid is
den 14 dezer voor het eerst federt twee jaren ten Hove verfchenen. De
Hertog van Cumberland geleide haar binnen en zy kwam met de Koninginne
en daarna met alle de Princesfen in gefprek, terwyl de Hoogc Adel de
complimenten by haar aflag Toen de Princes uit het rytuig flapte hief
de menigte een dtievoudig vreugdegefchreeuw aanzynde er, niettegen-
ftaande den hevigen regen, veie menfehen te famen gevloeid, om aan
die Vorstin een bewys van liefde en deelneming te geven. Sedert is hare
Hoogheid ook op de 63de geboorte Verjaring van de Koninginne ten
Hove tegenwoordig geweest, en is in de Opera verfcheenen alwaar
men haar" federt verfcheidén Jaren niet gezien had, by welke gelegenheid
zy mede nieuwe blyken van de hoogachting des Volks ontving. Wyders
verneemt men dat er deswegens niets meer in het licht zal gegeven wor
denen het publiek zich zal moeten vergenoegen, met de verklaring dat
de Souverein de geheele Koninglyke Famillie en vooral de Prins van
Wallis zehe volkomen voldaan zyn en de befchuldigingen valtch, ongo
grond en lasterlyk gevonden hebben.